Weekdierfauna in het Nederlandse Noordzeegebied sterk veranderd
Bericht uitgegeven door Stichting ANEMOON op woensdag 29 mei 2013
In de loop van de tijd is de Nederlandse weekdierfauna sterk veranderd. Dit blijkt uit het boek "Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied - Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca)", dat op 1 juni gepresenteerd wordt in het Naturalis Biodiversity Center. In het Nederlandse deel van het Noordzeegebied zijn sinds 1900 maar liefst 255 verschillende soorten zeeweekdieren (ofwel schelpdieren) levend aangetroffen. Twintig hiervan, bijvoorbeeld de Zuiderzee-schijfslak, zijn na 1985 niet meer gezien. Er werden echter ook 49 nieuwe soorten gevonden zoals de Amerikaanse zwaardschede en de Japanse oester.
In het boek wordt de situatie voor en na 1985 vergeleken. In totaal werden twintig soorten na 1985 niet meer teruggevonden, terwijl er 49 nieuwe soorten weekdieren in Nederland gevonden zijn. Onder de nieuwe soorten zijn twintig kleurrijke zeenaaktslakken die sportduikers ontdekt hebben, vijf exoten die vermoedelijk in Nederland zijn terechtgekomen met materiaal voor de schelpdiercultuur of ballastwater in schepen, en enkele soorten die hun areaal hebben uitgebreid vanuit het zuiden. Het meest opvallend zijn de snelle opmars van de Amerikaanse zwaardschede (jaren ‘80), de Japanse oester (jaren ‘90) en recent de Otterschelp, de Filippijnse tapijtschelp en de Gevlochten fuikhoren. Wie wel eens langs de kust loopt, heeft ze ongetwijfeld zien liggen.
Voorbeelden van zeeweekdieren die zich snel over Nederland verspreid hebben. De eerste drie zijn exoten. V.l.n.r.: Japanse oester, Amerikaanse zwaardschede, Filippijnse tapijtschelp, gevlochten fuikhoren (foto’s: Sylvia van Leeuwen, Peter van Bragt, Dennis de Leeuw)
Als soorten verdwijnen of afnemen, valt dat minder snel op. Zeker is dat de Zuiderzee-schijfslak uit Nederland verdween door aanleg van de Afsluitdijk. Ook het Vliezig drijfhorentje en het Scheefhorentje zijn in Nederland uitgestorven. Deze slakjes leefden in zeegras, waarvan in Nederland nog maar heel weinig over is.
Uit de atlas blijkt verder dat grote, langlevende soorten in de Noordzee sterk in aantal zijn afgenomen. Het gaat bijvoorbeeld om de Noordkromp (het oudste dier ter wereld!), Noordhoren, Slanke noordhoren, Wulk en Pelikaansvoet. Deze schelpdieren hebben te lijden onder de boomkorvisserij en sommige soorten werden minder vruchtbaar door het gebruik van aangroeiwerende middelen (TBT) op schepen. Deze toepassing van TBT is tegenwoordig verboden, maar de stof breekt niet snel af en zit nog steeds in het zeewater. Ook twaalf soorten van brak water en kwelders zijn sterk achteruit gegaan. Hun leefgebied is vooral afgenomen door de aanleg van dijken en de Deltawerken. Deze dijken en dammen vormen een abrupte scheiding tussen de zee en het land en binnenwateren, waardoor gebieden met speciale overgangsmilieus (van zout naar zoet en van zee naar land) afnamen. Voorbeelden van soorten uit zulke gebieden zijn Muizenoortjes, Brakwaterkokkel, Brakwatermossel, Kwelderslak en Grays kustslak.
Langlevende soorten. V.l.n.r.: Noordkromp, Wulk, Slanke noordhoren. De Noordkromp is het oudste dier ter wereld en kan honderden jaren oud worden. Grote huisjesslakken kunnen een leeftijd van 15 tot 50 jaar bereiken. In het Nederlandse deel van de Noordzee zijn hun aantallen sterk afgenomen, vermoedelijk als gevolg van beschadiging door de boomkorvisserij en of het gebruik van TBT. (foto’s: Rob Witbaart, Janny Bosma, Peter van Bragt)
Minder bekend en zorgwekkend is dat ook diverse "gewone" inheemse tweekleppige schelpdieren in de Noordzee duidelijk achteruit zijn gegaan. Het gaat bijvoorbeeld om inheemse Ensis-soorten, vier soorten strandschelpen, de Venusschelp, de Tere en Rechtsgestreepte platschelp en de Afgeknotte gaper. Ze komen nog steeds in de Noordzee voor, maar worden minder vaak gevonden dan voor 1985. De oorzaak daarvan is niet bekend.
Voorbeelden van algemene soorten tweekleppige schelpdieren die in het Nederlandse de Noordzee zijn afgenomen. V.l.n.r.: Venusschelp, Rechtsgestreepte platschelp, Grote strandschelp (figuren: Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied, foto’s: Rykel de Bruyne, A. Gmelig Meyling Sr.)
Grote variatie aan soorten en leefgebieden
Onder het zeeoppervlak gaat een grote variatie aan leefgebieden schuil, waarin elke diersoort een specifieke plek heeft. Dat geldt niet alleen voor de tropische zeeën met hun prachtige onderwaterleven, maar ook voor onze ‘eigen’ zoute en brakke wateren. Nederlandse gebieden met een gevarieerde en bijzondere weekdierfauna zijn de Oosterschelde, Voordelta, Klaverbank, Doggersbank en Oestergronden. In de Waddenzee is de variatie van soorten kleiner, maar door de hoge aantallen en het ondiepe water zijn de schelpdieren daar een waardevolle voedselbron voor vogels.
De weekdieren behoren tot de meest gevarieerde diergroepen ter wereld. Onder de 255 Nederlandse soorten zijn zes Klassen vertegenwoordigd. De meeste soorten behoren tot de slakken en de tweekleppigen, maar ook inktvissen, keverslakken, een stoottand en een schildvoetige behoren tot de Nederlandse weekdierfauna. Naast bekende voorbeelden zoals Mossel, Wulk en Zeekat leven er in Nederland ook minder bekende soorten zoals Stippelschelpje, Tijgerpels, Priktolhoren, Paarse waaierslak, Goudstipje, Witte pissebedkeverslak, Gladde olifantstand en Kleine achtarm. Deze atlas laat zien dat Nederland prachtige mariene natuur heeft waar we trots op zijn en die de moeite van het behouden waard is.
De atlas
Deze atlas is een uitgave van Tirion Natuur en Stichting ANEMOON. Het is de eerste keer dat volledig in kaart is gebracht welke schelpdieren leven in de Nederlandse zoute en brakke wateren van Nederland. Het boek geeft een compleet overzicht van alle soorten, met afbeeldingen en beschrijvingen van hun uiterlijk, leefwijze en verspreidingsgebied. De verspreidingskaarten hebben betrekking op het hele Nederlandse Continentale Plat (NCP; in totaal anderhalf keer het hele Nederlandse vasteland) en alle kustwateren, inclusief de Delta en de Waddenzee. Eventuele trends en seizoenspatronen zijn samengevat in heldere grafieken en ook aan de bedreigingen en bescherming van weekdieren is ruime aandacht besteed. Vrijwel alle beschikbare gegevens van 18 professionele onderzoeksinstituten en musea en van honderden vrijwilligers zijn in het boek samengebracht en ontsloten. Aan het boek hebben 18 auteurs meegeschreven. Het is rijk geïllustreerd met bijna 1.700 foto's, waarvan veel onderwateropnamen, kaarten en grafieken. Meer informatie over het boek en de wijze van bestellen vindt u op: www.anemoon.org/anm.
Tekst: Sylvia van Leeuwen, Stichting Anemoon
Foto’s: Sylvia van Leeuwen, Peter van Bragt, Dennis de Leeuw, Rob Witbaart, Janny Bosma, Rykel de Bruyne, A. Gmelig Meyling Sr., Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied
Figuren: Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied