Door: A. Boesveld. A.W. Gmelig Meyling & I. van Lente, 15-10-2014. Foto: A.W. Gmelig Meyling (c) Stichting ANEMOON, 2014
Uiterlijke kenmerken
De Platte schijfhoren Anisus vorticulus (Troschel, 1834) is een kleine waterslak (breedte tot 6,0 mm) met een opvallend plat (0,8 mm dik), schijfvormig huisje, dat ongeveer zeven maal zo breed als hoog is. De kleur van het huisje is mat glanzend lichtbruin, de mondopening is breder dan hoog. De soort heeft maximaal 5½ windingen, die aan de bovenzijde enigszins ingezonken of plat zijn. De laatste winding heeft vaak in het midden of iets daarboven een duidelijke vliezige (additionele) kiel. Deze kiel is zeer kwetsbaar en kan door beschadiging geheel afwezig zijn. Het oppervlak van het huisje is zeer dicht en fijn gestreept.
Te verwarren met
De Platte schijfhoren kan worden verward met de Draaikolkschijfhoren Anisus vortex (Linnaeus, 1758) en de Geronde schijfhoren Anisus septemgyratus (Rossmässler, 1835) tot voor kort bekend als Anisus leucostomus. De Geronde schijfhoren (afmetingen, tot 9 mm) heeft een nagenoeg ronde mond. De mond van de Platte schijfhoren is daarentegen duidelijk ovaal. Verder heeft de Geronde schijfhoren niet of nauwelijks een kiel. De Geronde schijfhoren leeft vooral op tijdelijk droogvallende plaatsen, terwijl de Platte schijfhoren juist leeft in gebieden die nooit droog komen te staan. De Platte schijfhoren en de Draaikolkschijfhoren komen regelmatig samen voor. De bovenzijde van de Draaikolkschijfhoren is echter platter, de kiel is scherper en duidelijk boven het midden gelegen en de schelpen worden aanzienlijk groter (tot 13 x 1,8 mm). De windingen van de Draaikolkschijfhoren zijn iets minder nauw gewonden en het huisje is vaak wat meer glanzend. Van de Draaikolkschijfhorenslak worden regelmatig exemplaren aangetroffen waarbij de kiel zich op het nabij het midden bevindt en waarvan de windingen aan de bovenzijde boller zijn. Met name deze exemplaren maar ook juveniele exemplaren van Geronde- en Draaikolkschijfhorenslak zijn vaak lastig te onderscheiden van de Platte schijfhoren. Het is daarom voor beginnende of ongeoefende onderzoekers verstandig zijn vondsten van de Platte schijfhoren te laten controleren door specialisten.
Verspreiding in Nederland
Op basis van oude waarnemingsgegevens van de Platte schijfhoren komt naar voren dat deze soort in het verleden algemeen voorkwam in grote delen van laag Nederland. Daarbij dient wel te worden aangetekend dat een deel van de waarnemingsgegevens uit de periode vóór 1980 niet aan de hand van verzameld materiaal kon worden gecontroleerd en er in bepaalde gevallen sprake kan zijn van verwisseling met andere, algemenere schijfhorens. Eind 2006 is in het kader van het HabSlak-project van Stichting ANEMOON op landelijke en lokale schaal begonnen met het in kaart brengen van de huidige verspreiding van de Platte schijfhoren in Nederland. Desondanks is het beeld is nog verre van compleet. Duidelijk is in elk geval wel dat de Platte schijfhoren lokaal nog steeds voorkomt in de volgende Natura2000-gebieden: De Wieden en Weerribben, Oostelijke Vechtplassen, Nieuwkoopse Plassen en De Haeck en het Naardermeer. Buiten Natura2000-gebieden komt de Platte schijfhoren vooral voor in de agrarische laagveengebieden. Voor meer informatie over de huidige verspreiding wordt verwezen naar (Boesveld et al., 2009;2011).
Voorkomen in overige Europese landen
In andere Europese landen komt de soort slechts in kleine leefgebieden voor of ontbreekt ze (Terrier et al., 2006). In meerdere landen geldt de soort als met uitsterven bedreigd. Onder meer in Groot-Britannië is de soort dermate zeldzaam, dat ter behoud van de soort geadviseerd wordt exemplaren uit te zetten in ogenschijnlijk geschikte biotopen (Willing & Killeen, 1998). Elders hebben om dezelfde reden al overzetacties plaatsgevonden, zoals in het stroomgebied van de Elbe (Beran, 2002).
Biotoop
In Nederland leeft de Platte schijfhoren overwegend in ondiepe, onbeschaduwde wateren met een uitbundige onderwatervegetatie. De dieren worden onder andere aangetroffen in plassen en voedselrijke sloten van (veen-)weidegebieden. Andere biotopen zijn voedselrijke duin- en laagveenplassen en het overstromingsgebied van de grote rivieren. In graslandpolders op kleibodems komt de soort significant minder voor dan in graslandpolders op veenbodems, terwijl van polders op zandgrond zeer weinig waarnemingen bekend zijn. Grotere, volwassen dieren leven op diverse waterplanten. Vaak spelen draadwieren een rol bij de voorplanting; hierin leven vooral jonge exemplaren. Indien de soort aanwezig is in voedselrijke poldersloten, dan groeien daar vaak Smalle waterpest, Grof hoornblad, Kikkerbeet, Klein-, Veelwortelig- en Puntkroos en -in kwalitatief betere sloten- daarnaast nog Brede waterpest, kranswieren en Krabbescheer (veengebieden) en Glanzig fonteinkruid en Kransvederkruid (kleigebieden). Hoewel de slak op het gebied van fysisch chemische condities een vrij brede range heeft en een beperkte mate van kunstmeststoffen (NPK) wordt verdragen (Willing & Killeen, 1998), is de soort gevoelig voor vervuiling. De soort ontbreekt waar afvalwater wordt geloosd of water wordt ingelaten uit vervuilde riviertjes, kanalen, vaarten of boezems, evenals in akkerbouwgebied met overmatig gebruik van kunstmeststoffen en chemische gewasbeschermingsmiddelen. Het HabSlak-onderzoek toont hoge dichtheden in vegetatierijke veensloten die slechts in beperkte mate geëutrofieerd zijn, zoals poldergebieden met ecologisch beheer. In meer mesotrofe wateren zijn de dichtheden beduidend lager. Waar kroos- en kroosvarensoorten niet dominant zijn én er voldoende ondergedoken of zwevende waterplanten (Hoornblad) aanwezig zijn, kunnen grote, vitale populaties voorkomen. In sterk geëutrofieerde en daardoor hypertroof geworden sloten bij boerderijen en langs maïsakkers is het wateroppervlak bedekt met kroos en kan de onderwatervegetatie zich niet voldoende ontwikkelen en ontbreekt de Platte schijfhoren vrijwel altijd.
Bedreigingen
De Platte schijfhoren leeft voor het overgrote deel in (veen-)weidegebieden die buiten Natura2000-gebieden liggen. Juist deze populaties worden in toenemende mate bedreigd door verstedelijking, aanleg recreatie bossen in graslandpolders aanleg van infrastructuur en het dempen van sloten ten gunste van de schaalvergroting van boerenbedrijven. Vooral de opkomst van zomerstalvoedering kan een bijkomende negatieve rol spelen. Bedreigend is verder het gebruik van koperhoudende meststoffen, chemische bestrijdingsmiddelen en overdadige eutrofiering met meststoffen. Het telen van snijmaïs in veenweidegebieden, waarbij de weidepercelen benut worden om mestoverschotten te kunnen “dumpen”, is een duidelijk voorbeeld van overbemesting en het in de hand werken van hypertrofie. Lokaal kan de Platte schijfhoren verdwijnen door tijdelijke (infrastructurele) werkzaamheden, waarbij sloten of wateren tijdelijk gedempt worden of droog komen te staan. Gemotoriseerde waterrecreatie heeft tot gevolg dat onderwatervegetatie wordt beschadigd en bladeren voortdurend worden bedekt met bodemmateriaal, wat ongunstig voor de dieren is. Het inlaten van gebiedsvreemd water kan eveneens populaties van de soort doen afnemen of verdwijnen, met name wanneer hierdoor hogere concentraties ionen worden ingebracht. Daarnaast kan het watersysteem ook worden belast door het uitzetten van gebiedsvreemde soorten, zoals (jonge) Brasem, welke de onderwatervegetatie ondermijnen. Het uitzetten van (Gras)karpers is funest, aangezien deze dieren hele watervegetaties consumeren en daarmee de biotoop voor de Platte schijfhoren vernietigen.
Bescherming en verantwoordelijkheid
De Platte schijfhoren komt voor vanaf Groot-Brittannië tot in Rusland. In Nederland komt deze soort veel voor in het veenweidegebied, een biotoop dat elders in Europa nauwelijks is te vinden. In andere EU landen komt de soort zeer weinig voor of ontbreekt. In meerdere landen geldt de soort als met uitsterven bedreigd. Nederland draagt dus met de grote, op veel locaties aanwezige populaties, een uitzonderlijk zware verantwoordelijkheid voor deze soort in Europees verband. Vanwege dalende trends in Europa, is de soort in 2004, met de toetreding van nieuwe EU-landen, geplaatst in Bijlagen 2 en 4 van de Europese Habitatrichtlijn. Daarmee geldt voor de Platte schijfhoren een zeer strikte bescherming, zowel binnen als buiten Natura2000-gebieden. De soort is ook in Nederland achteruitgegaan en daardoor terecht gekomen op de Rode Lijst van Mollusken (De Bruyne et al., 2003). Vooral buiten Natura2000-gebieden komt de soort veel voor en juist buiten deze beschermingsgebieden wordt veel biotoop van de soort vernietigd.