|
|
Wadslakje
Peringia ulvae
(Pennant, 1777)
Zoekbeeld
Mariene huisjesslak. Ca 5 mm (tot 8 mm). Geelbruin of groengeel. Klein, niet zeer dunschalig, torenvormig horentje met 7-8 vlakke
windingen. De top is spits, de mondopening peervormig en aan de
bovenkant toegespitst. Er is geen navel zichtbaar. Operculum dun, groengeel. Het schelpoppervlak is glad met alleen groeilijnen. Massaal in slikgebieden van Zeeland en het Waddengebied. Veel in aanspoelsel langs de verdere Noordzeekust (oude verkleurde huisjes).
Kenmerken
Afmetingen: 4 x 8 mm.
Kleur: Effen geelbruin of groengeel. Strandmateriaal is vaak grijswit, geelbruin of blauwzwart verkleurd.
Vorm: Klein, niet zeer dunschalig, torenvormig horentje. 7-8 vlakke windingen. De top is spits, de mondopening peervormig en aan de bovenkant toegespitst. Er is geen navel zichtbaar.
Sculptuur: Het schelpoppervlak is glad met alleen groeilijnen.
Habitat en ecologie
Op zachte slikbodems in het litoraal. Ook op wieren Ulva en hard substraat. De dieren zijn aangetroffen in water met zoutgehalten tussen 10-33 o/oo, maar leven gewoonlijk veel 'zouter' dan de overige Hydrobia-achtigen.
Areaal en verspreiding
Autochtoon massaal voorkomend in slikgebieden, met plaatselijk dichtheden tot 70.000 exemplaren per vierkante meter.
Op het strand: Lege, verkleurde huisjes spoelen algemeen aan in fijn horentjesgruis langs de gehele zuidoostelijke Noordzeekust en langs de Waddenkust.
Literatuur
Bruyne, R.H. de, S.J. van
Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het
Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren
(Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Code
151628
Auteurs
(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan
et al, 2013 -Ecologische atlas- 2013)
[B. Oonk, jan. 2014; IvL feb. 2014]
Commentaar
Grafieken