Slibanemoon
Sagartia troglodytes
|
Slibanemoon
Sagartia troglodytes
Zeeanemoon. Mondschijf in diameter tot 3-4 cm. Tentakels tot ca. 1 cm. Zuil in de bodem tot 10 cm. Gewoonlijk zijn alleen de vaak horizontaal naar buiten gerichte tentakels en mondschijf te zien. De zuil in de bodem verstopt. Variabel in kleuren en patronen. Soms egaal, soms hebben de tentakels een andere kleur dan de mond. Van bijna zwart tot wit, of oranje met bruintinten, fel paars of rose. Vaak in cirkels gerangschikte kleuren op de tentakels en mond-schijf.
Item 1 of 0
| Slibanemoon | Sagartia troglodytes | | Zeeanemoon. Mondschijf in diameter tot 3-4 cm. Tentakels tot ca. 1 cm. Zuil in de bodem tot 10 cm. Gewoonlijk zijn alleen de vaak horizontaal naar buiten gerichte tentakels en mondschijf te zien. De zuil in de bodem verstopt. Variabel in kleuren en patronen. Soms egaal, soms hebben de tentakels een andere kleur dan de mond. Van bijna zwart tot wit, of oranje met bruintinten, fel paars of rose. Vaak in cirkels gerangschikte kleuren op de tentakels en mond-schijf.
| Afmetingen: De mondschijf kan een diameter bereiken van circa 4 cm, doorgaans circa 3 cm. De maximum lengte van de tentakels is circa 1 cm. De zich in de bodem bevindende zuil kan meer dan 10 cm lang zijn.
Kleur: De soort vertoont een buitengewoon grote variatie aan kleuren en kleurpatronen. Soms zijn ze éénkleurig, soms hebben de tentakels een geheel andere kleur dan de mond. De kleuren variëren van bijna zwart tot wit. Veel voorkomend zijn oranje en bruintinten, maar ook fel paars of rose komt voor. Vaak tekenen de verschillende kleuren zich op de tentakels en mond-schijf af als cirkels. Dieren die bij elkaar staan verschillen in kleur en patroon
Vorm: Van de Gewone slibanemoon zijn meestal alleen de tentakels en mondschijf te zien. De meeste tentakels staan schuin of bijna horizontaal naar buiten gericht, waardoor de mondopening goed te zien is. De zuil bevindt zich in de zachte bodem en is daardoor vrijwel aan het oog onttrokken. De dieren zitten altijd vastgehecht aan een (stukje) schelp of steen, al is dit vaak bedekt met zand of slib.
Overig: Aan de zuil, vooral de bovenkant, kleven vaak zandkorreltjes of stukjes schelp en ongeslachtelijke voortplanting door overlangse deling, zoals bij de Sierlijke slibanemoon, komt niet voor. De zeszijdige symmetrie raakt dus nooit verstoord.
Bij forse aanraking verdwijnt het hele dier in de bodem.
| | | In zand of slib in spleten tussen stenen, of op (slibrijke) grotere zandvlakten. Van iets boven de laagwaterlijn tot op grotere diepte. Ook onder stenen, met de mondschijf 'hangend' naar beneden.
| | 100994 | Nederland | Zoutwater | MOO, LIMP |
Weduweroos
Sagartiogeton undatus
|
Weduweroos
Sagartiogeton undatus
Zeeanemoon. Zuil 5-10 cm hoog, 1-2 cm in
diameter. Mondschijf dubbel zo breed als de zuil. Lange tentakels die als bij een treugwilg omlaag hangen. Zuil slank, glad zonder schelpfragmenten en beige met vage wit/grijze lengtestrepen. Mondschijf meestal lichter, mondlippen vaak donkerder. Tentakels doorzichtig met zwartgerande, witte lijnen. Bij aanraking samentrekkend tot een plat bolletje waarop de strepen straalsgewijs naar de rand lopen. Vastgehecht op vaak deels met slib of zand bedekt substraat.
Item 1 of 0
| Weduweroos | Sagartiogeton undatus | | Zeeanemoon. Zuil 5-10 cm hoog, 1-2 cm in
diameter. Mondschijf dubbel zo breed als de zuil. Lange tentakels die als bij een treugwilg omlaag hangen. Zuil slank, glad zonder schelpfragmenten en beige met vage wit/grijze lengtestrepen. Mondschijf meestal lichter, mondlippen vaak donkerder. Tentakels doorzichtig met zwartgerande, witte lijnen. Bij aanraking samentrekkend tot een plat bolletje waarop de strepen straalsgewijs naar de rand lopen. Vastgehecht op vaak deels met slib of zand bedekt substraat. | Afmetingen: De zuil is variabel van vorm en kan een hoogte bereiken van 10 cm en een
diameter van 2 cm. Meestal echter niet hoger dan 5 cm, met een
doorsnede van circa 1 cm. De mondschijf is tweemaal zo breed als de diameter van de zuil en de tentakels kunnen ca. vijfmaal langer zijn dan de breedte van de mondschijf.
Kleur: De zuil is beige van kleur en voorzien van
vage wit/grijze lengtestrepen. De mondschijf is gewoonlijk wat lichter. De 'lippen' van de mond zijn meestal donkerder dan de
mondschijf. De tentakels zijn min of meer doorzichtig. Zeer kenmerkend zijn op iedere
tentakel de dunne witte lijnen, omzoomd door zwarte randen. Doordat de tentakels min of meer doorzichtig zijn, lijkt het
alsof ze een witte kern bevatten. Als de witte lijnen min of meer
spiraalsgewijs om de tentakels heen lopen, lijken de tentakels bochtiger
en warriger dan ze in werkelijkheid zijn. Iedere tentakel
is doorgaans voorzien van een witte dunne streep, die loopt van de voet
van de tentakel tot de punt.
Vorm: De zuil is zeer slank en glad en in tegenstelling tot de Gewone slibanemoon zitten er nooit
schelpfragmentjes aan vastgekleefd. De mond van het dier is vaak ovaal met doorgaans
duidelijke lippen. De tentakels kunnen langer worden dan de zuil en hangen kenmerkend naar beneden als de takken van een
treurwilg. 'Vechttentakels' zijn niet zeldzaam; deze zijn meestal doorschijnend wit van kleur.
Overig: Als Weduwerozen worden aangeraakt trekken
ze zich zeer sterk samen, tot een sterk afgeplat bolletje. De strepen lopen
dan straalsgewijs vanuit het midden naar de rand.
De dieren leven vastgehecht op substraat
dat soms bedekt is met slib of zand, meestal niet in duidelijke groepen. | | | In de Oosterschelde met name algemeen in de wierzone, maar aanwezig
vanaf de laagwaterlijn tot op grotere diepten. In de kom van de
Oosterschelde algemener dan in de monding, de dieren lijken voorkeur te
hebben voor plaatsen met weinig stroming. | | 101002 | Nederland | Zoutwater | MOO |