bron: natuurbericht.nl
Deze zomer hebben sportduikers in de Oosterschelde een nieuwe en daarmee de 58ste Nederlandse soort zeenaaktslak aangetroffen. Het betreft Aeolidiella sanguinea, waarvoor hier als Nederlandse naam "Verborgen vlokslak” wordt voorgesteld. Deze Nederlandse naam komt van het feit dat de slak overdag inactief is, zich verstopt onder stenen en grotere schelpen en pas ’s nachts actief wordt. Daardoor zijn de dieren voor sportduikers zeer lastig waar te nemen. Deze soort is vooral te herkennen aan de combinatie van een aantal anatomische kenmerken en de vorm van het eisnoer.
Sportduikers troffen in de tweede helft van juni 2014, tijdens meerdere duiken in de noordwestelijke Oosterschelde, de eerste Nederlandse exemplaren aan van de Verborgen vlokslak, Aeolidiella sanguinea (Norman, 1877), samen met de eisnoeren van deze zeenaaktslak. Eind september werd in dezelfde omgeving, bij Burghsluis, weer een exemplaar met het karakteristieke eisnoer gevonden.
Verborgen vlokslak met eisnoer, juni 2014, Oosterschelde (foto: Stichting ANEMOON)
De meest opvallende kenmerken van de Verborgen vlokslak zijn: korte cerata (de papillen op de rug) die in herkenbare kammen zijn geplaatst en aan de voorzijde doorlopen in een cluster van steeds kleiner wordende papillen. Alle uitsteeksels op de kop en de cerata hebben op de uiteinden witte pigmentvlekken. De kleur van de dieren kan, afhankelijk van de geconsumeerde voedselsoorten, variëren van roodoranje tot bruin of groenbruin. De ogen zijn duidelijk zichtbaar aan de basis van de rhinoforiën, de tentakels die boven op de kop staan. Maar het zijn vooral de eisnoeren die deze soort relatief eenvoudig herkenbaar maken. Ze vormen een dunne draad met veel breuken die in een meer of minder slordige spiraal of soms zelfs een kluwen wordt afgezet. Het voedsel van de Verborgen vlokslak bestaat uit diverse soorten kleine zeeanemonen, zoals de Gewone slibanemoon.
Verborgen vlokslakken met eisnoer, juni 2014, Oosterschelde (foto: Peter H van Bragt)
Deze soort staat bekend als een overdag inactieve zeenaaktslak. Het dier leeft verscholen onder stenen en schelpen, waar ook de eisnoeren worden afgezet. Pas ’s nachts worden de dieren actief. Omdat er in de Oosterschelde weinig nachtduiken worden gemaakt is de kans een exemplaar van deze soort tijdens een duik aan te treffen beperkt. Die kans is ook klein omdat we vanwege het beperkt aantal waarnemingen voorlopig alleen maar kunnen vaststellen dat het hier nu nog een zeer schaars voorkomende soort is. Alle waarnemingen komen uit de westelijke Oosterschelde, waar deze in verbinding staat met de Noordzee. Het is een indicatie dat de Verborgen vlokslak op eigen kracht vanuit de West-Europese kust, via de Noordzee hier terecht is gekomen. De soort lijkt daarmee sterk stromend getijdewater niet te schuwen.
Verborgen vlokslak met eisnoer, september 2014, Oosterschelde (foto: Peter H van Bragt)
De Verborgen vlokslak lijkt sterk op twee andere Aeolidiella soorten die ook in de Nederlandse kustwateren aangetroffen worden: de Kleine vlokslak, Aeolidiella glauca,en de Gekraagde vlokslak, Aeolidiella alderi. In het veld, dat wil zeggen, onder de oppervlakte van het zilte water, zijn deze drie soorten zeer lastig van elkaar te onderscheiden. Maar zo gauw bij de dieren de karakteristieke eisnoeren worden aangetroffen maakt dit de determinatie van de soorten een stuk eenvoudiger.
Van boven naar beneden: Verborgen, Kleine en Gekraagde vlokslak, 2014, Oosterschelde (foto’s: Peter H van Bragt)
De algemeen voorkomende Kleine vlokslak heeft cerata, die relatief langer zijn dan bij de Verborgen vlokslak. Ze staan ook in minder herkenbare kammen op de rug en lopen, steeds kleiner wordend, in een cluster op de voorzijde van de rug door. De Kleine vlokslak heeft de volgende onderscheidende kenmerken: een lijn van pigmentvlekjes op de rand van de voet die opvallend aan de zijkanten uitsteekt. Op de cerata staan talrijke kleine pigmentvlekken. Het eisnoer wordt in een dunne draad met weinig breuken in een meer geordende linksdraaiende spiraal afgezet. In tegenstelling tot de Verborgen vlokslak is de Kleine vlokslak overdag actief en daardoor door sportduikers eenvoudig, vaak in de late lente en zomer, waar te nemen. De Kleine vlokslak wordt meestal aangetroffen in gebieden met weinig of geen stroming.Op de rug van de Gekraagde vlokslak staan vooraan twee kammen met grote lange papillen die in vergelijking met de achterliggende cerata opvallend licht gekleurd zijn en daardoor een karakteristieke kraag vormen. Het eisnoer heeft een onmiskenbare vorm. het is een ingewikkelde spiraal met grote eitjes die min of meer in twee rijen gerangschikt zijn. De tot nu toe in de Oosterschelde aangetroffen exemplaren zaten nagenoeg ook bijna allemaal verborgen onder stenen en oesterschelpen. Dit is een indicatie dat deze soort mogelijk ook overdag inactief en ’s nachts actief is. Gezien de nu bekende vindplaatsen op de Nederlandse kust lijkt de soort ook een voorkeur voor sterk stromend getijdewater te hebben.Alle drie hier genoemde kleinere soorten vlokslakken consumeren dezelfde soorten kleine zeeanemonen, zoals de Gewone slibanemoon, Golfbrekeranemoon, e.d.. Ze komen voor in het intergetijdegebied tot vlak onder de laagwaterlijn. De Kleine vlokslak komt ook op grotere diepte voor.
Tekst en foto’s: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON
Met dank aan Marco Faasse en Floor Driessen die met hun discussies een waardevolle bijdrage hebben geleverd aan de identificatie van deze nieuwe Nederlandse soort zeenaaktslak.
Addendum
Bij stichting ANEMOON is er geen overeenstemming dat het om de soort Aeolidiella sanguinea gaat, maar dat de soort naar aller waarschijnlijkheid de kleine vlokslak Aeolidiella glauca betreft. Naast deze soort zijn ook de twee soorten Doto cf maculata en Doto cf sarsiae niet met zekerheid geïdentificeerd. Tenslotte blijkt de soort geïdentificeerd als Eubranchus cf tricolor de Gezwollen knuppelslak, Eubranchus farrani te zijn (Gittenberger et al., 2011). Dit maakt dat in Nederland op dit moment 54 soorten zeenaaktslakken voorkomen.