Niels Schrieken posted on juni 22, 2014 17:05
bron: natuurbericht.nl
De Lobjesspons werd voor het eerst in 2006 op de Nederlandse kust bij Neeltje Jans, in de monding van de Oosterschelde, aangetroffen. Tot recent bleef het hier een schaarse tot zeldzame soort. Dit jaar is de spons echter aan een opmerkelijke opmars begonnen. Lokaal komt de soort nu algemeen voor in het zuidwestelijke Grevelingenmeer. Er zijn ook meerdere kolonies in de monding van de Oosterschelde aangetroffen. Mogelijk profiteert deze soort van de relatief warme winter die we gehad hebben.
De Lobjesspons Oscarella rubra is een zoutwaterspons die bekend is van onder andere het Arctische gebied, de West-Europese kust, de Middellandse Zee, de Azoren en de Britse eilanden. De eerste Nederlandse waarneming is van 2006 op Neeltje Jans, in de monding van de Oosterschelde. Daarna zijn slechts enkele waarnemingen gemeld uit onder andere de centrale Oosterschelde bij Zierikzee. Tot aan dit voorjaar bleef het een zeldzame verschijning in onze kustwateren. Daar is nu een zeer opmerkelijke verandering in gekomen.
Opmerkelijke massale vestiging van de Lobjesspons in het Grevelingenmeer, 2014 (foto: Peter H van Bragt)
In het Grevelingenmeer, tussen Den Osse en Scharendijke komt de soort nu plotseling algemeen voor op een diepte van circa 5 tot 16 meter. Ook zijn er de afgelopen weken meerdere exemplaren aangetroffen op Neeltje Jans en de noordwestelijke Oosterschelde vanaf vlak boven de laagwaterlijn tot ongeveer 10 meter diepte. Op de Britse eilanden wordt de soort tot op een diepte van 300 meter aangetroffen. Deze waarnemingen maken het aannemelijk dat deze soort mogelijk ook elders op tenminste de zuidelijke Nederlandse kust voorkomt. Waarom de Lobjesspons zich nu algemeen aan het het vestigen is, kunnen we niet verklaren. Mogelijk heeft de recente warme winter een positief effect gehad op een zeer succesvolle voortplanting.
"Druipende" Lobjesspons aan onderzijde van een steen, Grevelingenmeer, 2014 (foto: Peter H van Bragt)
De Lobjesspons is een korstvormige spons met een dikte van slechts enkele centimeters en een breedte van niet meer dan circa 20 centimeter. De soort dankt zijn naam aan zijn wrattige uiterlijk: het oppervlak wordt gevormd door talloze kleine lobjes met een diameter van maximaal een centimeter, maar meestal zijn ze veel kleiner. De kleur van de meeste in Nederlandse kustwateren aangetroffen exemplaren is monochroom, éénkleurig, en varieert van licht geelbruin tot fel oranje. De soort kan echter ook donkerrood of anders gekleurd zijn. Een ander karakteristiek kenmerk is dat de soort vaak wordt aangetroffen op de onderkant van stenen of oesters. Deze exemplaren kunnen gaan “druipen”, waarbij dikke draadvormige aanhangsels ontstaan waarop ook lobjes zitten.
Detailfoto van een Lobjesspons, Grevelingenmeer, 2014 (foto: Peter H van Bragt)
Over de exacte naamgeving van deze soort bestaat veel verwarring. In de literatuur worden voor de Europese kust twee soorten beschreven, Oscarella lobularis en Oscarella rubra, die tenminste nauw verwant zijn. Mogelijk betreft het zelfs dezelfde soort. Als het al twee soorten zijn dan zijn zij beide tenminste variabel met betrekking tot de externe anatomie en de kleur en kunnen ze veel op elkaar lijken. Sponzen worden gewoonlijk gedetermineerd op basis van de vorm van de naaldjes die een inwendig skelet van de spons vormen. Er zijn echter ook soorten die geen inwendig skelet hebben en daardoor lastig te determineren zijn. Helaas is dat ook het geval bij de Oscarella sp. sponzen. Meer onderzoek, onder andere naar DNA-verwantschappen of DNA-verschillen, kan uitsluitsel geven over de exacte Oscarella soort die zich momenteel algemeen op de Nederlandse kust lijkt te vestigen.
Een geelbruine Lobjesspons. De kleur van de spons is variabel, westelijke Oosterschelde, 2014 (foto: Peter H van Bragt)
Tekst en foto’s: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON
Met dank aan Els Verstraete voor de melding van het nu massaal voorkomen van de Lobjesspons in het Grevelingenmeer.
Addendum
16 juli 2014 Aanvulling op bovenstaand bericht: De auteur van het bericht heeft aanvullende waarnemingen van de Lobjesspons in het zuidwestelijke Grevelingenmeer ontvangen. Marianne Ligthart heeft er op 5-9-2009 ook al Lobjessponzen aangetroffen. Op 5-9-2012 en 24-11-2012 zijn ze al wel massaal hier in het meest zuidwestelijke hoekje gevonden.