Groene wierslak
Elysia viridis
|
Groene wierslak
Elysia viridis
Zeenaaktslak. Tot 70 mm, vaak kleiner. Groen, rood of
gelei-wit, met blauwe/rode puntjes. Basiskleur veroorzaakt door het voedsel; de
'bladgroenkorrels'
worden ingebouwd in de lichaamscellen van de slak. Langgerekte dieren
met twee over de
rug gevouwen zijwaartse 'vleugels'. Kop met buisvormig opgerolde
reuksprieten. Eieren geelachtig, gelegd op wier in een rond of ovaal
spriraalvormig lint.
Item 1 of 0
| Groene wierslak | Elysia viridis | | Zeenaaktslak. Tot 70 mm, vaak kleiner. Groen, rood of
gelei-wit, met blauwe/rode puntjes. Basiskleur veroorzaakt door het voedsel; de
'bladgroenkorrels'
worden ingebouwd in de lichaamscellen van de slak. Langgerekte dieren
met twee over de
rug gevouwen zijwaartse 'vleugels'. Kop met buisvormig opgerolde
reuksprieten. Eieren geelachtig, gelegd op wier in een rond of ovaal
spriraalvormig lint. | Afmetingen: Lengte tot 70 mm, maar vaak kleiner.
Kleur: De dieren zijn meestal groen, soms rood of gelei-wit, met kleine blauwe of rode puntjes. De basiskleur van het lichaam wordt veroorzaakt door de 'bladgroenkorrels' van de gegeten algensoort. Deze 'bladgroenkorrels' worden ingebouwd in de lichaamscellen van de slak, waardoor de slak direkt van de door de korrels geproduceerde organische stof (onder invloed van zonlicht) profiteert
Vorm: Langgerekte dieren, met twee zijwaartse 'vleugels' die normaal over de
rug gevouwen zijn en vóór het midden het breedst zijn. Bij grotere
dieren zijn de vleugelranden gegolfd en kunnen de vleugels niet meer
strak tegen het lichaam worden gevouwen. In de vleugels zitten uitlopers
van de middendarmklier. De vleugels worden niet gebruikt om te zwemmen.
De kop draagt twee in de lengte buisvormig opgerolde reuksprieten.
Eieren: De gelige eieren worden gelegd in gladde ronde of ovale spiraalvormige linten, meestal op wieren. | | In Nederland tot op heden alleen invasiegewijs in Zeeland (Oosterschelde, monding Westerschelde). Van elders is de soort niet bekend. De laatste invasie dateert uit de periode 1989-1995. | Door de voedsekeuzel is de soort beperkt tot de wierzone, vooral daar waar uitgebreide wiervegetaties voorkomen. Gewoonlijk vanaf de laagwaterlijn tot enkele meters diepte. De Groene wierslak leeft van bepaalde soorten groenwier zoals Onregelmatig vederwier Bryopsis hypnoides en Viltwier Codium tomentosum, en roodwieren zoals Griffithsia-soorten. | De dieren zijn het hele jaar door waargenomen. De eieren in de periode juni-december. | 139686 | Nederland | Zoutwater | MOO|ANM |
Vederwier
Bryopsis plumosa
|
Vederwier
Bryopsis plumosa
Zeewier. Groenwier. Het vederwier is regelmatig geveerd, dat betekent dat de zijtakken (ongeveer) in hetzelfde vlak liggen. Het zijn geen wieren in de gewone zin van het woord, maar elk individu is in feite één grote cel, waarin zich een groot aantal celkernen en andere cel onderdelen bevindt. Een al of niet vertakte buis dus: daarom heet dit type wier 'sifonaal'. Dit wier is ca. 10 cm. De kleur is een teer heldergroen. Als ze vruchtbaar zijn, zijn de vrouwelijke planten donkerder, de mannelijke planten zijn dan geelgroen.
Item 1 of 0
| Vederwier | Bryopsis plumosa | | Zeewier. Groenwier. Het vederwier is regelmatig geveerd, dat betekent dat de zijtakken (ongeveer) in hetzelfde vlak liggen. Het zijn geen wieren in de gewone zin van het woord, maar elk individu is in feite één grote cel, waarin zich een groot aantal celkernen en andere cel onderdelen bevindt. Een al of niet vertakte buis dus: daarom heet dit type wier 'sifonaal'. Dit wier is ca. 10 cm. De kleur is een teer heldergroen. Als ze vruchtbaar zijn, zijn de vrouwelijke planten donkerder, de mannelijke planten zijn dan geelgroen. | zijtakken doen denken aan een veer. heldergroen tot geelgroen. ca. 10 cm groot | | Atlantische Oceaan, West-Europa, Middellandse Zee. Noordzee, Zeeland. | Laag inter-getijdengebied tot enkele meters diepte; vaak op wat minder beschutte plaatsen dan familiegenoten.
uitsluitend geslachtelijke voortplanting | | 144457 | Nederland | Zoutwater | MOO|LIMP|SMP |