|
|
Marmergrondel
Proterorhinus semilunaris
(Heckel, 1837)
Vinkeveen eiland 4, 14-09-2017 (bron: Berthold Raadsen)
Zoekbeeld
Zoetwatervis. Lichaam tot 12 cm groot. Grote grondelsoort. Twee rugvinnen, buikvinnen vergroeid tot zuignap. Kenmerkend voor de soort zijn de buisvormige neusopeningen. In het paaiseizoen kunnen de mannetjes geheel zwart worden. De rand van de achterste rugvin en staartvin kleuren dan wit tot roodomrand. Tussen de eerste en tweede rugvinstraal van de voorste rugvin komt in deze periode een geeloranje vlek.
Te verwarren met
Kenmerken
Afmetingen: Lichaam tot 12 cm groot.
Kleur: In het paaiseizoen kunnen de mannetjes geheel
zwart worden. De rand van de achterste rugvin en staartvin kleuren dan
wit tot roodomrand. Tussen de eerste en tweede rugvinstraal van de
voorste rugvin komt in deze periode een geeloranje vlek.
Vorm: Grote grondelsoort. De ogen zitten hoog in de kop. Kenmerkend voor de soort zijn de buisvormige neusopeningen. De bek is eindstandig, in de vorm van een bekspleet.
Vinnen: Twee rugvinnen, buikvinnen vergroeid tot zuignap.
Habitat en ecologie
Algemene verspreiding in Europa. In Nederland wordt de marmergrondel gevonden in de grote rivieren, uiterwaardplassen, kanalen, sloten en beken. Plaatsen met stenig substraat of waterplanten worden geprefereerd. De dieren eten onder meer kleinere kreeftachtigen en insectenlarven.
De vrouwtjes leggen tot drie maal per jaar eieren in lege schelpen van mollusken of tussen stenen. De afgezette eieren zijn relatief groot (2,3 x 1,3 mm). In één nest kunnen meerdere vrouwtjes eieren afzetten waarna het mannetje het nest bewaakt.
Areaal en verspreiding
De Marmergrondel komt oorspronkelijk uit het gebied rond de Kaspische- en Zwarte Zee. Via het Main-Donaukanaal (dat in 1992 is aangelegd) heeft de soort het stroomgebied van de Rijn bereikt. In 2002 is de soort voor het eerst in Nederland gesignaleerd en breidt zich snel uit.
Waarneming.nl: Marmergrondel.
Seizoenspatronen
Nadere informatie
De Marmergrondel komt oorspronkelijk uit het gebied rond de Kaspische- en Zwarte Zee. Via het Main-Donaukanaal (dat in 1992 is aangelegd) heeft de soort het stroomgebied van de Rijn bereikt. In 2002 is de soort voor het eerst in Nederland gesignaleerd en breidt zich snel uit.
Literatuur
- Cammaerts, R., F. Spikmans, N. van Kessel, H. Verreycken, F. Chérot, T. Demol and S. Richez, 2012. Colonization of the Border Meuse area (The Netherlands and Belgium) by the non-native western tubenose goby Proterorhinus semilunaris (Heckel, 1837) (Teleostei, Gobiidae). Aquatic Invasions . Vol. 7 Issue 2, p251-258. 8p.
Code
Auteurs
Niels Schrieken (feb. 2014)
Categorieën:
Soorten,
Vissen
Commentaar
Grafieken