Litoraal Inventarisatie en Monitoring Project (LIMP)
Doelen
LIMP staat voor Litoraal Inventarisatie en Monitoring Project. Dit project is bedoeld om inzicht te verkrijgen in de trends en seizoenspatronen van karakteristieke soorten uit het litoraal (de zone tussen de eb- en vloedlijn) en om de verspreiding van deze soorten in kaart te brengen. Nederland is een vlak en laag gelegen land. Ter bescherming zijn dijken en pieren aangelegd, waardoor het zand en slik van onze kust is aangevuld met kunstmatig hard substraat. Het nieuwe habitat werd al gauw gekoloniseerd door allerlei sessiele (vastzittende) organismen: zowel dieren als wieren. Dit gold niet alleen voor het sublitoraal (de zone beneden de laagwaterlijn), maar ook voor de litorale zone. Dit speciale gebied komt door het getij tweemaal per etmaal droog te staan. Hierdoor krijg je verschillende zones, met bovenaan de dijk de organismen die goed tegen droogvallen kunnen en onderaan de organismen die langer water nodig hebben. Stenen keren is een goede manier om kennis te maken met het leven in de Oosterschelde (ook voor kinderen) en om je kennis te vergroten. Tijdens het stenen keren vindt je namelijk soorten die je tijdens het duiken kunt zien, maar ook soorten die uniek zijn voor de getijdenzone. De Gekraagde vlokslak is bijvoorbeeld voor het eerst tijdens het stenen keren in Nederland gevonden.
De Gewone slijmvis leeft in de getijdenzone en legt eieren onder stenen. De eieren worden vervolgens door het mannetje bewaakt. (Foto: Anne Lamers)
Geschiedenis
ANEMOON startte in 1995 met het LINK-project (Litoraal Inventarisatie Nederlandse Kust). Een paar jaar later werd aan dit project de monitoring-doelstelling toegevoegd en zo ontstond het LIMP. Dit is het enige project van Stichting ANEMOON waarbij ook de wieren een centrale rol innemen.
Een nieuw LIMP formulier is in 2014 gemaakt, het LIMP-01-formulier. Dit is een geactualiseerde combinatie van de oude LINK- en LIMP-formulieren. Op het nieuwe formulier staan de meest gangbare soorten die je tijdens het stenen keren in de getijdezone tegenkomt, maar ook enkele zeldzame soorten, waarvan het belangrijk is dat er waarnemingsgegevens worden verzameld. Een voorbeeld hiervan zijn exoten of juist autochtonen die door exoten verdrongen kunnen worden. Er zijn alleen soorten op het LIMP-formulier opgenomen die in het veld op naam te brengen zijn. Soms is daar wel een loep bij nodig. Er hoeven dus geen organismen meegenomen te worden om een dier of wier tot op de soort te kunnen determineren.
Ook in de winter is stenen keren leuk. Voor natpak-duikers een leuke manier om het
hele jaar door van de Oosterschelde te blijven genieten. (Foto: Brendan Oonk)
Methode
Inventarisaties kunnen worden gedaan op de meeste duiklocaties in de Oosterschelde. Voorbeelden zijn Putti’s place, Goese Sas en Burghsluis. Stenen keren kan het hele jaar door, ook wanneer het duiken in een natpak misschien te koud is. Met waarnemingen uit het hele jaar kunnen we de seizoenspatronen van soorten beschrijven. Het inventariseren wordt gedaan bij laag water, van ongeveer een uur vóór tot een uur na de laagwaterkentering. Losliggende stenen worden doorgaans gekeerd en weer in de oorspronkelijke stand terug gelegd. Stevige laarzen of schoenen en zeker handschoenen zijn daarbij nodig en een regenbroek is eveneens handig tegen opspattend water. De werkhandschoenen zijn nodig vanwege de scherpe oesters en zeepokken op de stenen. Het is handig om vooraf te bepalen op welke soorten je wilt letten. Beginners wordt aangeraden eerst met een klein aantal soorten te beginnen. Na het inventariseren wordt het LIMP-formulier ingevuld. Sommige mensen vinden het handig om tijdens de inventarisatie op een LIMP-formulier te turven voordat ze een definitief LIMP-formulier invullen.
Voor elke soort zijn er zes kolommen:
- ?: Onbekend: soort ken ik niet/kan ik niet (goed) herkennen, of niet op gelet
- 0: Nul exemplaren: wel op gelet, maar niet waargenomen
- Z: 1 tot en met 9 exemplaren of kolonies
- A: 10 tot en met 99 exemplaren of kolonies
- M: 100 of meer exemplaren
- EI: Eieren gezien van soort, of bij wieren: fertiel (voortplantingsorganen)
Vul voor elke soort een kruisje in bij één van de zes kolommen (en indien zowel een individu als de eieren zijn gevonden, twee kruisjes). Verder vul je je naam in, je e-mailadres, de namen van andere waarnemers, de locatie, de start- en eindtijd, de datum en tenslotte of het water extra hoog/gewoon/extra laag was (bijvoorbeeld als gevolg van afstaande wind).
LIMP-waarnemingen doorgeven
LIMP-waarnemingen worden doorgegeven via het ANEMOON-portaal
Klik hier voor het oude LIMP-formulier in pdf-formaat.
De onderkant van stenen is vaak volop begroeid met zakpijpen, hydroïdpoliepen, sponzen
en mosdiertjes. Daartussen leeft van alles. (Foto: Marleen Schouten)
Tijdens springtij kan het water erg laag komen te staan. Zo is de zonering van de dijk goed
te zien: wiersoorten groeien op specifieke plekken hoog of laag aan de dijk. (Foto: Frank Perk) Tijdens het stenen keren kun je makkelijk praten over wat er allemaal te zien is.
Blaasjeskrab. (Foto: Luna van der Loos)
Krabben zitten vaak onder stenen, ook tijdens het duiken. Stenenkeren is een goede manier om de
krabben eens van dichtbij te bestuderen, bijvoorbeeld om het verschil te zien tussen een
Het Michelinmannetje is een zeespin die vaak onder stenen zit en dus duikend
bijna nooit wordt gezien. (Foto: Luna van der Loos)
Deze fuikhoren-eitjes zijn hoog in de getijdenzone afgezet op Iers mos.
De Gekraagde vlokslak is voor het eerst in Nederland gevonden tijdens een excursie stenen keren
in 2012. De soort heeft zich sindsdien verspreid door de Oosterschelde en het is interessant
om deze waarnemingen bij te houden. (Foto: Brendan Oonk)
Door: Luna van der Loos, Brendan Oonk en Adriaan Gmelig Meyling, oktober 2014.