|
|
Brakwaterpok
Balanus improvisus
Darwin, 1854
Zoekbeeld
Zeepok (marien en brak water). Exoot. Tot 10 mm, (diam. 15 mm).
Crémewit, wit. Flappen tussen de bovenste en onderste twee sluitplaten bij levend dier met
witte en paarse spikkeltjes. Samengedrukt conisch. Wandplaten opvallend, onregelmatig geribbeld en goed op elkaar aansluitend. Zijflappen nauwelijks zichtbaar en diep gelegen. Sluitplaten met vier onduidelijke spitsen met een grote zijdelingse insnijding. Bodem
vliezig, onopvallend. In een smalle litorale zone in brakwatergebieden, algemeen.
Te verwarren met
Andere zeepokken.
Kenmerken
Afmetingen: H tot 10 mm, diameter 15 mm.
Kleur: Crémewit, tot grijswit, vaak met begroeiing. De flappen tussen de bovenste en onderste twee sluitplaten zijn gevlekt met witte en paarse spikkeltjes.
Vorm: Breder dan hoog, samengedrukt conisch. De wandplaten zijn groot en opvallend en sluiten nagenoeg op elkaar aan. Ze zijn onregelmatig geribbeld. De inwendige kanaaltjes zijn met kalk opgevuld. Zijflappen nauwelijks zichtbaar en diep liggend. Sluitplaten: vier onduidelijke spitsen met een grote zijdelingse insnijding. Bodem vliezig, onopvallend, lijkt afwezig.
Habitat en ecologie
Op stenen in het litoraal en sublitoraal in brakwatergebieden.
Areaal en verspreiding
Algemeen in Nederland, zij het in een smalle zone. De soort was in het bijzonder algemeen in de voormalige Zuiderzee en komt tegenwoordig nog voor in het Noordzeekanaal en in andere brakwatergebieden.
Nadere informatie
[Extra bij exoten: gegevens over invasiviteit en impact; situatie
2014 (© ANEMOON) ]
Status in Nederland
Een
gevestigde (geheel ingeburgerde), algemeen voorkomende, in potentie invasieve soort. Leeft autochtoon
in heel Nederland in brakke en meer mariene kustwateren grenzend aan de
provincies Friesland, Groningen,
Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland.
Oorsprong en introductie
Gebied van
oorsprong:
Noordelijke en Zuidelijke Atlantische Oceaan.
Leefwijze: Mariene habitats, estuaria en
brakwatergebieden, kustgebieden.
Introductie en -wijze: als meest waarschijnlijke en belangrijkste
verspreidingsmanier- en route kunnen worden genoemd: ballastwater (larven);
aquacultuur en aangroei aan scheepsrompen. Eerste melding in 1827 uit de
voormalige Zuiderzee. De soort is mogelijk ongewild en onbewust door de mens
via de romp van schepen naar Europa vervoerd, o.a. naar de Zuiderzee en Oostzee en breidde zich daarna uit via
andere brakke wateren tot het hele kustgebied.
Impact
Belangrijkste
factoren: Concurrentie
(voedsel- en ruimte-).
Ecologische impact: B. improvisus zou de habitat veranderen en mossels en oesters
overgroeien en verstikken (‘fouling-species’). De soort zou daarnaast qua
(vestigings-)ruimte concurreren met andere zeepokken. In het Oostzeegebied kon
daar echter nauwelijks bewijs voor gevonden worden (Dürr & Wahl, 2004). Uit
Nederland zijn geen specifieke gegevens bekend over een eventuele negatieve
ecologische impact op het ecosysteem.
Eventuele economische impact: Als onderdeel van de ‘fouling-community’ op scheepsrompen en
bouwwerken kan deze soort in principe een extra aangroeilaag vormen, waarop
zich weer andere aangroeisoorten vestigen. Dergelijke aangroeilagen produceren
organisch afval en zijn in staat aan- en afvoerpijpen van fabrieken en
dergelijke te verstoppen, zoals bijvoorbeeld in het Oostzeegebied. Dit zou in
Nederland in brakwatergebieden (Noordzeekanaal) en havens een rol kunnen
spelen, maar tot op heden zijn er uit ons land geen tekenen van een economische
impact.
Mate van invasiviteit
De brakwaterpok leeft al ruim 200 jaar in de Europese
wateren, inclusief de Oostzee. De soort kan derhalve beter worden gezien als
volledig ingeburgerd en wordt in sommige landen (Verenigd koninkrijk) al gezien
als inheems. Gezien de snelle mogelijkheid tot verspreiding en tot kolonisatie
van nieuwe gebieden, wordt de soort echter ook nog steeds gezien als een in
potentie invasieve soort. Het is een snelgroeiende filteraar (suspension feeder)
met een hoge tolerantiegraad voor verschillende en wisselende zoutgehaltes
(euryhalien). De dieren komen voor
in een groot aantal brakke, marienen en soms zelfs bijna zoete habitats. De
soort heeft ook een hoge warmte- en koudetolerantie (eurythermaal) en tolereert
temperaturen vanaf -2° C tot 35° C (Southward, 1957). De soort heeft daarnaast
een hoge tolerantie voor lage zuurstofgehalten, vermesting (eutrofiëring) en
vervuiling (Jensen, K.R., 2010).
Verspreiding en -snelheid
Wolff (2005) noemt de Brakwaterpok hetzij een Europese
inheemse soort, hetzij een vroege immigrant. De eerste melding uit Nederland is
van Waardenburg (1827) die de soort - als Balanus ovularis - noemt uit de
voormalige Zuiderzee. In de daaropvolgende jaren werd de soort ook gevonden in
diverse brakke binnenwateren en langs het hele Nederlandse kustgebied.
Tegenwoordig is het een algemene soort in onze wateren in alle mariene, brakke
en zelfs bijna zoete wateren (Holthuis, 1961; Huwae, 1985; Van der Gaag et al.,
1999).
Literatuur
Dürr, S. & M. Wahl, 2004. Isolated and combined impacts of blue mussels
(Mytilus edulis) and barnacles (Balanus improvisus) on structure and diversity
of a fouling community. Journal of Experimental Marine Biology and Ecology 306
(2): 181-195.
Gaag, M., van der, S. Rajagopal, G. van der Velde &
H.A. Jenner, 1999. Settlement and growth of barnacles, Balanus improvisus
Darwin, 1854, in the brackish Noordzeekanaal, The Netherlands. In: J.C. von
Vaupel Klein & F.R. Schramm (eds.) - The biodiversity crisis and Crustacea.
Proc. 4th Int. Crustacean Congress, Amsterdam, The Netherlands, July 20-24,
1998.
Balkema, Rotterdam: 663-674.
Hoek, P.P.C., 1875. Eerste bijdrage tot een
nauwkeuriger kennis der sessiele Cirripediën. PhD thesis, University of Leiden.
94 pp.
Holthuis, L.B., 1961. Zeepokken. In: H. Boschma, F. de
Graaf, L.B. Holthuis & J.A.W. Lucas, 1961. Rankpotigen (Cirripedia).
SWG-Tabellenserie 19: 1-27.
Huwae, P.H.M., 1985. De Rankpotigen (Crustacea -
Cirripedia) van de Nederlandse kust. Tabellenserie van de Strandwerkgemeenschap
28: 1-44.
Jensen, K. R., 2010. Invasive Alien Species Fact Sheet
– Balanus improvisus – From: Identification key to marine invasive species in
Nordic waters – NOBANIS www.nobanis.org, date of access 19/06/2014.
Redeke, H.C. (red.), 1922. Flora en Fauna der
Zuiderzee. Monografie van een brakwatergebied. Nederlandse Dierkundige
vereeniging. De Boer Jr., Den Helder.
Code
x
Auteurs
[IvL okt 2014]
Commentaar
Grafieken