Brakwaterpok
Balanus improvisus

|
Brakwaterpok
Balanus improvisus
Zeepok (marien en brak water). Exoot. Tot 10 mm, (diam. 15 mm).
Crémewit, wit. Flappen tussen de bovenste en onderste twee sluitplaten bij levend dier met
witte en paarse spikkeltjes. Samengedrukt conisch. Wandplaten opvallend, onregelmatig geribbeld en goed op elkaar aansluitend. Zijflappen nauwelijks zichtbaar en diep gelegen. Sluitplaten met vier onduidelijke spitsen met een grote zijdelingse insnijding. Bodem
vliezig, onopvallend. In een smalle litorale zone in brakwatergebieden, algemeen.
Item 1 of 0
| Brakwaterpok | Balanus improvisus | | Zeepok (marien en brak water). Exoot. Tot 10 mm, (diam. 15 mm).
Crémewit, wit. Flappen tussen de bovenste en onderste twee sluitplaten bij levend dier met
witte en paarse spikkeltjes. Samengedrukt conisch. Wandplaten opvallend, onregelmatig geribbeld en goed op elkaar aansluitend. Zijflappen nauwelijks zichtbaar en diep gelegen. Sluitplaten met vier onduidelijke spitsen met een grote zijdelingse insnijding. Bodem
vliezig, onopvallend. In een smalle litorale zone in brakwatergebieden, algemeen. | Afmetingen: H tot 10 mm, diameter 15 mm.
Kleur: Crémewit, tot grijswit, vaak met begroeiing. De flappen tussen de bovenste en onderste twee sluitplaten zijn gevlekt met witte en paarse spikkeltjes.
Vorm: Breder dan hoog, samengedrukt conisch. De wandplaten zijn groot en opvallend en sluiten nagenoeg op elkaar aan. Ze zijn onregelmatig geribbeld. De inwendige kanaaltjes zijn met kalk opgevuld. Zijflappen nauwelijks zichtbaar en diep liggend. Sluitplaten: vier onduidelijke spitsen met een grote zijdelingse insnijding. Bodem vliezig, onopvallend, lijkt afwezig. | | Algemeen in Nederland, zij het in een smalle zone. De soort was in het bijzonder algemeen in de voormalige Zuiderzee en komt tegenwoordig nog voor in het Noordzeekanaal en in andere brakwatergebieden. | Op stenen in het litoraal en sublitoraal in brakwatergebieden. | | x | Nederland | Brakwater | MOO|LIMP|SETL |
Gewone eendenmossel
Lepas anatifera

|
Gewone eendenmossel
Lepas anatifera
Kreeftachtigen met het uiterlijk van schelpdieren. Ze leven vastgehecht op hard substraat. Aan het uiteinde van een dikke en lange
rubberachtige steel zit het
lichaam in een driehoekig omhulsel, bestaand uit meerdere schelpplaatjes,
waaruit gebogen vangarmen komen. Schelpen blauwgrijs, glad, met alleen
groeilijnen. Regelmatig aanspoelend, vastgehecht op drijvende
voorwerpen.
Item 1 of 0
| Gewone eendenmossel | Lepas anatifera | | Kreeftachtigen met het uiterlijk van schelpdieren. Ze leven vastgehecht op hard substraat. Aan het uiteinde van een dikke en lange
rubberachtige steel zit het
lichaam in een driehoekig omhulsel, bestaand uit meerdere schelpplaatjes,
waaruit gebogen vangarmen komen. Schelpen blauwgrijs, glad, met alleen
groeilijnen. Regelmatig aanspoelend, vastgehecht op drijvende
voorwerpen. | Afmetingen: De dikke rubberachtige bruine steel waarmee eendenmossels aan substraat vastzitten, kan 5-25 cm lang worden - zelden tot 75 cm. Het driehoekige omhulsel van schelpplaatjes die het lichaam (capitulum) omgeven wordt circa 2-5 cm groot (zelden nog groter).
Kleur: De steel is donkerbruin. De 5 schelpplaatjes zijn grijswit tot lichtblauw. Rondom zit vaak een roodbruin randje. De vangarmen zijn grijsbruin of meer zwartbruin.
Schelpplaatjes/schildjes: glad, met vrij duidelijke groeilijnen. In totaal 5 schelpplaatjes (2
grotere, 3 kleinere).
Poten: Uit de schelpplaatjes komen 12 gebogen vliezige, uitwaaierende vangarmen (cirri).
Overig: Hoewel eendenmossels op tweekleppige schelpdieren (Mollusca-weekdieren) lijken, zijn het kreeftachtigen die het meest verwant zijn aan zeepokken. | | West- en Zuid-Europese kust, vastgehecht op hard substraat. Spoelt regelmatig op alle Europese kusten aan, op drijvende voorwerpen
als hout, plastic, piepschuim e.d. In Nederland regelmatig te vinden in
de vloedlijn. | Leeft vastgehecht aan hard substraat. Het voedsel bestaat uit algen die ze met de lange vangarmen uit het water filteren. | | 733346 | Nederland | Zoutwater | |
Gewone zeepok
Semibalanus balanoides

|
Gewone zeepok
Semibalanus balanoides
Zeepok. Tot 18 mm. De karakteristieke lijn dwars over de sluitplaten is trapvormig, met rechte hoeken. Bodem geen kalk. In het midden van het intergetijdengebied op plaatsen met meer golfslag, meestal hoger op de dijk.
Item 1 of 0
| Gewone zeepok | Semibalanus balanoides | | Zeepok. Tot 18 mm. De karakteristieke lijn dwars over de sluitplaten is trapvormig, met rechte hoeken. Bodem geen kalk. In het midden van het intergetijdengebied op plaatsen met meer golfslag, meestal hoger op de dijk. | | | | | | 106210 | Nederland | Zoutwater | MOO|LIMP |
Krabbezakje
Sacculina carcini

|
Krabbezakje
Sacculina carcini
Item 1 of 0
| Krabbezakje | Sacculina carcini | | | | | | | | 134805 | Nederland | Zoutwater | MOO|SETL |
Nieuw-Zeelandse zeepok
Austrominius modestus

|
Nieuw-Zeelandse zeepok
Austrominius modestus
Marien en brak water soort. Herkenbaar aan de regelmatige stervorm, vooral duidelijk bij kleine tot middelmatig grote individuen.
Item 1 of 0
| Nieuw-Zeelandse zeepok | Austrominius modestus | | Marien en brak water soort. Herkenbaar aan de regelmatige stervorm, vooral duidelijk bij kleine tot middelmatig grote individuen. | | | | | | 712167 | Nederland | Zoutwater | MOO|SETL |
Pacifische zeepok
Balanus glandula

|
Pacifische zeepok
Balanus glandula
Net als veel andere zeepokken kleine 'vulkaantjes' met harde schelpachtige kalkplaatjes. Tot 22 mm. Bij losmaken blijkt er geen verkalkte bodemplaat te zijn. In de wandplaten zijn nauwelijks holtes aanwezig.
Item 1 of 0
| Pacifische zeepok | Balanus glandula | | Net als veel andere zeepokken kleine 'vulkaantjes' met harde schelpachtige kalkplaatjes. Tot 22 mm. Bij losmaken blijkt er geen verkalkte bodemplaat te zijn. In de wandplaten zijn nauwelijks holtes aanwezig.
| Afmetingen: Tot 22 mm. Vaak robuuster dan andere zeepokken.
Vorm: De Pacifische zeepok lijkt op andere witte zeepokken van gemiddelde afmetingen. Het zijn net verkalkte vulkaantjes.
Wandplaatjes: De kalkschaal bestaat uit zes wand- of muurplaten en een basisplaat of onderkant waarmee ze vastzitten. Vier kleine, wat puntig of snavelvormig aandoende kalkplaatjes – twee terga en twee scuta – sluiten de bovenkant af. De wandplaatjes kunnen glad of geribbeld zijn, maar er zijn niet of nauwelijks holtes in de wandplaten. Er zijn wel opvallende richels aan de binnenzijde.
Bodemplaat: De Pacifische zeepok heeft wél een verkalkte bodemplaat (losmaken om dat te zien).
(O.a. de Gewone zeepok heeft géén verkalkte bodemplaat).
| | De Pacifische zeepok (Balanus glandula) werd door Darwin beschreven uit het kustgebied van Baja California (Mexico). De natuurlijke verspreiding omvat de kusten van de noordoostelijke Stille Oceaan, tot Alaska. Inmiddels heeft deze zeepok met succes de kusten van Argentinië, Japan en Zuid-Afrika gekoloniseerd en werd ook de Europese kust bereikt. Europese exemplaren werden voor het eerst met zekerheid gevonden en herkend in 2015-2016 in België. Zowel. voorkomend op boeien en scheepswanden, als op havenmuren en strandhoofden. In oktober en november 2017 langs de hele Belgische kustlijn gevonden, evenals langs de Nederlandse kust (Cadzand). Op 23 april 2018 ook aangetroffen in de veerhaven van Breskens en bij Zoutelande. Vermoedelijk inmiddels langs een groot deel van de Nederlandse kust aanwezig en algemeen.
Mogelijk zijn dieren geïntroduceerd als biofouling aan scheepswanden, of als larven in ballastwater van schepen. De Pacifische zeepok leeft met name in het midden van de getijdenzone. De gelijkende Gekartelde zeepokken leeft vooral laag in de getijdenzone en onder de laagwaterlijn. Maar beiden kunnen ook door elkaar voorkomen. De Brakwaterpok (Amphibalanus improvisus) die ook sterk op de nieuwkomer lijkt, leeft gewoonlijk in brakker water.
| De Pacifische zeepok leeft op rotsen en ander hard substraat in de middelste en hogere intergetijdenzone. De dieren kunnen onder zeer uiteenlopende milieuomstandigheden overleven, zowel op aan de golven blootgestelde kliffen als in beschutte baaien. De soort gedijt ook in wateren met een slechte circulatie en in water met een laag zoutgehalte (brak water) en is bestand tegen lange perioden van uitdroging. Deze invasieve soort wordt vaak groter en fysiek robuuster dan andere inheemse zeepokkensoorten. Samen met het grote voortplantingsvermogen en het voor deze exoot zeer geschikte klimaat van Noordwest-Europa, bevordert dit de verspreiding en het kolonisatiesucces in Europa. Aangenomen mag worden dat de Pacifische zeepok gaat concurreren met andere zeepokken uit het intergetijdengebied. Dit kan leiden tot een verandering in de lokale zeepokkenbiodiversiteit en de biodiversiteit in de hele zuidelijke Noordzee.
| | | Nederland | Zoutwater | MOO, SMP, LIMP |
Ruwe eendenmossel
Lepas pectinata

|
Ruwe eendenmossel
Lepas pectinata
Kreeftachtige omhuld door schelpplaatjes. Zit met een rubberachtige steel vastgehecht aan hard substraat (drijvende voorwerpen). In verhouding kleine soort met fragiele, geribde schelpplaatjes. Hoogstens 1,5 cm. De schelpplaatjes die het lichaam omgeven zijn spits-driehoekig en grijsgeel met
duidelijke rechte of meer golvende dwarsribben en lengteplooien.
Zeldzaam. Soms op hout, kurk of ander drijvend materiaal (o.a. op
inktvis-rugschilden).
Item 1 of 0
| Ruwe eendenmossel | Lepas pectinata | | Kreeftachtige omhuld door schelpplaatjes. Zit met een rubberachtige steel vastgehecht aan hard substraat (drijvende voorwerpen). In verhouding kleine soort met fragiele, geribde schelpplaatjes. Hoogstens 1,5 cm. De schelpplaatjes die het lichaam omgeven zijn spits-driehoekig en grijsgeel met
duidelijke rechte of meer golvende dwarsribben en lengteplooien.
Zeldzaam. Soms op hout, kurk of ander drijvend materiaal (o.a. op
inktvis-rugschilden). | Zie voor de algemene kenmerken van Eendenmossels bij Lepas anatifera (Gewone Eendenmossel).
Afmetingen: Schelpplaatjes hoogstens 1,5 cm. Steel hoogstens enkele cm lang.
Kleur: Grijsgeel.
Schelpplaatjes/schildjes: spits driehoekig, met duidelijke rechte of meer golvende
dwarsribben en lengteplooien.
Poten: 12 gebogen vliezige, uitwaaierende vangarmen (cirri). | | Atlantische Oceaan en Zuid-Europese kusten. Een zuidelijke soort. Op de Nederlandse kust slechts zelden aanspoelend vastgehecht op hout of ander
drijvend materiaal. O.a. meermalen gevonden op -fragmenten van- inktvis-rugschilden. | Leeft vastgehecht aan hard substraat (meestal drijvende voorwerpen). Het voedsel bestaat uit algen die ze met de lange vangarmen uit het water filteren.
| | 733358 | Nederland | Zoutwater | |