Zoekbeeld:
Tienarmige inktvis. Mariene soort. Aan de kop zitten 5 paar armen, waarvan
één paar langer
is. Het lichaam is breed en afgeplat. Het is geheel omzoomd met een
franje-achtige vin. De grote kop heeft opvallende ogen en 5 paar
relatief korte tentakels. Er is een inwendige schelp (rugschild) dat
vooral uit kalk bestaat. Paait in het voorjaar in de Oosterschelde.
Dieren spoelen zelden, eieren nu en dan, rugschilden zeer regelmatig
op het strand aan.
Kenmerken:
Afmetingen: Totale lengte tot ca. 40 cm.
Lichaamskleur: De huid van het dier is zeer variabel van kleur en bevat veel pigmentcellen. Door deze pigmentcellen kan het dier zeer snel van
kleur wisselen en ook stemmingen aangeven.
Tijdens de paaitijd kan het dier o.a. zebra-achtige streeppatronen vertonen.
Lichaamsvorm: Het lichaam is breed en afgeplat, De grote kop
heeft opvallende ogen. Aan de basis van de armen bevind zich een
snavelvormige bek.
Armen: Het dier heeft 5 paar tentakels. 4 paar
zijn relatief kort en één paar is veel langer, met aan het uiteinde een
lepelvormige verbreding. Deze doen dienst als vangarmen voor prooi.
Vinnen: Geheel omzoomd door een
franje-achtige vin.
Eieren: De urnvormige eieren worden door het vrouwtje stuk voor stuk
vastgeknoopt aan uitstekende voorwerpen. Ze worden door middel van haar
inkt gekleurd, waardoor ze er zwart uitzien. Wanneer de inkt op is, kan
het voorkomen dat er eitjes worden afgezet die transparant zijn.
Hierdoor is de ontwikkeling van het embryo ook te zien.
Te verwarren met:
Geen andere inheemse inktvis.
Areaal en verspreiding:
Algemeen langs de Nederlandse kust, vooral in de zomer. In het voorjaar en de vroege zomer in de Oosterschelde voor de voortplanting
Habitat en ecologie:
Mariene soort. De dieren leven in alle Nederlandse zoute wateren. Tijdens de voortplanting komen ze vaak massaal naar de ondiepe kustwateren waar de eitjes worden afgezet op alles wat maar uitsteekt boven de bodem. Dit om de eitjes van voldoende zuurstof te voorzien, gedurende de ontwikkeling. Duikers helpen vaak door bijvoorbeeld bamboestokjes of rekjes uit te zetten. Buiten de voortplantingstijd zien we alleen juveniele dieren aan de kust.
Literatuur:
- Bruyne, R.H. de, S.J. van
Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het
Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren
(Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
- Bragt, P.H. van, 2014. Inktviseieren met Pasen. Spuisluis.
Auteurs:
Mat Vestjens (2013)
[B. Oonk, jan. 2014; IvL feb.
2014]
NadereInformatie:
- Invoeren MOO-gegevens volg link MOO-invoerportaal
- Kaart waarneming zeekat tussen 1997 - 2015 door telmee.nl volg link Waarnemingen telmee.nl 1997 t/m 2015.
- Kaart waarneming zeekat tm 2016 door waarneming.nl volg link Waarnemingen waarneming.nl
- Kaart waarneming zeekat 1997 - 2015 door telmee.nl volg link Waarnemingen waarneming.nl 1997-2015
Aphia ID:
141444
Gebied:
Nederland
Biotoop:
Zoutwater
Project:
MOO
Gerelateerde soorten:
Dwerginktvis
Zeekat