|
|
Inwendige schelp van de Posthoreninktvis
Spirula spirula
(Linnaeus, 1758)
Zoekbeeld
Tienarmige inktvis. Mariene (diepzee-)soort. Inwendige schelp. Behoort zeker niet tot de Nederlandse fauna. Tot ca. 4
cm. Doorsnede buis: 8-13 mm. Matwit tot zilvergrijs, binnenkant
glanzend zilver- tot geelgrijs parelmoer. In een plat vlak spiraalvormig
losgewonden buis, met binnenin diverse schotjes. Buitenzijde vrij glad
aan, met groeilijnen.
Kenmerken
Afmetingen: breedte van de losgewonden spiraal: tot ca. 4 cm. Doorsnede buis: 8-13 mm.
Schelpkleur: Matwit tot zilvergrijs, binnenkant en septen (schotjes) glanzend zilvergrijs tot geelgrijs parelmoer.
Vorm: Een in een plat vlak spiraalvormig losgewonden buis, van binnen via diverse schotjes opgedeeld in losse kamertjes.
Sculptuur: De buitenzijde voelt vrij glad aan, met groeilijnen, die sterker vertegenwoordigd zijn rondom de schotjes.
Habitat en ecologie
Spirula spirula is een diepzee-inktvis die in bijna alle Oceanen ter wereld voorkomt. Echter zeker niet in de ondiepe Noordzee. Schelpen zijn, vanwege het feit dat de inwendige kamertjes of compartimentjes met gas gevuld zijn, in staat om drijvend grote afstanden af te leggen. Op deze wijze enkele malen op het Nederlandse strand aangetroffen.
Areaal en verspreiding
De inktvis leeft niet in de Noordzee. Schelpen zijn enkele malen aangespoeld.
Literatuur
Heij, A. de & J. Goud, 2013. Hoofdstuk 11
Inktvissen - Cephalopoda: 327-340. In: Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen,
A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het
Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren
(Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Code
Auteurs
[IvL jan. 2014]
Commentaar
Grafieken