Search
Search

Soorten

Pontische stroomgrondel

Neogobius fluviatilis

(Pallas, 1814)

Pontische stroomgrondel


Zoekbeeld

Zoetwatervis. Ook in brak water. Tot ca 20 cm (♂ 19,5 cm/♀ 12,8 cm). Lichte kleur, lijkt doorschijnend. De kop is relatief puntig en vrijwel even breed als hoog. Twee rugvinnen, voorste rugvin met 5-7 harde vinstralen, achterste met één harde en 14-17 zachte vinstralen. De achterste rugvin en de anaalvin lopen schuin af. Borstvinnen vergroeid tot zuignap. Leeft vooral voor op zand waarin de dieren zich kunnen ingraven.

Te verwarren met

  • Kesslers grondel. Heeft een grotere bek.
  • Zwartbekgrondel. Heeft een zwarte vlek in de eerste rugvin.
  • Naakthalsgrondel. Heeft geen schubben boven op de kop.
  • Marmergrondel. Heeft een buisvormige neusopeningen
  • Rivier- en beekdonderpad. Hebben twee onvergroeide buikvinnen.

Kenmerken

Afmetingen: Tot ca. 20 cm (♂ 19,5 cm/♀ 12,8 cm).
Kleur: Het lijkt alsof de vis wat doorschijnend is, met een lichte kleur.
Vorm: Het dier heeft een relatief puntige kop, die vrijwel even breed als hoog is.
Vinnen: De voorste rugvin heeft vijf tot zeven harde vinstralen. De achterste rugvin heeft één harde vinstraal en 14-17 zachte vinstralen. Het meest kenmerkend is dat de achterste rugvin en anaalvin schuin aflopen. De borstvinnen zijn vergroeid tot een zuignap.

Habitat en ecologie

De dieren komen vooral voor op zand, waarin ze zich kunnen ingraven. Leeft zowel in zoet als in brak water. In zoet water zijn de dieren geslachtsrijp bij een lengte van 3,2 cm (vrouwtjes) en 4,0 cm (mannetjes). Voortplanting vanaf de leeftijd van twee jaar, in de periode april- juni. De eieren worden afgezet op (onderzijden van) stenen of andere harde substraten. Hieronder graaft het mannetje een nest, dat hij ook bewaakt. Na het paaiseizoen sterven de dieren als gevolg van verhongering.

Areaal en verspreiding

Het natuurlijke verspreidingsgebied van de Pontische stroomgrondel ligt in rivierstroomgebieden, die uitmonden in de Azov en Zwarte Zee. In 2009 in het Nederlandse deel van de Rijn gesignaleerd. Tot nu toe alleen bekend uit de Waal, Boven-Merwede, Nederrijn, Rijn en IJssel.

Literatuur

Spikmans, F., Kranenbarg, J., & Creemers, R. C. (2006). Herkenning zoetwatervissen. Stichting RAVON.

Code


Auteurs

RAVON (2014)
[N. Schrieken feb 2014; IvL feb 2014]



Categorieën:

Soorten, Vissen

Commentaar

Pontische stroomgrondel

Grafieken

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top