Search
Search
 
Soorten
 
 
1
Page size:
 3 items in 1 pages
ZoekbeeldKenmerken
               
1
Page size:
 3 items in 1 pages
Gemarmerde streepschelp
Modiolarca subpictus

Gemarmerde streepschelp
Modiolarca subpictus

Mariene tweekleppige. Tot 20 mm. Geelwit of oranje, al dan niet met een gemarmerd vlekkenpatroon van roodbruine tot paarse vlekjes en strepen. Opperhuid lichtgroen, rood of bruin. Dunschalig, zeer bol, top vrijwel vooraan. Onderrand in het midden niet, of nauwelijks uitgebogen. Stralende verticale groeven op voor- en achterkant, glad in het midden. Leeft vastgehecht met byssusdraden tussen wieren en ander materiaal, vanaf het litoraal tot diepten van enkele tientallen m. Leeft ook vaak met meerdere tegelijk ingesloten in grote tunicaten en kan zo aanspoelen op het strand. Ook soms vastgehecht op drijvende voorwerpen.
Main Image
 
Modiolarca subpictus Mariene tweekleppige. Tot 20 mm. Geelwit of oranje, al dan niet met een gemarmerd vlekkenpatroon van roodbruine tot paarse vlekjes en strepen. Opperhuid lichtgroen, rood of bruin. Dunschalig, zeer bol, top vrijwel vooraan. Onderrand in het midden niet, of nauwelijks uitgebogen. Stralende verticale groeven op voor- en achterkant, glad in het midden. Leeft vastgehecht met byssusdraden tussen wieren en ander materiaal, vanaf het litoraal tot diepten van enkele tientallen m. Leeft ook vaak met meerdere tegelijk ingesloten in grote tunicaten en kan zo aanspoelen op het strand. Ook soms vastgehecht op drijvende voorwerpen.

Afmetingen: L. tot 20 mm, H. tot 12 mm.
Schelpkleur: Geelwit of oranje, al dan niet met een gemarmerd vlekkenpatroon van roodbruine tot paarse vlekjes en strepen. De opperhuid is lichtgroen, bij jongere dieren meer rood of bruin, de binnenzijde van de schelp glanzend, parelmoerachtig.
Schelpvorm: Dunschalig, top en schelpen zeer bol, top vrijwel vooraan gelegen. De onderrand is in het midden niet, of in elk geval niet duidelijk uitgebogen
Sculptuur:
Stralende verticale groeven op voor- en achterkant, glad in het midden.
Slot: Geen slottanden, fijn gecreneleerde slotplaat.
Binnenzijde schelp: Binnenin een groot en klein spierindruksel.

Dier: Korte instroomsifo aan de voorzijde en een aparte uitstroomsifo aan de achterzijde. De voet is groot, riemvormig afgeplat

 

Van Noorwegen tot de Canarische Eilanden, de westkust van Afrika (tot Angola) en in de Middellandse Zee. Niet autochtoon gemeld uit de Nederlandse nabije kustzone of het litoraal. Meermalen gevonden in door vissers opgeviste tunicaten. De Gemarmerde streepschelp leeft zeker in het Nederlandse kustgebied, zoals behalve uit de visserijvangsten ook blijkt uit vondsten in aangespoelde tunicaten op Terschelling en Texel.

Op het strand: Behalve in tunicaten bereikt de soort ook vaak vers of levend onze stranden op drijvende voorwerpen, waarop ze met byssusdraden vastzitten.

Leeft in het getijdengebied van rotskusten, vastgehecht met byssusdraden tussen wieren en vast substraat als Wulk, stenen, lege tweekleppigen en tussen kalkalgen, zoals Corallina officinalis. Vanaf het litoraal tot diepten van enkele tientallen meters. De dieren kunnen zich ook actief met de voet verplaatsen. Opvallend is dat de soort ook vaak ingesloten leeft in grote tunicaten (manteldieren), met name de Vuilwitte of Ruwe zakpijp Ascidiella aspersa, de Doorschijnende zakpijp Ciona intestinalis, de Zeebes Dendrodioa grossularia en soorten als de Gezwollen bolzakpijp Synoicum pulmonaria en Ascidia mentula. Ze nestelen zich, geheel omgeven door hun eigen byssus, vaak met meerdere exemplaren tegelijk in de wanden van de mantelholte van de zakpijp. Doordat de dieren ook binnen in de zakpijp rondkruipen, kunnen ze ook worden uitgestoten en een vrijlevend bestaan leiden. Het voedsel (plankton en kleine algen) wordt uit het water gefilterd, maar ook kleine detritusdeeltjes uit het bodemmateriaal worden opgenomen. Voortplanting in juli-augustus. Anders dan bij andere streepschelpen, brengen de larven van de Gemarmerde streepschelp eerst enige tijd door als pelagische larven in het plankton. Leeftijd: hoogstens 2 jaar. 506128NederlandZoutwaterMOO
Harige zakpijp
Ascidiella scabra

Harige zakpijp
Ascidiella scabra

Solitaire zakpijp. Mariene soort. De Harige zakpijp is wittig en halfdoorzichtig, meestal min of meer ovaal van vorm. De mantel is glad. De in- en uitstroomopeningen staan dicht bij elkaar. De uitstroomopening staat vaak net niet aan de bovenkant, maar iets opzij. De instroomopening is soms wat geribbeld. Soms zijn rondom kleine wratjes te zien. De soort 'ligt' vaak met de zijkant aan het substraat gehecht.
Main Image
 
Ascidiella scabra Solitaire zakpijp. Mariene soort. De Harige zakpijp is wittig en halfdoorzichtig, meestal min of meer ovaal van vorm. De mantel is glad. De in- en uitstroomopeningen staan dicht bij elkaar. De uitstroomopening staat vaak net niet aan de bovenkant, maar iets opzij. De instroomopening is soms wat geribbeld. Soms zijn rondom kleine wratjes te zien. De soort 'ligt' vaak met de zijkant aan het substraat gehecht.

Afmetingen: Lengte tot circa 5 cm. Breedte tot circa 3 cm.
Kleur: De dieren zijn melkwit, halfdoorzichtig en soms voorzien van rode vlekjes. 
Vorm: Afstand tussen de in- en uitstroomopening is ongeveer 1/4 van de lengte.

 De Harige zakpijp is tamelijk zeldzaam. De dieren zijn waargenomen in de Oosterschelde en de monding van de Westerschelde. Van de rest van de Nederlandse kust zijn geen waarnemingen bekend.Aan te treffen op allerlei hard substraat, waaronder pontons. De soort prefereert rustig water, bijvoorbeeld in havens. 103719NederlandZoutwaterMOO|SETL
Ruwe zakpijp
Ascidiella aspersa

Ruwe zakpijp
Ascidiella aspersa

De Ruwe zakpijp is eivormig. De bovenkant is smaller dan de onderkant. De mantel is ruw en kraakbeenachtig en vaak rijkelijk begroeid, vaak met (kleinere) soortgenoten. De instroomopening zit aan de bovenzijde, de uitstroomopening op circa 1/3 van de lichaamslengte daar vandaan. Een andere naam is vuilwitte zakpijp
Main Image
 
Ascidiella aspersa De Ruwe zakpijp is eivormig. De bovenkant is smaller dan de onderkant. De mantel is ruw en kraakbeenachtig en vaak rijkelijk begroeid, vaak met (kleinere) soortgenoten. De instroomopening zit aan de bovenzijde, de uitstroomopening op circa 1/3 van de lichaamslengte daar vandaan. Een andere naam is vuilwitte zakpijp

Afmetingen: Lengte tot 10 cm. Breedte tot circa 5 cm bij de onderkant. Afstand tussen de in- en uitstroomopening is ongeveer 1/3 tot 1/2 van de lengte. 

Kleur: De kleur varieert van vuil wit tot grijs tot licht bruin.

 De Ruwe zakpijp is één van de meest algemene soorten. Bekend uit de Grevelingen, Oosterschelde, Veerse Meer, Westerschelde, Noordzee, Waddenzee met name bekend van NIOZ-haventje op Texel en haven West-Terschelling.Aan te treffen op allerlei hard substraat, waaronder pontons. De soort prefereert rustig water, bijvoorbeeld in havens. De dieren zijn solitair maar worden vaak bij- en op elkaar waargenomen.  103718NederlandZoutwaterMOO
  • NoFilter
  • Contains
  • DoesNotContain
  • StartsWith
  • EndsWith
  • EqualTo
  • NotEqualTo
  • GreaterThan
  • LessThan
  • GreaterThanOrEqualTo
  • LessThanOrEqualTo
  • Between
  • NotBetween
  • IsEmpty
  • NotIsEmpty
  • IsNull
  • NotIsNull
  • Custom
 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top