|
Zoekbeeld:Mariene zwemkrab. Rugschild tot 35 mm. De schildkleur varieert, maar is meestal grijsbruin, soms met een groene of blauwachtige tint. Er kunnen ook lichtere marmerachtige vlekken aanwezig zijn. Tussen de ogen 3 tanden, waarvan de middelste meestal even groot óf iets kleiner is dan de buitenste twee. Het vierde lid van de zwempoten (vanaf het uiteinde bezien) is 2x zo lang als breed.
Kenmerken:Afmetingen: Rugschild 2,5 tot 3,5 cm.
Kleur: De kleur van het schild varieert, maar is meestal lichtbruin tot grijsbruin, soms met een groene of blauwachtige tint. Er kunnen ook vage, lichtere marmerachtige vlekken aanwezig zijn op het schild. De scharen zijn vaak lichtgekleurd, meestal crème tot lichtbruin, soms met donkere uiteinden.
Rugschild: Het schild heeft een ovale tot trapeziumvormige omtrek met afgeronde zijden. Er staat een vage kielvormige kam op het voorste gedeelte van het schild, net achter de ogen. Tussen de ogen staan voor op het schild drie tanden, waarvan de middelste meestal even groot óf iets kleiner is dan de buitenste twee. Opzij aan beide kanten van het schild vijf scherpe tanden, waarbij aan de buitenste gedeelten duidelijk een lijst zichtbaar is. De vierde van deze tanden is het grootst.
Poten: De scharen zijn relatief slank en langwerpig. Het vierde lid van de zwempoten (vanaf het uiteinde bezien) is langer dan bij veel andere zwemkrabben: 2x zo lang als breed.
Overig: Het schild is vaak begroeid met allerlei organismen, zeker bij de wat jongere dieren. De ruimte tussen de ogen is relatief smal.
Te verwarren met:- Gewone zwemkrab, Liocarcinus holsatus: Onderste gedeelte per tand een duidelijke bocht zichtbaar is.
- Gemarmerde zwemkrab, Liocarcinus marmoreus: Vijf zijtanden, waarvan de voorste twee duidelijk minder spits zijn dan de laatste drie. De voorste twee tanden zijn ook iets groter dan bij vernalis.
Areaal en verspreiding:Liocarcinus vernalis komt verspreid voor in de noordoostelijke Atlantische Oceaan. Langs de kusten van Europa van Noorwegen, via de Noordzee en de westelijke kusten van Frankrijk, Spanje en Portugal tot aan de Atlantische kust van Marokko. Ook in de Middellandse Zee en Zwarte Zee. In de Noordzee vooral langs de kust van de Britse Eilanden, België en West-Frankrijk. De soort is vooral algemeen in de wat zuidelijkere delen van de Noordzee. In Nederland zeker niet zeldzaam, maar wordt niet altijd goed herkend.
Habitat en ecologie:Leeft voornamelijk in ondiepe kustwateren, meestal tussen de 5 en 30 meter diep. Ook aangetroffen op grotere diepten, tot ongeveer 70 meter. Er is een duidelijke voorkeur voor zandige en slibrijke bodems, waar het dier zich gemakkelijk kan ingraven. Soms ook op modderige substraten en in getijdenpoelen. Aanwezig in estuaria en beschutte wateren met minder sterke stromingen. Maar ook aanwezig voor de open kust. De dieren voeden zich met een verscheidenheid aan mariene organismen, waaronder kleine schaaldieren, weekdieren, en wormen. Het is een opportunistische soort die zich voedt met wat er beschikbaar is in zijn omgeving. Graaft zich vaak in het sediment om verborgen voor roofdieren prooien te vangen.
Literatuur:Van der Niet, E., Campbell, S., en Langeveld, B., 2017. De grijze zwemkrab herkennen: iedereen kan het leren!. Zoekbeeld 7(1), 2017, blz 26-29.
Auteurs:[Niels Schrieken, jan 2018]
NadereInformatie:Net als andere zwemkrabben heeft Liocarcinus vernalis sterk ontwikkelde achterpoten, met aan het achterste potenpaar peddels die zijn aangepast om mee te zwemmen. Zowel om te vluchten voor roofdieren als om zich naar elders te verplaatsen om voedsel te zoeken.
Aphia ID:107394 Gebied:Nederland Biotoop:Zoutwater Project:SMP Gerelateerde soorten:Gewone zwemkrab
Grijze zwemkrab
| |