|
|
Gestreepte alikruik
Littorina compressa
Jeffreys, 1865
Zoekbeeld
Mariene huisjesslak. Aangemerkt als exoot (onwaarschijnlijk). Tot 17 mm. Vaak geel met zwarte horizontale lijnen. Ook egaal in diverse kleuren. Dikschalig, top spits. Sculptuur van brede dikke spiraalribben met daartussen dunnere,
vaak diepe groeven. Rotskusten, niet inheems in Nederland.
Te verwarren met
Andere Littorina-soorten.
Kenmerken
Afmetingen: H. 17 x B 15 mm. Meestal kleiner.
Schelpkleur: Vaak geel met in groeven gelegen zwarte dwarslijnen. Komt echter ook egaal voor (Rood, bruin, andere kleuren). Eelt naast de mond vaak lichter.
Schelpvorm: Dikschalig horentje. Top spits. 5-6 windingen. Mondopening langwerpig-ovaal. Operculum peervormig, dun, bruin. De sculptuur bestaat uit brede dikke spiraalribben met daartussen dunnere, vaak diepe groeven.
Habitat en ecologie
Leeft op hard substraat (rotsen) in het litoraal en iets daar beneden. Vaak - maar niet altijd - op minder sterk geëxponeerde plaatsen.
Areaal en verspreiding
Franse en Engelse kusten. Niet inheems in Nederland.
Nadere informatie
[Extra bij exoten: gegevens over invasiviteit en impact; situatie
2014 (© ANEMOON) ]
Status in Nederland
Een niet
gevestigde, locaal voorkomende, feitelijk niet invasieve soort. Alleen autochtoon
gevonden in Zeeland, Yerseke.
Oorsprong
en introductie
Gebied van oorsprong: Noordelijke Atlantische Oceaan (Bretagne, Groot-Brittannië en
zuidelijker).
Leefwijze: Mariene habitats op hard substraat, Estuaria en
brakwatergebieden, kustgebieden.
Introductie en -wijze: Visserij, aquacultuur. Eerste melding in 1985, in
de provincie Zeeland. Er is geen sprake is van uitbreiding of vondsten in de
jaren 80, De soort is vrijwel zeker onbewust en ongewild ingevoerd met oesters-
en of mossels.
Impact
Belangrijkste factoren: Mogelijke invloed op vegetatie (onwaarschijnlijk).
Ecologische impact: Er zijn geen gegevens over
eventuele ecologische impact van deze soort in Nederland.
Eventuele economische impact: Er zijn geen gegevens over eventuele economische impact van deze
soort in Nederland.
Mate van invasiviteit
L. compressa is een
Noordoost-Atlantische soort, inheems langs de kusten van o.a. Bretagne, en
Groot-Brittannië. In Nederland wordt de soort als niet-inheems beschouwd.
Aangezien het natuurlijke verspreidingsgebied relatief dichtbij ligt, er
slechts weinig meldingen zijn en er geen sprake is van uitbreiding of vondsten
in de jaren 80, kan deze soort beter van de lijst met exoten worden gehaald. Er
zijn ook buiten Nederland geen aanwijzingen van enige vorm van invasiviteit.
Verspreiding en -snelheid
Naast materiaal dat op het strand
aanspoelde met drijvende voorwerpen, werden in Nederland alleen enkele levende
exemplaren aangetroffen bij Yerseke in Oosterschelde. Deze dieren waren
aanwezig in en nabij kweekbakken van de aquacultuur (oesterkwekerijen). Het is
zeer waarschijnlijk dat ze zijn aangevoerd met mossels, oesters, broed of
materiaal van de aquacultuur. Het materiaal, verzameld in 1985, wordt bewaard
in de collectie van Naturalis Biodiversity Centrum).
Literatuur
- Bruyne, R. H. de, 2004. Veldgids schelpen. KNNV Uitgeverij/Jeugdbondsuitgeverij, Utrecht 224 pp.
Bruyne, R.H. de, S.J. van
Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het
Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren
(Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pag.
Code
Auteurs
[IvL, okt 2014]
Commentaar
Grafieken