|
Zoekbeeld:Mariene spons. Vaak tot 20 cm hoog/breed, soms tot ruim 50 cm. Takken
tot ca. 7 mm in doorsnede. Meestal grijsgeel. Boomvormig vertakt, de takken ontspringen uit een brede, op het substraat gehechte voet. De takken zijn dun op beschutte plaatsen en breed afgeplat in bewogen water. Jonge exemplaren zijn vingervormig. Kenmerken:Afmetingen: De kolonies zijn over het algemeen 20 cm hoog en net zo breed, maar af en toe kunnen ook veel grotere kolonies worden gevonden tot wel 50 cm. De takken hebben een diameter tot ca. 7 mm.
Kleur: Deze spons heeft meestal een grijsgele kleur.
Vorm: Een boomvormige vertakte spons. De takken komen uit in
een brede voet die aan het substraat is vastgehecht. Op beschutte
plekken zijn de takken dun. Op plekken waar het water heftig in beweging
kan zijn, zijn de takken breed en afgeplat. Jonge exemplaren zijn
vingervormig.
Spicula: Dubbelpuntig, krom en vaak erg dik. Sigaarvormig. Lengte 100-200 um. Zie foto's. Areaal en verspreiding:Algemeen aan alle Noord-Oost Atlantische kusten. In Nederland langs de gehele kust en in de Waddenzee op
hard substraat. In Zeeland algemeen in de gehele Oosterschelde, zowel op de
plekken met weinig, als met veel stroming. Ook in het Grevelingenmeer algemeen. Habitat en ecologie:De Geweispons groeit op hard substraat en kan zich goed handhaven in verschillende biotopen, waaronder riviermondingen. Literatuur:
- Van Soest, R.W.M., 1976.
De Nederlandse mariene en zoetwatersponzen – Porifera-. Wetenschappelijke
Mededelingen KNNV 115, 36 p.
- Van Soest, R.W.M., 1977.
Marine and Fresh water sponges (Porifera) of the Netherlands.
Zoologische Mededelingen 50 (16): 261-273.
- Van Soest, R.W.M., 2014.
Sponzen. In F. van der Burgt (Ed.): Zeeboek, p 45-52. Jeugdbonduitgeverij & KNNV, ‘s Graveland.
Auteurs:A.W. Gmelig Meyling (19 januari 2014)
[IvL jan. 2014]
Floris Bennema 2016 NadereInformatie:Deze spons is het voedsel van de naaktslak Joruna tomentosa Aphia ID:132833 Gebied:Nederland Biotoop:Zoutwater Project:MOO
| |