|
|
Rugschild Gedoornde zeekat
Sepia orbignyana
Férussac, 1826
Zoekbeeld
Tienarmige inktvis, mariene soort. Inwendig rugschild. Tot 10 cm.
Geelbruin, vaak oranjeroze.
Langwerpig-ovale kalkplaat, uitlopend in
een zeer duidelijk, scherp, omgebogen puntje (rostrum). Aan de ene zijde zacht, aan de andere hard,
korrelig.
Rugschilden spoelen regelmatig aan, het
dier leeft niet in de Noordzee maar zuidelijker.
Te verwarren met
Andere kleinere zeekat-schilden. Hoewel de schelpen vaak min of meer beschadigd zijn, zijn ze aan de
rozerode kleur en vooral het scherpe rostrum te herkennen.
Kenmerken
Afmetingen:
Schelp: 35 x 100 mm.
Schelpkleur: Geelbruin, vaak oranjeroze.
Schelpvorm: Langwerpig-ovaal rugschild, uitlopend in
een zeer duidelijk, scherp, omgebogen puntje, het zogenaamde rostrum.
Sculptuur:
Schelp: aan de ene zijde zacht, met brosse lamellen, de andere hard,
korrelig.
Overig: Levende dieren zijn niet uit de Noordzee bekend. Door
het goede drijfvermogen kunnen de rugschilden over
grote afstanden vervoerd worden.
Habitat en ecologie
Pelagische soort.
Areaal en verspreiding
Dit is een zuidelijke inktvisssoort, met als
noordgrens
ongeveer Het Kanaal. Hoewel de Gedoornde zeekat niet tot de Nederlandse
fauna wordt gerekend, zijn de rugschilden wel bij aanspoelselmonitoring
betrokken, zowel omdat de drijvende schilden veel aanspoelen, als
vanwege de indicatiewaarde i.v.m. wind en zeestromingen. De vrij kleine rugschilden spoelen regelmatig, meestal
'invasiegewijs' op de stranden van de Zuidoostelijke Noordzeekust aan, meestal
in het najaar.
Literatuur
Bruyne, R.H. de, S.J. van
Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het
Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren
(Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Code
Auteurs
(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan
et al. -Ecologische atlas mariene weekdieren - 2013)
[S. van Leeuwen, 2013; IvL feb. 2014]
Commentaar
Grafieken