Adderzeenaald
Entelurus aequoreus
|
Adderzeenaald
Entelurus aequoreus
Mariene vis. Langwerpig, met een stug, slangachtig lichaam zonder schubben, maar verstevigd door uitwendige, uit beenachtig materiaal bestaande plaatjes en ringen. Mannetjes tot 40 cm, vrouwtjes tot 65 cm. Lichtbruin tot geelbruin, bovenop aan de voorzijde vaak wat donkerder. Voor en achter de ogen loopt een horizontale donkere streep. Aan de zijkanten met donker omrande, licht zilverblauwe, verticale streepjes. Kop met een lange, rechte, buisvormige snuit en een kleine eindstandige mond. Snuit langer dan de halve koplengte. Bij volwassen dieren is alleen een rugvin aanwezig, grotendeels gelegen vóór de anaalopening. Staart klein, met alleen enkele staartvinstralen. Schaars tot zeldzaam tussen wier.
Item 1 of 0
| Adderzeenaald | Entelurus aequoreus | | Mariene vis. Langwerpig, met een stug, slangachtig lichaam zonder schubben, maar verstevigd door uitwendige, uit beenachtig materiaal bestaande plaatjes en ringen. Mannetjes tot 40 cm, vrouwtjes tot 65 cm. Lichtbruin tot geelbruin, bovenop aan de voorzijde vaak wat donkerder. Voor en achter de ogen loopt een horizontale donkere streep. Aan de zijkanten met donker omrande, licht zilverblauwe, verticale streepjes. Kop met een lange, rechte, buisvormige snuit en een kleine eindstandige mond. Snuit langer dan de halve koplengte. Bij volwassen dieren is alleen een rugvin aanwezig, grotendeels gelegen vóór de anaalopening. Staart klein, met alleen enkele staartvinstralen. Schaars tot zeldzaam tussen wier.
| Afmetingen: Lengte 40 (tot 65) cm.
Kleur: Licht geelbruin tot olijfgroen met blauw iriserende dwarsstreepjes op de flanken. Over de snuit, voor en achter de ogen, loopt een horizontale donkere, vaak oranje lengtestreep.
Vorm: Het lichaam heeft geen schubben, maar wordt verstevigd door uitwendige, uit beenachtig materiaal bestaande plaatjes en ringen (28-31 ringen vóór de anaalopening, 60-70 ringen daarachter). De staart is lang en spits, zonder echte staartvin, er zijn alleen enkele staartvinstralen aanwezig. De kop heeft een lange, rechte, buisvormige snuit en een kleine eindstandige mond. De snuit is langer dan de halve koplengte. Rugvin grotendeels vóór de anaalopening gelegen.
Vinnen: Geen borstvinnen en anaalvin, achteraan een onduidelijke rugvin. (Borstvinnen zijn wel aanwezig bij zeer jonge dieren). De staart heeft alleen een klein vinnetje met slechts enkele (4-6) vinstralen. De staart wordt net als bij zeepaardjes vaak gebruikt om zich mee vast te houden.
Status: bedreigd (rode lijst)
| | Noordoost-Atlantische Oceaan, IJsland, Noorwegen, Scandinavië, Oostzee, Noordzee. Atlantische kust tot Portugal, maar ook bekend van de Azoren. In Nederland in lage aantallen in de kustzone. Regelmatig waargenomen, maar schaars tot zeldzaam. De soort staat als bedreigd op de Rode Lijst.
Waarnemingen adderzeenaald:
- Waarneming.nl: Adderzeenaald.
- Verspreidingsatlas.nl: Adderzeenaald.
- Telmee.nl: Adderzeenaald.
| Adderzeenaalden leven vaak tussen bruinwieren en in zeegrasvelden, maar kunnen ook in volle zee worden aangetroffen. Op diepten tussen ca 5 en 100 m. Het voedsel bestaat uit kleine kreeftachtigen, maar ook vaak uit viseieren, die met de muil worden opgezogen. Paaitijd in juni-juli. Het vrouwtje legt dan 400-1000 eieren en brengt die onder bij verschillende mannetjes. Deze dragen de eieren met zich mee en nemen daarmee de verdere broedzorg op zich. Er is bij deze soort geen echte broedbuidel aanwezig. De eieren worden vastgekleefd in plooien aan de buikwand.
| | 127379
| Nederland | Zoutwater | MOO |
Grote zeenaald
Syngnathus acus
|
Grote zeenaald
Syngnathus acus
Zeevis. Tot 50 cm. Vis met een zeer langgerekt lichaam. Grijsachtig,
bruingroen, met een patroon van donkere en lichte banden. De huid
bestaat uit harde beenplaten. De kop is lang met een kleine,
naar boven staande, buisvormige bek. Borstvinnen en
staartvin klein, maar aanwezig. Rugvin klein maar
kenmerkend zichtbaar bij zwemmende exemplaren. Noordzee en kustwateren, langs de Nederlandse kust algemeen, met name in zeegaten.
Item 1 of 0
| Grote zeenaald | Syngnathus acus | | Zeevis. Tot 50 cm. Vis met een zeer langgerekt lichaam. Grijsachtig,
bruingroen, met een patroon van donkere en lichte banden. De huid
bestaat uit harde beenplaten. De kop is lang met een kleine,
naar boven staande, buisvormige bek. Borstvinnen en
staartvin klein, maar aanwezig. Rugvin klein maar
kenmerkend zichtbaar bij zwemmende exemplaren. Noordzee en kustwateren, langs de Nederlandse kust algemeen, met name in zeegaten. | Afmetingen: Tot 50 centimeter lengte.
Kleur: Grijsachtig, bruin of groenachtig, met een patroon van donkere en lichte banden.
Vorm: De Grote Zeenaald heeft een langgerekt uiterlijk. De huid is hard en
bestaat uit beenplaten, in dwarsdoorsnede zou een markante achthoek te zien zijn. De kop is lang met een kleine,
naar boven staande bek.
Vinnen: Borstvinnen en staartvin klein, maar aanwezig. Rugvin verhoudingsgewijs klein maar kenmerkend zichtbaar bij zwemmende exemplaren. | | Noordoost-Atlantische Oceaan, Oostzee (deels), Noordzee tot een diepte van ca. 50 meter.
Langs de Nederlandse kust algemeen, vooral in zeegaten. | De Grote Zeenaald kan gevonden worden op zand- en modderbodems, tussen stenen en grote wieren. De dieren leven tussen zeewier en mosdiertjes. Paaitijd in
voorjaar en zomer. Het vrouwtje zet tot ca. 400 eieren af, die ze deponeert in de
broedbuidel van (meerdere) mannetjes. De mannetjes zorgen verder voor de ontwikkelende eieren en larven (broedzorg). Het voedel van Zeenaalden bestaat uit kleine kreeftachtigen en vislarven, die ze met de buisvormige bek opzuigen. | | 127387 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Kleine zeenaald
Syngnathus rostellatus
|
Kleine zeenaald
Syngnathus rostellatus
Zeevis. (Ook in brakwater). Tot maximaal 17 cm, meestal ca 10 cm. Karakteristiek bij de kleine zeenaald is dat de snuit korter dan de helft van de kop is (gemeten vanaf het kieuwdeksel). Zeer slanke,
langgerekte vis met buisvormige snuit. Donkerbruin met onduidelijke
vlekken, buik crème. Vaak een donker vlekje
voor de ogen. Het lichaam is bedekt met een
harde huid bestaande uit beenplaten. Op de rug alleen een enkele vlagvormige rugvin, de
staart vormt een relatief klein waaiertje.
Item 1 of 0
| Kleine zeenaald | Syngnathus rostellatus | | Zeevis. (Ook in brakwater). Tot maximaal 17 cm, meestal ca 10 cm. Karakteristiek bij de kleine zeenaald is dat de snuit korter dan de helft van de kop is (gemeten vanaf het kieuwdeksel). Zeer slanke,
langgerekte vis met buisvormige snuit. Donkerbruin met onduidelijke
vlekken, buik crème. Vaak een donker vlekje
voor de ogen. Het lichaam is bedekt met een
harde huid bestaande uit beenplaten. Op de rug alleen een enkele vlagvormige rugvin, de
staart vormt een relatief klein waaiertje. | Afmetingen: tot 17 cm.
Kleur: Over het algemeen donkerbruin met onduidelijke
vlekken, de buik is crème kleurig. In veel gevallen is een donker vlekje
voor de ogen aanwezig.
Vorm: zeer slanke,
langgerekte vis met een buisvormig snuitje. Ze zijn voorzien van een
harde, beenplaten huid.
Vinnen: Op de rug staat een vlagvormige rugvin en aan de
staart een relatief klein waaiervormig staartvinnetje.
Overig: Geen uitstulping en dergelijke op het lichaam. | | | Kleine Zeenaalden leven in ondiep water tussen wiervelden en stenen, maar ook op zandbodems. Ze kunnen tegen zoet en brak water. | | 127389 | Nederland | Zoutwater | MOO|KOR |