Gewone garnaal
Crangon crangon
![](/Portals/0/Soorteninformatie/Gewone%20garnaal/00Gewone%20garnaal.jpg)
|
Gewone garnaal
Crangon crangon
Mariene kreeftachtige. Tot 9 cm. Zandkleurig met donkere vlekjes en
meestal een zwarte staart. Goed gecamoufleerd op zandbodems. Rostrum
klein, ogen op de
bovenkant van de stompe kop. Schaarpoten met één vinger, die terugklapt
tegen de rechthoekige palm (subchelate schaar). De zwempoten bewegen opzij. Bij verstoring
schiet het dier een stukje achteruit en graaft zich dan bliksemsnel in.
Item 1 of 0
| Gewone garnaal | Crangon crangon | | Mariene kreeftachtige. Tot 9 cm. Zandkleurig met donkere vlekjes en
meestal een zwarte staart. Goed gecamoufleerd op zandbodems. Rostrum
klein, ogen op de
bovenkant van de stompe kop. Schaarpoten met één vinger, die terugklapt
tegen de rechthoekige palm (subchelate schaar). De zwempoten bewegen opzij. Bij verstoring
schiet het dier een stukje achteruit en graaft zich dan bliksemsnel in. | Afmetingen: lengte: tot 9 cm.
Kleur: De dieren hebben vaak de kleur van de ondergrond, soms met lichte en/of donkere vlekken of strepen en lijken zo min of meer zandkleurig. Ze zijn daardoor heel goed gecamoufleerd. Van dichtbij bekeken maken
de dieren vaak een gespikkelde indruk. De staart is soms helemaal zwart.
Vorm: Het rostrum is erg klein en
daardoor met het blote oog nauwelijks zichtbaar. De ogen staan op de
bovenkant van de stompe kop.
Poten: De schaar van de Gewone garnaal heeft een afwijkende (subchelate) vorm. Er is maar één vinger, die terugklapt tegen de rechthoekige palm. De zwempoten bewegen in tegenstelling tot
de andere garnalen opzij. Ze worden tevens gebruikt bij het ingraven.
Overig: Bij verstoring schiet de garnaal vaak een stukje achteruit, waarna het dier
zich bliksemsnel ingraaft. Eenmaal ingegraven steken gewoonlijk alleen
de ogen en voelsprieten boven het bodemoppervlak uit. | | De Gewone garnaal komt voor in de Oosterschelde, de Westerschelde, het Grevelingenmeer, de Noordzee en het Waddengebied. In het Grevelingenmeer en het Veerse Meer is de soort wat minder algemeen. | De Gewone garnaal leeft meestal op vlakke bodems, doorgaans bestaande uit zand, maar soms ook slib. In rust zitten de garnalen vaak ingegraven in de bodem, met alleen de ogen en de sprieten zichtbaar. De
dieren veranderen waarschijnlijk in de loop van hun leven van geslacht.
De kleine dieren zijn dan de mannetjes, de grote vrouwtjes. Deze garnalensoort is 's nachts actiever dan overdag. | | 107552 | Nederland | Zoutwater | MOO|KOR |
Kreeftgarnaal
Athanas nitescens
![](/Portals/0/Soorteninformatie/Kreeftgarnaal/00Kreeftgarnaal.jpg)
|
Kreeftgarnaal
Athanas nitescens
Garnaal. Mariene soort. Tot ca. 2 cm.
Groen, bruin of rood, met vaak een witte lengtestreep op de rug. Schaarpunten lichter geel of wit. Plomp,
breed lichaam. Ze lijken op miniatuur-kreeften. Volwassen mannetjes
hebben schaarpoten met stevige, kreeftachtige scharen. Vrouwtjes met dunnere scharen. Ogen ongesteeld,
gedeeltelijk buiten het rugschild uitstekend. Rostrum kort, met scherpe punt. Slechte zwemmers; bewegen zich als rennende kreeftjes over de bodem. Vooral in Zeeland vrij algemeen.
Item 1 of 0
| Kreeftgarnaal | Athanas nitescens | | Garnaal. Mariene soort. Tot ca. 2 cm.
Groen, bruin of rood, met vaak een witte lengtestreep op de rug. Schaarpunten lichter geel of wit. Plomp,
breed lichaam. Ze lijken op miniatuur-kreeften. Volwassen mannetjes
hebben schaarpoten met stevige, kreeftachtige scharen. Vrouwtjes met dunnere scharen. Ogen ongesteeld,
gedeeltelijk buiten het rugschild uitstekend. Rostrum kort, met scherpe punt. Slechte zwemmers; bewegen zich als rennende kreeftjes over de bodem. Vooral in Zeeland vrij algemeen. | Afmetingen: Lengte tot ca. 2 cm.
Kleur: Groen, bruin of roodachtig, vaak met een brede witachtige lengtestreep op de rug. SChaarpunten vaak veel lichter, geel of wit.
Vorm: Kreeftgarnalen hebben een plompe lichaamsvorm. Ze lijken op miniatuur-kreeften met kreeftachtige lange scharen. De
ogen zijn ongesteeld maar steken wel gedeeltelijk buiten het rugschild uit, ernaast afgedekt door twee puntjes van het rugschild. Rostrum kort en recht met scherpe punt.
Poten: Volwassen mannetjes
bezitten zware, getande schaarpoten. Bij
vrouwtjes en jonge exemplaren zijn de schaarpoten relatief dunner, zonder tandjes. Het tweede paar poten heeft zeer kleine schaartjes, de overige niet. | | Uit Nederland is de Kreeftgarnaal bekend uit het Grevelingemneer, de hele Oosterschelde en uit de Westerscheldemonding. Vóór 1994 was de soort nooit in de de Zeeuwse wateren gezien. Van toen af aan opeens talrijk op allerlei plaatsen. Vooral algemeen in het najaar. | Overdag meestal onder stenen en dergelijke weggekropen. Het gemakkelijkst te vinden in het donker onder overhangende stenen en oesterklompen. De kleuren zijn dan wat bleker. Het dier is een slechte zwemmer die bij verstoring over de bodem rennend beschutting opzoekt. Voortplanting in Nederland in de zomer: vrouwtjes met eieren en zijn waargenomen in juli, jonge dieren eveneens. | | 107486 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Rugstreepsteurgarnaal
Palaemon macrodactylus
![](/Portals/0/Soorteninformatie/Rugstreepsteurgarnaal/00Rugstreepsteurgarnaal.jpg)
|
Rugstreepsteurgarnaal
Palaemon macrodactylus
Garnaal. Mariene soort, ook in brak water. Tot 6 cm. Grote exemplaren zijn meestal bruinachtig met meestal een witachtige lengtestreep midden op de rug. Kleine exemplaren gewoonlijk kleurloos met vage gele ringetjes op de pootgewrichten. Rostrum lang en recht met meestal 11-13 tandjes.
Item 1 of 0
| Rugstreepsteurgarnaal | Palaemon macrodactylus | | Garnaal. Mariene soort, ook in brak water. Tot 6 cm. Grote exemplaren zijn meestal bruinachtig met meestal een witachtige lengtestreep midden op de rug. Kleine exemplaren gewoonlijk kleurloos met vage gele ringetjes op de pootgewrichten. Rostrum lang en recht met meestal 11-13 tandjes. | Afmetingen: Lengte: tot circa 6 cm.
Kleur: Kleine exemplaren zijn grotendeels kleurloos met vage gele ringetjes op de 'gewrichten' van de poten. Grotere exemplaren zijn meestal bruinachtig met midden op de rug, van kop tot staart, een witachtige, ononderbroken lengteband.
Vorm: Meestal 11-13 tandjes op het lange rechte rostrum. Doorgaans is het rostrum niet erg diep. | | Exoot, oorspronkelijk afkomstig uit Azië en inmiddels verspreid over de hele wereld in estuaria in gematigde gebieden. In Nederland vooral in de Westerschelde, minder in Het Veerse Meer. Incidentele waarnemingen zijn bekend uit Het Grevelingenmeer en de Oosterschelde. Eveneens waargenomen in de Nieuwe Waterweg, het Noordzeekanaal en in het Waddengebied.
Verspreidingsatlas.nl: Rugstreepsteurgarnaal. | Voornamelijk brakke wateren die in verbinding staan met de zee. | Waarneming.nl: Rugstreepsteurgarnaal. | 181372 | Nederland | Zoutwater | MOO|Exoten |