Zoekbeeld:
Zeevis. Tot 18 centimeter.
Geelbruin, zandkleurig met vlekjes, rug- en anaalvin met om de 6 vinstralen een donkere streep. Vrij langgerekte platvis. De ogen staan aan de rechterzijde. Borstvin nauwelijks
ontwikkeld. Zand- en modder, tot ca 50 m. Noordzee en kustgebied, algemeen.
Kenmerken:
Afmetingen: Tot 18 centimeter.
Kleur: Geelbruine zandkleur met vlekjes, op de rug- en anaalvin zit om de 6 vinstralen een donkere streep.
Vorm: Platvis, ogen op rechterzijde. De snuit is afgerond en steekt voor de bek uit (onderstandige bek).
Vinnen: De rug- en anaalvin lopen rondom, van iets achter de kop tot aan de staart. Borstvin aan de ongepigmenteerde zijde nauwelijks
ontwikkeld.
Te verwarren met:
De Dwergtong kan verward worden met de (gewone) Tong. De Dwergtong blijft echter veel kleiner. Het opvallendste kenmerk is dat de rug- en anaalvin om de vijf a zes vinstralen zijn voorzien van een donkere vinstraal.
Areaal en verspreiding:
Noordoost-Atlantische Oceaan, Oostzee, Kattegat, Noordzee tot in het Middellandse Zee. Langs de Nederlandse kust algemeen.
Habitat en ecologie:
De dwergtong leeft op zand- en modderbodems, tot een diepte van ca. 50 meter. De paaitijd loopt van maart tot juli. Het voedsel bestaat uit wormachtigen en kleine kreeftachtigen.
Literatuur:
Nijssen, H., 2010.
Zeevissen. KNNV-Veldgids nr. 14. Utrecht, Stichting Uitgeverij KNNV. 160 pp.
Nijssen, H. & S. J. de Groot, 1987. De vissen van Nederland. Uitg. KNNV,
Utrecht. nr. 42. 224 pp.
Redeke, H.C., 1941. Fauna van Nederland. Afl. X: Pisces (Cyclostomi-Euichthyes)
(Ti-Tii). 1-331. Sijthoff, Leiden.
Zoetemeyer, R.B., 2010. Overzicht van de Nederlandse zeevissen. Uitg.
Sportvisserij Nederland, Bilthoven. 212 pp.
Auteurs:
W. Vlierhuis (2013)
[IvL mrt 2014]
Aphia ID:
127153
Gebied:
Nederland
Biotoop:
Zoutwater
Project:
MOO
Gerelateerde soorten:
Tongschar
Schol
Bot
Schar
Tong
Dwergtong