Gevlekte lipvis
Labrus bergylta
|
Gevlekte lipvis
Labrus bergylta
Zeevis. Tot 60 cm. Stevige, hoge vis met een doorlopende, stekelige rugvin. De staart is fors vlagvormig. De snuit is vrij spits, de lippen dik en vlezig. Variabel van kleur en -patroon. Vaak groenbruin met lichtere buik, maar ook fel rode varianten komen voor. Ook vaak bruinrood gevlekt of gestippeld of egaal gekleurd.
Item 1 of 0
| Gevlekte lipvis | Labrus bergylta | | Zeevis. Tot 60 cm. Stevige, hoge vis met een doorlopende, stekelige rugvin. De staart is fors vlagvormig. De snuit is vrij spits, de lippen dik en vlezig. Variabel van kleur en -patroon. Vaak groenbruin met lichtere buik, maar ook fel rode varianten komen voor. Ook vaak bruinrood gevlekt of gestippeld of egaal gekleurd. | Afmeting: tot 60 cm.
Kleur: Meestal groenbruin met lichte buik, maar ook fel rode
varianten komen voor. Ze kunnen zowel gestippeld als egaal
zijn.
Vorm: Stevige, hoge vis met een vrij spitse snuit en vlezige lippen. In de mond een rij grote tanden, met daarachter een rij ingezonken kleinere.
Vinnen: Eén doorlopende,
stekelige rugvin met 19-21 stekels en ca 10 vinstralen. Borst en buikvinnen min of meer afgerond. Anaalvin met 3 stekels en tot 10 vinstralen. De staart is fors vlagvormig.
Overig: De achterrand van de voorkieuwdeksels is glad. Zijlijn met meer dan 40 schubben. | | Kustwateren van de Noordoostelijke Atlantische Oceaan van Noorwegen tot Marokko, ook in de Middellandse Zee. In de Noordzee trekken in de zomer naar de noordelijke kusten en op hun terugtocht, in de wintermaanden, verblijven ze ook langs de Nederlandse kust. | Bewoners van rotskusten en wrakken, overal waar voldoende nestmogelijkheden te vinden zijn. Ook in zeewiervelden. De dieren maken een nest van wier dat ze met slijmdraden verstevigen. Meestal te vinden op een diepte tussen de
10 en 20 m. Jonge vissen houden zich op in getijdewateren. | | 126965 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Kliplipvis
Ctenolabrus rupestris
|
Kliplipvis
Ctenolabrus rupestris
Item 1 of 0
| Kliplipvis | Ctenolabrus rupestris | | | | | | | | 126964 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Koekoekslipvis
Labrus mixtus
|
Koekoekslipvis
Labrus mixtus
Lipvis met een opvallend verschil in kleur tussen de seksen. Vrouwtjes zalmrose met een blokkenpatroon achterop op de rug. Kleine mannetjes hebben dezelfde kleur maar missen de blokjes. Grote mannetjes donkerblauw, vaak met zwarte adering. Tussenvormen tussen mannetjes en vrouwtjes blauw met geel.
Item 1 of 0
| Koekoekslipvis | Labrus mixtus | | Lipvis met een opvallend verschil in kleur tussen de seksen. Vrouwtjes zalmrose met een blokkenpatroon achterop op de rug. Kleine mannetjes hebben dezelfde kleur maar missen de blokjes. Grote mannetjes donkerblauw, vaak met zwarte adering. Tussenvormen tussen mannetjes en vrouwtjes blauw met geel. | - Lengte: Mannetjes tot 35 cm, vrouwtjes meestal kleiner.
- Kleur: Vrouwtjes zalmrose met drie zwate blokjes op de achterrug. Tussen de blokjes wit, vergelijkbaar met pianotoetsen. Mannetjes zalmrose (jong) of donkerblauw met zwarte adering. Tijdens de balts kan de kop kort wit worden.
| | Klifkusten van halverwege Noorwegen tot Senegal. In de Noordzee zelden waargenomen ten zuiden van de Schotse en Noord-Engelse kust. Zeer sporadisch bij Helgoland. Op 27 augustus 2016, bij de Klaverbank, voor het eerst in de Nederlandse Noordzee waargenomen. | Leeft bij klifkusten, dieper dan 10 meter, gemiddeld dieper dan andere lipvissoorten. De soort is tot op 180 meter diep gesignaleerd. | Vermoedelijk trekt de soort bij het afkoelen van de zee naar grotere diepten. | 151501 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Zwartooglipvis
Symphodus melops
|
Zwartooglipvis
Symphodus melops
Zeevis. Mannetjes tot 25 cm, vrouwtjes tot 12 cm. Geel-
tot groenbruin met een lichtrode tint. Mannetjes met
een blauwgroene tekening en strepen op kop en rugvin. Zwarte vlek achter
het oog en op de
staartwortel. Vrouwtjes kleiner, geelbruin. Lichaam hoog, spitse snuit,
één van tot 17 stekels voorziene lange rugvin met duidelijke vinstralen
(vlagstaart, borst- en anaalvinnen idem). Nu en dan in de Oosterschelde.
Bouwt nestjes die door het mannetje verdedigd worden.
Item 1 of 0
| Zwartooglipvis | Symphodus melops | | Zeevis. Mannetjes tot 25 cm, vrouwtjes tot 12 cm. Geel-
tot groenbruin met een lichtrode tint. Mannetjes met
een blauwgroene tekening en strepen op kop en rugvin. Zwarte vlek achter
het oog en op de
staartwortel. Vrouwtjes kleiner, geelbruin. Lichaam hoog, spitse snuit,
één van tot 17 stekels voorziene lange rugvin met duidelijke vinstralen
(vlagstaart, borst- en anaalvinnen idem). Nu en dan in de Oosterschelde.
Bouwt nestjes die door het mannetje verdedigd worden. | Afmetingen: Mannetjes tot 25 centimeter, vrouwtjes kleiner tot 12 centimeter.
Kleur: Geel- tot groenbruin met een lichtrode tint. Mannetjes prachtig gekleurd met een blauwe en
groene tekeningen op de kop en rugvin en opvallende blauwe en groene grillige strepen. Er staat een zwarte vlek achter het oog en op de staartwortel.de vrouwtjes zijn kleiner en
bescheidener geelbruin van kleur.
Vorm: Stevige vis met een hoog lichaam, een spitse snuit en vlezige lippen. De rafelige rugvin loopt
over de gehele rug en heeft net als de vlagstaart, borst- en anaalvinnen
duidelijke vinstralen. Het voorkieuwdeksel achteraan fijn gezaagd.
Vinnen: Eén rugvin met tot 17 stekels en ca. 10 vinstralen. | | Noordoost-Atlantische Oceaan van Noorwegen en de Noordzee tot Marokko en de westelijke Middellandse Zee. In Nederland incidenteel in Zeeland (Oosterschelde). | Voornamelijk op rotsbodems vanaf de getijdenzone
tot ca. 30 meter. De dieren eten vooral kreeftachtigen, slakken en tweekleppigen. Zwartooglipvissen worden net als alle andere soorten lipvissen als vrouwtje geboren. Ze leven dan in scholenverband ondiep langs rijk met wier begroeide kusten. Het dominante mannetje bouwt meerdere nesten van wiermateriaal en verdedigt deze. Lipvissen kunnen slecht tegen koude winters. Afhankelijk van deze winters kunnen Zwartooglipvissen algemeen voorkomen in de Oosterschelde, en dan weer voor jaren verdwenen zijn. | | 273571 | Nederland | Zoutwater | MOO |