|
|
Rugschild Grote pijlinktvis
Todarodes sagittatus
(Lamarck, 1798)
Zoekbeeld
Tienarmige inktvis. Mariene soort. Inwendig gelegen gladius. Tot ca. 65
cm lang. Zeer dun, lang, uit plasticachtige chitine bestaande 'pijl',
die na droging snel opkrult en verbrokkelt. Aan het uiteinde een
lancetvormig puntje. Spoelt zelden of nooit aan, wel nog aanwezig in
aangespoelde dieren (uitprepareren).
Kenmerken
De inwendig gelegen gladius bestaat uit chitine en is
zeer dun en lang en speervormig, met aan het uiteinde een lancetvormig puntje. De gladius beslaat de hele dorsale
mantellengte van het dier en kan tot ca. 65 cm lang worden.
Habitat en ecologie
Er zijn geen zekere vondsten bekend van een los op het strand aangespoelde gladius. Vermoedelijk worden deze niet herkend en vervallen ze, gezien de hoge breekbaarheid indien droog, zeer snel. De schelp is wel uit te prepareren uit op het strand aangespoelde dieren.
Zie voor habitat en ecologie de betreffende pagina van het hele dier van de Grote pijlinktvis.
Areaal en verspreiding
Zie voor areaal en verspreiding de betreffende pagina van het hele dier van de
Grote pijlinktvis.
Literatuur
Heij, A. de & J. Goud, 2013. Hoofdstuk 11
Inktvissen - Cephalopoda: 327-340. In: Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen,
A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het
Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren
(Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Code
Auteurs
(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan
et al. -Ecologische atlas mariene weekdieren - 2013)
[H. Roode feb 2014; IvL feb. 2014]
Commentaar
Grafieken