|
|
Rode spinkrab
Hyas coarctatus
Leach, 1816
Zoekbeeld
Krab. Mariene soort. Rugschild tot 5,4 cm. Rood tot donker roodbruin.
Schild ongeveer driehoekig. Achter de ogen een zijdelings uitstekende
tand. Op ongeveer een derde zit een insnoering, waardoor onder de ogen
een soort wangetjes ontstaan. Schaarpoten even lang of langer dan het
eerste paar looppoten,
bij mannetjes forser. Looppoten bedekt met
stugge haren. Enkele keren gemeld uit de Oosterschelde.
Te verwarren met
Kenmerken
Afmetingen: Lengte van het rugschild tot 5,4 cm.
Kleur: Het rugschild is rood tot donker roodbruin.
Vorm: Rugschild ongeveer driehoekig. Achter de ogen is een brede zijdelings uitstekende tand. Op ongeveer een derde van de lengte vanaf de voorzijde is een sterke insnoering, waardoor het lijkt alsof achter de genoemde tanden wangetjes zijn.
Poten: De schaarpoten zijn even lang of langer dan het eerste paar looppoten en bij mannetjes forser dan bij vrouwtjes. De looppoten zijn bedekt met stugge haren.
Overig: Geslachtsrijpe wijfjes worden zelden zonder eieren gevonden.
Habitat en ecologie
Van de getijdenzone tot 500 meter diepte. Qua leefwijze vergelijkbaar met de Gewone spinkrab. Het zijn meesters in het zich camoufleren en plakken van alles en nog wat in de stugge haren op rug en poten, waarvan veel organismen (zoals poliepen) vastgroeien. Vaak verscholen tussen wier en stene, ze zoeken regelmatig dekking onder grote zeeanemonen.
Areaal en verspreiding
Uit de Oosterschelde is een aantal waarnemingen bekend.
Literatuur
- Leewis, R.J.,
G.R. Heerebout & Ch., Jacobusse (red.), 2010. Zeefauna in Zeeland, deel 2.
Kreeften, krabben en garnalen. Fauna Zeelandica, deel 5. Stichting Het Zeeuwse
Landschap. 1-144 p.
- Spuisluisbericht juli 2010
Code
107323
Auteurs
Jacob Leloux (2013)
[IvL feb. 2014]
Commentaar
Grafieken