Strandaanspoelsel Monitoring Project (SMP)

Het SMP (Strandaanspoelsel Monitoring Project) wordt uitgevoerd door strandwachters. Deze lopen eens in de twee weken of maandelijks een vastgesteld SMP-traject bij laagwater over het strand. Daarbij registeren ze alle aangespoelde organismen of resten daarvan. Het gaat daarbij onder andere over sponzen, kwallen, zeeanemonen, schelpdieren, krabben, mosdiertjes, stekelhuidigen en vissen.
De waargenomen aantallen worden na afloop van de strandwandeling vastgelegd met de SMP-webapp. Sommige strandwachters werken nog met het SMP-formulier (pdf). Het is vaak handig om op het strand je waarnemingen eerst in te vullen op een papieren formulier en deze notities achteraf in te vullen in de webapp.
Dankzij dit project weten we nu veel meer over de populatieveranderingen van de soorten die vlak voor de kust leven.
Interesse?
Heb je interesse om mee te doen met het SMP? Loop dan gerust vrijblijvend een keer mee. Je leert het strand en het aanspoelsel te bekijken zoals je nog nooit gedaan hebt. Stuur een mail naar info@anemoon.org.
Je kunt ook direct contact opnemen met de coördinator van een Strandwachtgroep. De actuele lijst met SMP-coördinatoren en hun e-mail adressen tref je aan in het colofon van Zoekbeeld, het nieuwsblad van Stichting ANEMOON. Kijk voor actuele datums waar en wanneer langs de hoog- en laagwaterlijn gelopen wordt op de activiteiten pagina. (Niet alle SMP-trajecten plaatsen hun inventarisatie-bezoeken op de activiteitenpagina. Mocht het traject van uw keuze niet op de activiteiten-pagina staan, vraag dan om info via de betreffende SMP-coöridinator.
Doelen
De belangrijkste doelstellingen van het landelijke Strandaanspoelsel Moniroring Project zijn:
- Het signaleren van populatieveranderingen van circa 80 mariene soorten uit tal van diergroepen in de nabije kustzone
- Het verkrijgen van ecologische kennis met betrekking tot jaarfluctuaties en seizoensfluctuaties
- Het signaleren van nieuwe diersoorten, waaronder exoten en klimaatschuivers/zuidelijk opschuivers
- Het aandragen van informatie ten behoeve van natuurbeleid en natuurbehoud
- Het vergroten van de kennis, belangstelling en waardering voor de Nederlandse onderwaternatuur bij strand- en Noordzee-minnend Nederland.
Geschiedenis
In 1977 besloten Leidse biologen en andere leden van de Strandwerkgemeenschap wekelijks het strand bij laagwater te onderzoeken op resten van aangespoelde dieren en wieren. De doelstellingen waren ook toen al zoals die hierboven zijn verwoord. Deze groep biologen koos voor een strandtraject van 4 kilometer gelegen tussen Katwijk en Noordwijk. Op 5 november 1977 ging deze 'Strandwacht Katwijk-Noordwijk' van start en tot op de dag van vandaag is deze strandwacht wekelijks actief. Per soort werden de waargenomen aantallen genoteerd op formulieren. Daarbij werd ook steeds genoteerd in welke hoedanigheid de soorten werden aangetroffen. Zo werden schelpen zonder vleesresten, doubletten (linker- en rechterschelp nog met elkaar verbonden) en schelpen met vleesresten apart geteld. Ook fragmenten van krabben, schilden en vervellingshuidjes werden apart geteld. Juist deze methode maakt het mogelijk vers materiaal van oud materiaal te onderscheiden. Doordat rekening wordt gehouden met versheid en vervalstadia zijn recente veranderingen in nabije kustpopulaties veel beter waar te nemen en te volgen.
Vanaf 1988 kwamen er op meerdere plaatsen langs de Nederlandse kust trajecten bij. In 1994 zijn deze ondergebracht in het landelijke Strandaanspoelsel Monitoring Project (SMP). Dankzij dit project wordt een doorlopend beeld verkregen van eventueel in de nabije kustzone optredende populatieveranderingen en seizoenspatronen van vele tientallen in de nabije kustzone levende soorten. Meerdere soorten namen sterk af, andere namen juist spectaculair toe. Van weer andere soorten is het voorkomen een wisselend golfpatroon van komen en gaan. Van onder meer kwallen en ribkwallen werden de seizoenspatronen duidelijk (in welke maanden ze aanspoelen). Een van de vele onderwerpen waarop het onderzoek zich richt, is de vraag hoe en of de patronen in de loop van de tijd veranderen, mogelijk als gevolg van bijvoorbeeld klimaatveranderingen.
Methode
Voorbereidingen
- Download hier het pdf SMP-formulier van het internet. Of gebruik de SMP-webapp
- Lees de toelichting die staat bij het invullen van de formulieren. Voor gebruik van de SMP webapp lees de handleiding
- Vul de gegevens die u steeds moet invullen in op het formulier in en save dit formulier op uw computer
- Vergeet niet determinatietabellen en de Basisgids Strandvondsten mee te nemen
- Let u standaard niet op bepaalde soorten of categorieën, geef dan op het formulier aan op welke soorten en categorieën u niet gaat letten. Plaats daartoe achter de betreffende soorten in de betreffende kolom 'XX'.
De inventarisatie
- Start de inventarisatie één tot een half uur vóór laagwater (afhankelijk van traject).
- Begin het traject bij de laagwaterlijn. Op de terugtocht wordt de vloedlijn onderzocht, omdat dan het water geleidelijk opkomt.
- Probeer de aandacht bij het zoeken zoveel mogelijk over alle soorten op het formulier te verdelen (ook al vindt u de ene soort interessanter dan de andere).
- Bij het schatten van de hoeveelheid aangespoelde materiaal per soort gaat u uit van welke aantallen u zag op een baan van circa 6 meter (circa 3 meter links van u en 3 meter rechts van u.)
- Maak tijdens de wandeling aantekeningen van wat u gezien hebt, of maak gebruik van een geprint formulier waarop u aantallen turft.
- Er zijn twee belangrijke zoekopties:
- Zoek naar alle op het formulier of in de SMP-webapp vermelde soorten.
- Zoek alleen naar soorten en categorieën voorzien van een dik gelijnd kader op het formulier
SMP-webapp
Bij de meeste SMP-trajecten wordt inmiddels de SMP-webapp gebruikt om de waarnemingen vast te leggen. Hierbij de link naar de handleiding in de SMP-webapp
Bij gebruik van het SMP-formulier
- Noteer in de kop van het formulier de zogenaamde kopgegegevens zoals: waarnemer, datum, begintijd, eindtijd, trajectnummer, trajectnaam, gelopen afstand, zoektijd eblijn en zoektijd vloedlijn.
- Noteer per soort en per categorie (levend, dood, doublet, enz) de waargenomen aantallen per traject in abundaniteklassen (A1, A2,A3).
- Noteer aantallen per traject in de vorm van zogenaamde abundantieklassen waarvan de afkortingen op het formulier vermeld worden.
- Vergeet nooit een A te plaatsen als het om en abundantieklasse gaat, anders wordt aangenomen dat het om werkelijke aantallen gaat.
- Als een soort niet is gevonden, hoeft u niet de abundantieklasse A0 in te vullen. Een leeg vakje betekent dus dat de soort niet is waargenomen, maar dat er wel naar deze soort is gekeken.
- Als u een bepaalde soort nog niet kent of om een of andere reden niet naar de soort heeft gezocht, noteer dan steeds 'XX'. Dit voorkomt het volgende: Stel dat u tot 1994 een bepaalde krab niet goed kende en steeds dacht: 'Ach laat ik maar niets invullen, XX staat zo dom'. Maar dan, in 1994 gaat u zich eens verdiepen in de betreffende diergroep en nadien herkent u de soort gemakkelijk. Dan is het gevolg dat u de soort opeens vaak waarneemt. Na analyse van de gegevens zou het het dan net lijken of die soort enorm is toegenomen, terwijl daar in feite niets over gezegd kan worden. Dus 'XX' op een formulier staat niet dom, maar betekent dat u het idee achter het systematisch onderzoek goed door heeft.
- Als u het aantal heeft geschat kunt u gebruik maken van AX (de soort of categorie was aanwezig, maar op aantallen is niet gelet).
- Betrek bij het schatten van de aantallen zoveel mogelijk de gave exemplaren. Stukjes skelet van bijvoorbeeld de Zeeklit dienen niet bij de tellingen te worden betrokken. Als vuistregel kunt u aanhouden dat driekwart van het organisme (of skelet) intact moet zijn. Kleinere fragmenten dus niet bij de telling betrekken. Als u de waarneming te interessant vindt om verloren te laten gaan, vermeld die dan onder 'bijzondere vondsten'.
- Schat van kolonievormende organismen, zoals Zeemos, Penneschaft, Gorgelpijppoliep, Doorschijnende zeevinger, Harige vliescelpoliep en Bladachtig hoornwier, maar ook van eikapsels van de Wulk het aantal plukjes of stukjes. Geef bij de opmerkingen eventueel enige informatie over de grootte van de stukjes.
- Exemplaren die ten gevolge van een kornetvisser of op andere onnatuurlijke wijze op het strand zijn beland, mogen niet bij de tellingen worden betrokken. Noteer deze vondsten als bijschrijfsoorten bijvoorbeeld op de achterzijde van het formulier. Omdat kornet-vissers nog wel eens vangsten op het strand laten liggen, is het van belang te vermelden of u kornetvissers heeft waargenomen, zodat bijzondere vondsten toch met enige voorzichtigheid kunnen worden geïnterpreteerd.
- Gebruik bij het opslaan van de Excelsheet de volgende naam SMPE12_TR_DD_MM_JJJJ_XX.xlsx.
Daarbij staat TR voor Traject nummer, DD is de dag, MM is maand, JJJJ is het Jaar en XX 01 is als je maar één formulier hebt van een bepaalde waarnemingsdatum.
Bijschrijfsoorten op het formulier noteren
- Noteer in het vak Bijschrijfsoorten de soorten die niet op het formulier staan, maar die u wel heeft waargenomen.
- Noteer bij een bijschrijfsoort ALTIJD de hoedanigheid (categorie) waarin de exemplaren zijn gevonden: levend, dood, doublet, schelp met vleesresten. De te gebruiken afkortingen van de categorieën staan op het standaard SMP-formulier. Noteer ook eventuele bijzonderheden, zoals aangespoeld op krat, vastgehecht aan plank, besmeurd met olie, enz.
- Als u kwalvlooien heeft waargenomen, noteer dan bij de opmerkingen ook de kwalsoort waarin deze zijn gevonden.
- Als u het Krabbezakje heeft waargenomen noteer dan bij de opmerkingen ook de krabbensoort waarin deze parasiet is waargenomen. Als u iets heeft gevonden dat u niet gemakkelijk kunt determineren, kan dit worden doorgegeven of opgestuurd naar Stichting ANEMOON. Dan wordt gezorgd dat uw waarnemingen terecht komen bij de juiste specialist. Zorg wel voor conservering in 70% alcohol en deugdelijke verpakking. U kunt ook goede foto's opsturen.
Resultaten
SMP trajecten in Nederland
Locatie - Coördinator
- Nederland - Adriaan Gmelig Meyling
- Ameland - Petra de Jong
- Terschelling - Lenneke Roozen
- Texel - Loran Kleine Schaars
- Petten Noord - Trudy Kuhne
- Petten Zuid - Trudy Kuhne
- Camperduin - Yvonne Koning
- Bergen aan Zee - Marijtje de Wit
- Heemskerk - Annemarie Windmuller
- IJmuiden - Alie Postma
- Langevelderslag - Ellen van der Niet
- Katwijk-Noordwijk - Yvonne van Dam
- Katwijk Zuid - Yvonne van Dam
- Kijkduin - Gerda Idsinga
- Zandmotor Noord - Sjoerd Groos
- Zandmotor Zuid - Natuurvereniging KNNV
- Hoek van Holland Zuid - Adriaan Gmelig Meyling
- Hoek van Holland Noord - Adriaan Gmelig Meyling
- Goeree - Katie van der Wende
- Westenschouwen - Julia van Beinum
- Neeltje Jans - Elly Jacobusse
- Koudekerke - Cobi de Lange
- Cadzand - Ewald de Backere
SMP trajecten in België
- Baai van Heist - Nathalie Colpaert
- Oostduinkerke - Nathalie Colpaert
- Oostende Oosteroever - Nathalie Colpaert