|
|
Puntige blaashoren
Physella acuta
(Draparnaud, 1805)
Zoekbeeld
Zoetwater-huisjesslak.
Tot 12 mm.
Geelbruin, vaak wat doorschijnend. Linksgewonden, dunschalig. 5-6 vrij bolle windingen. Top spits, mondopening bovenin spitser.
Mondrand onverdikt of verdikt, geen navel. Geen operculum. Groeilijnen en fijne spiralen,
zelden ook kielen. In heel Nederland in stromend en stilstaand zoet water, vooral op en tussen de vegetatie.
Te verwarren met
- Bronblaashoren, Physa fontinalis
- Slaapslak, Aplexa hypnorum
(Deze beide eveneens linksgewonden soorten).
Kenmerken
Afmetingen: H. tot 12 mm, B. tot 7 mm.
Schelpkleur: Glanzend geelwit tot lichtbruin, vaak wat doorschijnend.
Schelpvorm: Linksgewonden horentje, met 5-6 vrij bolle windingen. De laatste is verreweg de grootste. Top spits, mondopening bovenin spitser.
Geen operculum. Mondrand onverdikt of verdikt in oudere exemplaren (en bij de 'heterostropha-vorm'). Geen navel. Groeilijnen en fijne spiralen, zelden ook kielen.
Dier: Slank, grijs met fijne zwarte vlekjes en stipjes. Dunne, lange koptentakels, ogen aan de medionale zijkanten daarvan. De mantellappen zijn deels om de schelp heengeslagen en hebben vingervormige uitsteeksels. Eieren in langwerpige snoeren afgezet, van 18-24 stuks.
Habitat en ecologie
Leeft plaatselijk in allerlei stromende en niet-stromende wateren. Bestand tegen een relatief hoge mate van waterverontreiniging en eutrofiëring. [Zie verder opmerkingen: extra info exoten]
Areaal en verspreiding
De Puntige blaashoren wordt heel Nederland gevonden, het minst in Zeeland. Van oorsprong geen inheemse soort, maar op veel plaatsen geheel ingeburgerd.
[Zie verder opmerkingen: extra info exoten]
Nadere informatie
[Extra bij exoten: gegevens over invasiviteit en impact; situatie
2014 (© ANEMOON) ]]
Status
in Nederland
Een gevestigde, algemeen
voorkomende, invasieve soort. Leeft autochtoon in het hele land in zoet water.
Oorsprong
en introductie
Gebied van oorsprong: N. Amerika. Elders ingevoerd.
Leefwijze: Meren en andere wateren, rivieren en rivierzones.
Introductie en -wijze: Eerste melding in 1870, in vijvers in Botanische
tuinen, waar de soort vrijwel zeker met waterplanten en ander materiaal
ingevoerd is. De soort verspreidde zich echter snel in het wild. Hoewel Van Heurn (1910) de eerste vondst
claimt, is H. acuta al bekend uit
Nederland sedert 1870 (Van den Broeck, 1870).
Impact
Belangrijkste factoren: Planteneter; (voedsel- en ruimte-)concurrentie.
Ecologische impact: Heeft als nieuwe planteneter
invloed op de ecologie cq het locale voedselweb. Mogelijk is er ook sprake van
enige concurrentie t.o.v. inheemse slakken en andere organismen. Deze invloed is niet daadwerkelijk in
ons land aangetoond en is vermoedelijk minimaal. H. acuta fourageert op dode planten en bladeren en eet plantaardig
en dierlijk detritus, zij het voornamelijk op epiphytische vegetatie en macrofyten
zelf, terwijl andere slakkensoorten, zoals Planorbis
en Lymnaea vooral op de algenlaag of
het fytobenthos op de bodem fourageren. De Puntige blaashoren leeft succesvol
samen met andere invasieve slakkensoorten zoals Potamopyrgus antipodarum en met inheemse soorten als Physa fontinalis. Tot nu toe is er geen
reden om aan te nemen dat in Nederland beschermde of/en bedreigde soorten door
deze invasieve soort worden bedreigd.
Eventuele economische impact: In Nederland
is er geen sprake van enige economische impact van de introductie van deze
soort.
Mate van invasiviteit
Volgens de
meeste systematici (o.a. Dillon et al. 2002, Anderson 2003 & Taylor, 2003)
wordt de naam Physella heterostropha (Say, 1817) beschouwd als synonym van
Haitia (vroeger (Physella) acuta (Draparnaud, 1805. Ook de Nederlandse
malacologen zijn hier inmiddels van overtuigd. De gegevens over invasiviteit en impact zijn dan ook
van beide soorten gecombineerd. De puntige blaashoren is invasief in en buiten
haar oorspronkelijke leefgebied en bewoont een wijde range aan biotopen, is
tolerant voor lage en hoge temperaturen en kan tegen zoet water met een
verhoogd zoutgehalte. De dieren zijn tevens bestand tegen relatief hoge
gehalten aan vervuiling en eutrofiëring van het water. Ze worden regelmatig
gevonden antropogene - door de mens gemaakte - waterbassins, uitsroomgebieden
met warm water van fabrieken en elektriciteitscentrales, zelf op plaatsen waar
geen andere weekdieren kunnen overleven. De soort leeft van diverse soorten
voedsel, zowel plantaardig (algen, planten) als dierlijk (aaseters: onder
andere op dode vis, amfibieën en andere kleine dieren). Ze hebben een korte
levensduur (éénjarig) maar kunnen locaal in zeer groete aantallen voorkomen.
Verspreiding en -snelheid
H. acuta is een van de
eerste invasieve zoetwatersoorten waarvan de verspreiding vanaf het begin
bekend en deels gevolgd is. Van Heurn (1910) claimde de eerste vondst, maar H. acuta is al bekend uit Nederland
sedert 1870 (Van den Broeck, 1870). Meldingen van P. heterostropha zijn vrij schaars en hebben betrekking op
exemplaren van H. acuta met een
dikkere en vaak roodbruine mondrand (rechts op foto). De opmars van deze soort begon
vermoedelijk nadat de soort was ingevoerd met aquariummateriaal voor kunstmatig
aangelegde vijverbekkens in botanische tuinen (Hortus Botanicus in Leiden en
Amsterdam). Van Benthem Jutting (1933) somt al diverse vindplaatsen in de vrije
natuur op en geeft aan dat de soort door gestage uitbreiding hoe langer hoe
meer zal inburgeren. Inmiddels is de soort in alle provincies in Nederland
aanwezig en algemeen in een wijd scala aan wateren.
Literatuur
Anderson, R., 2003. Physella (Costatella) acuta Draparnaud in
Britain and Ireland - its taxonomy, origins and relationships to other introduced
Physidae. Journal of Conchology, 38 (1): 7-22.
Benthem Jutting, T., van, 1933. Fauna van Nederland, Afl. VII Mollusca (I) A.
Gastropoda Prosobranchia et Pulmonata. Sijthoff Leiden.
Broeck, E.
van den, 1870. Excsrsions, découvertes et observations malacologiques faites en
Belgique pendant l' année 1870. – Annales de la Société Malacologique de
Belgique 5: 13-64.
Dillon R.T.
Jr., A.R. Wethington, J.M. Rhett & T.P. Smith, 2002. Populations of the
European freshwater pulmonate Physa acuta are not reproductively isolated from
American Physa heterostropha or Physa integra. Invertebrate Biology, 121 (3):
226-234
Gittenberger,
E. A.W. Janssen, W.J. Kuiper, J.G.J. Kuiper, T. Meijer, G. van der Velde &
J.N. de Vries, 1998. De Nederlandse zoetwatermollusken. Recente en fossiele
weekdieren uit zoet en brak water. Nederlandse Fauna 2. Nationaal
Natuurhistorisch museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & EIS-Nederland, Leiden.
Heurn, W.C.
Van, 1910. Een nieuwe soort voor onze molluskenfauna? Physa acuta, Drap. -De
Levende Natuur 16: 317-319
Sablon, R.
& T. Vercauteren 2011. Exotische soorten weekdieren in (Antwerpse) rivieren
en stilstaande waters. Evolutie van de voorbije 20 jaar. ANTenne 5(3):9-14
Taylor,
D.W., 2003. Introduction to Physidae (Gastropoda: Hygrophila) Biogeography,
classification, morphology. Revista de Biologia Tropical, 51 (Suppl. 1): 1-287.
Velde, G.
van der, I. Nagelkerken, S. Rajagopal & A. bij de Vaate (2002). Invasions
by alien species in inland freshwater bodies in western Europe: the Rhine delta.
In: Leppakoski et al (ed.). Invasive Aquatic species of Europe, 360-372.
Kluwer, Dordrecht.
Code
Auteurs
[IvL, okt 2014]
Commentaar
Grafieken