Gele wratspons
Celtodoryx ciocalyptoides
|
Gele wratspons
Celtodoryx ciocalyptoides
Mariene spons. Exoot uit de Pacifische oceaan die zich na import van Japanse oesters vanuit Bretagne verspreidde. Kan tot 25 m2 worden. Bijna
altijd bleekgeel, een enkele keer bleekbruin. Een zachte, bleekgele
spons met een massief aandoende,
bloemkoolachtige structuur. Vooral jonge exemplaren hebben
uiteinden die tweevoudig vertakt zijn en semitransparant met een
aderstructuur.
Item 1 of 0
| Gele wratspons | Celtodoryx ciocalyptoides | | Mariene spons. Exoot uit de Pacifische oceaan die zich na import van Japanse oesters vanuit Bretagne verspreidde. Kan tot 25 m2 worden. Bijna
altijd bleekgeel, een enkele keer bleekbruin. Een zachte, bleekgele
spons met een massief aandoende,
bloemkoolachtige structuur. Vooral jonge exemplaren hebben
uiteinden die tweevoudig vertakt zijn en semitransparant met een
aderstructuur. | Afmetingen: Kan erg groot worden, er is bij Tholen zelfs een exemplaar gevonden van 25 m2.
Kleur: Bijna altijd bleekgeel, een enkele keer bleekbruin.
Vorm: Een zachte, bleekgele spons die een massief aandoende,
bloemkoolachtige structuur heeft. Met name jonge exemplaren hebben
uiteinden die semitransparant zijn, enigzins dichotoom (tweevoudig)
vertakt zijn en een aderstructuur vertonen. De spons breekt gemakkelijk af.
Spicula: Veel puntige spicula van 100 um. Grotere spicula van mewer dan 200 um hebben aan beide zijden knotsvormige uiteinden met stekeltjes. Ook 'dubbele ankertjes' van ongeveer 50 um aanwezig. Zie foto's. | | Onbekend, vermoedelijk een exoot. Komt Zeeland, in de Oosterschelde, veel voor. | De Gele wratspons komt zeker vanaf 2002 in de Oosterschelde voor, voornamelijk op plaatsen waar het water stevig kan stromen. | | 559274 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Lobjesspons
Oscarella rubra
|
Lobjesspons
Oscarella rubra
Mariene spons. Bedekt oppervlakken tot 30 cm of meer. De spons vormt een
dunne gebobbelde laag op hard
substraat met kleine opstaande (of
neerhangende) plooien (lobbetjes) van 0,5 - 1 cm. Bleek
oranjegeel, op ondiepe plaatsen kleuriger. Lobben lichtdoorlatend en
aan de toppen vaak roodachtig. Vrij glad, enigszins slijmerig
oppervlak met
grotere spleten en gaten. Deze spons heeft geen
spiculae, spongine of andere stevige delen.
Item 1 of 0
| Lobjesspons | Oscarella rubra | | Mariene spons. Bedekt oppervlakken tot 30 cm of meer. De spons vormt een
dunne gebobbelde laag op hard
substraat met kleine opstaande (of
neerhangende) plooien (lobbetjes) van 0,5 - 1 cm. Bleek
oranjegeel, op ondiepe plaatsen kleuriger. Lobben lichtdoorlatend en
aan de toppen vaak roodachtig. Vrij glad, enigszins slijmerig
oppervlak met
grotere spleten en gaten. Deze spons heeft geen
spiculae, spongine of andere stevige delen. | Afmetingen: Van kleine plakkaten met een doorsnede van ca. 4 cm, tot grote van 30 cm of meer. Lobben met een doorsnede van 0,5-1 cm.
Kleur: Bleek
oranjegeel, soms sterker gepigmenteerd op ondiepe plaatsen met veel
zonlicht. Lobben min of meer lichtdoorlatend. De toppen van de lobjes
zijn vaak roodachtig en soms kan het rood
helemaal overheersen.
Vorm: Een dunne gebobbelde laag op hard
substraat met kleine opstaande (of
neerhangende) plooien (lobbetjes). Deze komen op een groot deel van het oppervlak voor. In de verder vrij gladde, enigszins slijmerige korst zitten vaak grotere spleten en gaten.
Overig: Deze spons heeft geen
spiculae, spongine of andere verstevigende delen. De lobben verdwijnen meestal snel als de spons uit het water komt.
Spicula: Deze soort heeft geen naalden. | | Vrij algemene Europese soort. In Nederland zeldzaam, vermoedelijk ingevoerd. Bekend uit de westelijke Oosterschelde (o.a. bij Neeltje Jans) in Zeeland. | Vanaf het sublitoraaal tot diepten van 300 m of meer. Groeit op hard substraat. | | 369199 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Massaspons
Suberites massa
|
Massaspons
Suberites massa
Mariene spons. Tot ca. 30 cm hoog en 10 cm in diameter. Vormt
geel-oranje, soms bleekgele korsten met grote, gladde lobben. Aan het
uiteinde van die lobben zijn grote uitstroomopeningen zichtbaar.
Item 1 of 0
| Massaspons | Suberites massa | | Mariene spons. Tot ca. 30 cm hoog en 10 cm in diameter. Vormt
geel-oranje, soms bleekgele korsten met grote, gladde lobben. Aan het
uiteinde van die lobben zijn grote uitstroomopeningen zichtbaar. | Afmetingen: Kan tot 30 cm hoge en 10 cm in diameter worden.
Kleur: Geel-oranje, soms bleekgeel.
Vorm: Deze soort vormt korsten met grote gladde lobben. Aan het
uiteinde van die lobben zijn grote uitstroomopeningen zichtbaar.
Spicula: Naalden aan de ene kant bol, aan de andere kant puntig. Zeer recht, lijken op naalden. 100-380 um. Zie foto's. | | In Zeeland in de Oosterschelde vrij regelmatig aangetroffen, o.a. bij duikplaats de Vuilnisbelt. | De Massaspons groeit op hard substraat onder de
laagwaterlijn, op plaatsen die nooit droogvallen. De soort kan soms op zichzelf lijken te
staan wanneer het hele substraat overgroeid is. In Engeland wordt deze soort veel gevonden in modderige estuaria en havens, op plaatsen waar het zoutgehalte variabel kan zijn en een matig tot sterke stroming staat. | | 134296 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Roze slijmspons
Myxilla rosacea
|
Roze slijmspons
Myxilla rosacea
Mariene spons. Grote vuilroze of gelige spons met een bloemkoolachtig oppervlak. Onregelmatig, lijkt soms op een rafelige broodspons. Bolvormige exemplaren kunnen tot 30 cm in diameter worden. Kan een grote hoeveelheid slijm produceren. Gevonden in Zeeland in de Oosterschelde en de Noordzee.
Item 1 of 0
| Roze slijmspons | Myxilla rosacea | | Mariene spons. Grote vuilroze of gelige spons met een bloemkoolachtig oppervlak. Onregelmatig, lijkt soms op een rafelige broodspons. Bolvormige exemplaren kunnen tot 30 cm in diameter worden. Kan een grote hoeveelheid slijm produceren. Gevonden in Zeeland in de Oosterschelde en de Noordzee. | Afmetingen: Bolvormige exemplaren tot 30 cm in diameter. Soms zijn alleen uitstulpingen te zien.
Kleur: Vuilroze of gelig.
Vorm: Bol, bloemkoolachtig. Een zacht kwtsbaar oppelvlak.
Spicula: Naalden aan de ene kant afgerond, aan de andere kant puntig, 150 um. Veel stekeltjes op de naalden. Ook even lange dunnere naalden met drie- of vierpuntige uiteinden. Veel kleinere (+- 20 um) 'dubbele ankertjes' en ronde haakjes. | | Middellandse Zee, West Afrika en Atlantische kust van Europa tot Zuid Noorwegen. In Nederland voor het eerst in 2007 in Zeeland in de Oosterschelde aangetroffen. Daarvoor al wel bekend uit de Noordzee. | Op plaatsen met stroming op of tussen hard substraat. | | 169488 | Nederland | Zoutwater | MOO |