|
|
Amerikaanse hoornschaal
Musculium transversum
(Say, 1829)
Zoekbeeld
Zoetwater-tweekleppige. Exoot/ingevoerde soort. Tot 14 mm (meestal kleiner). Grijsbruin, crémegrijs. Dunschalig, langwerpig-rechthoekig schelpje. Top vóór het midden, iets boven de bovenzijde uitstekend. Slotband van buitenaf goed zichtbaar. De sculptuur bestaat uit fijne concentrische groeilijnen. Ingevoerd uit Amerika in met name Engeland, van daaruit naar elders in Europa. Toenemend in omringende landen. Zoet water, met name in kanalen, meren en rivieren. [Vroeger bekend onder de Nederlandse naam 'Late hoornschaal']
Te verwarren met
Andere hoornschalen en Pisidium sp. In vergelijking met de Moeras-hoornschaal Musculium lacustre is de slotband van buitenaf goed zichtbaar.
Kenmerken
Afmetingen: H. tot 14, B tot 10 mm. Meestal kleiner.
Schelpkleur: Grijsbruin, crémegrijs.
Schelpvorm: Dunschalig, langwerpig-rechthoekig schelpje. Top voor het midden, iets boven de bovenzijde uitstekend. Slotband van buitenaf goed zichtbaar. De sculptuur bestaat uit fijne concentrische groeilijnen.
Habitat en ecologie
Leeft buiten Nederland vooral in kanalen en gekanaliseerde rivieren.
Areaal en verspreiding
In Nederland tot nu toe alleen bekend uit het IJsselmeer en de Drentse Aa. Het voedsel bestaat uit fijn detritus. In de ons omringende landen is de soort zich aan het uitbreiden.
Nadere informatie
[Extra bij exoten: gegevens over invasiviteit en impact; situatie 2014 (© ANEMOON) ]]
Status in Nederland
Niet duidelijk, tot op heden van twee lokaties bekend. In potentie een invasieve soort. Aangetroffen in de provincies Noord-Holland (IJsselmeer) en Drente.
Oorsprong en introductie
Gebied van oorsprong: Noord Amerika, elders ingevoerd.
Leefwijze: Meren, diverse zoete wateren, rivierengebied.
Introductie en -wijze: Eerste melding in 1954 (IJsselmeer), eerste publicatie in 1981. Vermoedelijk onbewust en ongewild door de mens ingevoerd. Wijze van verspreiding echter onbekend.
Impact
Belangrijkste factoren: Predatie en (voedsel- en ruimte-)concurrentie.
Ecologische impact: Heeft als planteneter mogelijk invloed op de ecologie cq het locale voedselweb. Mogelijk kan er ook sprake zijn van concurrentie t.o.v. inheemse slakken en andere organismen. Uit Nederland zijn echter geen data hieromtrent bekend.
Eventuele economische impact: Er zijn geen aanwijzingen voor enige economisch impact in Nederland.
Mate van invasiviteit
De Late hoornschaal is rond 1850 in Groot-Brittannië ingevoerd, waarna de soort haar invasieve aard toonde door zich over grote delen van het land te verspreiden tot ca. 1900, waarna de soort sterk afnam (Gittenberger et al. 1998). Dit is zeker niet het geval in Nederland. M. transversum komt inmiddels in diverse Europese landen voor, kan zich vestigen een een groot aantal habitattypen, is tolerant voor vervuiling en kan in grote aantallen optreden, met dichtheden van meer dan 100,000 dieren per vierkante meter (Mississippi, USA). In Europa worden dergelijke dichtheden niet gehaald, in Frankrijk lag het maximum rond de 100 individuen per vierkante meter (Mouthon & Loiseau 2000). In Nederland is de soort nog steeds zeldzaam.
Verspreiding en -snelheid
De Late hoornschaal is tot op heden slechts bekend van twee plaatsen in Nederland: IJsselmeer bij Amsterdam (1954) en in de rivier de Aa (provincie Drente: Nienhuis, 2004). Op de lokatie in het IJsselmeer is de soort al geruime tijd verdwenen.
Literatuur
Literatuur Gittenberger, E., A.W. Janssen , W.J. Kuijper, J.G.J. Kuiper, T. Meijer, G. van der Velde & G.A. Peeters, 1998. De Nederlandse zoetwatermollusken. Recente en fossiele weekdieren uit zoet en brak water. - Nederlandse Fauna 2. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & EIS-Nederland, Leiden. 288 pp 288 pp.
Kuiper, J. G. J., 1981. Aten en zijn Pisidiums. Corresp.-blad Ned. Malac. Ver. 198: 1118 - 1121.
Mouthon J., & J. Loiseau J., 2000. Musculium transversum (say, 1829): a spécies new to the fauna of France (Bivalvia, Spharidae). Basteria 64 : 71-77, 2000.
Nienhuis, J.A.J.H., 2004. Musculium transversum (Say, 1829) (Bivalvia, Sphaeriidae) in Nederland opnieuw levend aangetroffen. Basteria 67 (4-6): 147-148.
Code
Auteurs
Commentaar
Grafieken