|
|
Geschubde zeerups
Lepidonotus squamatus
(Linnaeus, 1758)
Grevelingen, Dreischor gemaal, 11-12-2016 (bron: Wijnand Jongekrijg)
Zoekbeeld
Borstelworm. Mariene soort. In onze streken 2,5-3 cm lang en overal even breed (max. 1 cm). Elders kan hij ruim 5 cm lang en 1,5 cm breed worden. Hij bezit 26 borsteldragende segmenten en 12 paar fors overlappende rugschilden. Twee paar ogen. Middenantenne en andere kopaanhangsels aanwezig, vaak met donkere banden en spitse punten. Rugschilden met hoornachtige bobbels van verschillende vormen, en franje langs de vrije randen. Kleur vaak vuilwit, met een donkere vlek op het midden van de rugplaten en kleinere donkere plekjes op de grotere bobbels. De kleur kan nogal variabel zijn.
Te verwarren met
Gladschubbige zeerups, Harmothoe imbricata, die 15 paar rugschilden heeft i.p.v. 12 paar.
Habitat en ecologie
Leeft onder stenen in het getijdengebied. Net beneden het getijdegebied tussen schelpen of wormenkokers. Tot op grote diepte aangetroffen (2,5 km).
Langs de kusten van Noordwest-Europa en in de noordelijke Stille Oceaan.
Areaal en verspreiding
In de Zeeuwse wateren, plaatselijk langs de Hollandse kust en in de Waddenzee. Niet zeldzaam.
Nadere informatie
Deze soort rolt zich bij verstoring op tot een balletje, net als keverslakken en, op het land, sommige pissebedden.
Literatuur
- Leewis, Rob (2002):Veldgids flora en fauna van de zee. Utrecht: KNNV. ISBN 90 5011 153 X.
- Hayward, P.J. en J.S. Ryland (eds.) (2002): Handbook of the Marine Fauna of North-West Europe. Oxford [UK]: OUP. ISBN 0 19 854055 8.
Code
Auteurs
[Niels Schrieken febr 2014] [Wim Voortman]
Commentaar
Grafieken