|
|
Zandslak
Theba pisana
(O.F. Müller, 1774)
Zandvoort, 07-09-2008 (bron: Ed Michels)
Zoekbeeld
Huisje tot 25 mm. Wit, geelwit tot lichtbruin, vaak met vrij smalle, chocoladebruine onregelmatige horizontale banden, vlekken en streepjes. Sommige banden zijn onderbroken, andere versmelten deels met elkaar. Top vaak donkerder, of paarsroze. Mondopening kan lilaroze zijn. Breder dan hoog huisje met 5-6 windingen. Jonge exemplaren zijn hoekig en gekield. Mondopening iets omgeslagen. Navel zeer klein. Oppervlak met fijne dwars- en spiraallijntjes en groeilijnen.
Kenmerken
Afmetingen: 25 x 20 mm.
Schelpkleur: Variabel van kleur: egaal wit, geelwit tot
lichtbruin, of met - meestal - diverse vrij smalle, chocoladebruine tot
bijna zwarte onregelmatige horizontale banden, waaromheen vlekken en
streepjes staan. Sommige banden zijn onderbroken, andere versmelten
deels met elkaar. De topwindingen zijn vaak donkerder, vaak paarsroze.
Kleur van de mondopening is variabel, de hele mondopening of een deel
daarvan kan lilaroze zijn.
Schelpvorm: Bol, breder dan hoog met 5-6 vrij vlakke tot
bolle windingen, waartusssen een zeer ondiepe naad ligt. Jonge
exemplaren zijn opvallend hoekig en gekield. De mondopening is niet
continu en alleen aan de columellaire kant iets omgeslagen. Aan de
binnenzijde van de mondrand bevindt zich een lijstvormige verdikking. De
navel is zeer klein en bedekt door de mondrand.
Sculptuur: Oppervlak met zeer
fijne dwars- en spiraallijntjes en bovendien groeilijnen.
Habitat en ecologie
Zandige biotopen, meestal in de Zeereep. Klimt bij warmete vaak omhoog in planten.
Areaal en verspreiding
Vooral in het Middelllandse Zeegebied. In droge gebieden, meer noordelijk voornamelijk in de Zeereep. In Nederland onder andere in Zeeland en in Noord-Holland in de Zeereep. Daarbuiten sporadisch.
Literatuur
- Gittenberger, E. , W. Backhuys & Th. E. J. Ripken, 1984. De landslakken
van Nederland (tweede druk). uitgave KNNV 184 pp .
Code
Auteurs
o.a. RHB + IvL (jan2018)
Commentaar
Grafieken