|
|
Kelkworm
Pedicellina cernua
(Pallas, 1774)
Zoekbeeld
De kelkworm is te herkennen aan de relatief dikke steel, die soms bezet is met stekeltjes. De steel bestaat voor het grootste gedeelte uit lengtespieren, die zorgen voor de knikkende bewegingen. Het dier treft men aan in verschillende milieus. Vindplaatsen in de Oosterschelde(Adema, 1980), de Zandkreek (Den Hartog, 1961), het kanaal door Zuid-Beveland (eig.wrn. 15/7/91) en de Westerschelde bij Fort Rammekens(eig.wrn. 7/9/91) en Vlissingen (eig.wrn. 11/10/91 Groene Licht). P. cernua begroeit waarschijnlijk een veelheid aan substraten. In ieder geval behoren daartoe de mosdiertjes Bowerbankia imbricata en Anguinella palmata en de hydroidpoliep Sertularia cupressina.
Literatuur
Faasse, M.A. 1993. De Nederlandse kelkwormen. – Het Zeepaard 53: 104-109.
Code
Auteurs
[Niels Schrieken, nov 2014]
Commentaar
Grafieken