|
|
Nieuw-Zeelandse zeepok
Austrominius modestus
(Darwin, 1854)
Nederland (bron: Arjan Gittenberger)
Zoekbeeld
Marien en brak water soort. Herkenbaar aan de regelmatige stervorm, vooral duidelijk bij kleine tot middelmatig grote individuen.
Nadere informatie
[Extra bij exoten: gegevens over invasiviteit en impact;
situatie 2014]
Status
in Nederland
Een reeds gevestigde, in
potentie invasieve soort. Algemeen langs de kust van Groningen; Noord-Holland;
Zuid-Holland en Zeeland.
Oorsprong
en introductie
Gebied van oorsprong: Nieuw Zeeland en het zuidelijk deel van Australië, Azië.
Leefwijze: Mariene habitats op hard substraat, Estuaria en
brakwatergebieden.
Introductie en -wijze: Eerste melding in 1946, van de kust bij
Wassenaar. De soort is ongewild en onbewust door de mens aangevoerd, via
vervoer op scheepsrompen.
Impact
Belangrijkste
factoren: Voedsel- en ruimte-concurrentie.
Ecologische impact: A. modestus is een concurrent op het gebied van ruimte en voedsel
voor meerdere inheemse zeepokkensoorten. Op veel plaatsen op aarde heeft de
soort de inheemse zeepokken nagenoeg verdrongen (Lawson et al., 2004). In het
Nederlandse litoraal is er vooral concurrentie met de inheemse zeepok Semibalanus
balanoides, in het sublittoraal met Balanus
crenatus. Op deze manier heeft de Nieuw-Zeelandse zeepok een duidelijke
impact op de inheemse flora en fauna van het harde substraat langs de hele
kust. Dit geldt in het bijzonder voor Zeeland en de Waddenzee (Gittenberger et
al., 2010).
Eventuele economische impact: A. modestus is
wereldwijd en bekende fouling-soort op alle mogelijke harde substraten,
inclusief scheepsrompen (Gollasch, 2002). Hierdoor kan aanzienlijke hinder
ontstaan voor de scheepvaart. De soort kan zo zorgen voor aanzienlijke kosten
voor het schoonmaken en houden van schepen en bovendien van in- en
uitstroomkanalen en waterpijpen van electriciteitscentrales. Daar staat
tegenover dat de soort gebruikt wordt als test-organisme voor vervuiling met
gifstoffen. Met namede larven zijn zeer gevoelig en het feit dat de soort zich
het gehele jaar voortplant is gunstig in verband met monitoring en onderzoek
(Corner et al., 1968). Er zijn geen gegevens bekend over de economische impact
van de Nieuw-Zeelandse zeepok in Nederland.
Mate van invasiviteit
De mate van invasiviteit
van A. modestus is hoog. De dieren
kunnen leven in een wijde range aan habitats, vanaf 3 meter beneden de
laagwaterlijn tot hoog in het intergetijdengebied. De soort kan in korte tijd
zeer algemeen worden, groeit snel en heeft een grote voortplantingscapaciteit
(Crisp & Davies 1955). De dieren zijn hermafrodiet, al is wel
kruisbevruchting tussen individuen nodig. Nakomelingen worden het hele jaar
door geboren en worden elke twee weken in het water vrijgelaten. (Barnes &
Barnes, 1968). De soort verdraagt lage zoutgehalten en hogere temperaturen dan
de meeste inheemse zeepokken, uitgezonderd de eveneens ingevoerde Balanus improvisus (Gittenberger et al.,
2010).
Verspreiding en -snelheid
Het gebied van oorsprong van A. modestus
is Nieuw Zeeland en het zuidelijk deel van Australië (Harms, 1999). De soort is
geïntroduceerd in Europa in 1940-1943 via vervoer op scheepsrompen (Bishop,
1947, Stubbings, 1950). De verdere verspreiding ging eveneens per scheeprompen
(fouling) en (larven) via getijstromingen (Crisp, 1958). De eerste Nederlandse
melding stamt uit 1946 (Boschma, 1948, Leenhouts, 1948). Hierna verliep de verspreiding
in het Nederlandse kustgebied zeer snel (Stock, 1949). Al in 1951 had deze exoot nagenoeg
onze gehele kustlijn bevolkt, waar sindsdien geen verandering in is gekomen (Wolff, 2005). Het is momenteel verreweg de meest
algemene zeepok, voorkomend in allerlei habitattypen (Gittenberger et al.,
2010, Vaas, 1975), uitgezonderd dieper water in het offshoregebied.
Literatuur
- Barnes, H. and Barnes, M. 1968. Egg numbers, metabolic efficiency of egg
production and fecundity; local and regional variations in a number of common
cirripedes. Journal of Experimental Marine Biology and Ecology 2: 135-153.
- Bishop, M.H.W., 1947. Establishment of an immigrant barnacle in British
coastal waters. Nature (Lond.) 159: 501.
- Boschma, H., 1948. Elminius modestus in The Netherlands. Nature (Lond.)
161: 403-404.
- Buckeridge, J.S. & W.A. Newman, 2010. A review of the subfamily
Elminiinae (Cirripedia: Thoracica: Austrobalanidae), including a new genus,
Protelminius nov. from the Oligocene of New Zealand. Zootaxa 2349: 39-54.
- Corner, E.D.S., Southward, A.J. and Southward, E.C. 1968. Toxicity of
oil-spill removers (‘detergents’) to marine life: an assessment using the
intertidal barnacle Elminius modestus. Journal of the Marine Biological
Association of the United Kingdom 48: 29-47.
- Crisp, D.J. & P.A. Davies, 1955. Observations in vivo on the breeding
of Elminius modestus grown on glass slides. Journal of the Marine Biological
Association of the United Kingdom 34: 357-380.
- Crisp, D.J., 1958. The spread of Elminius modestus Darwin in north-west
Europe. J. mar. biol. Ass. U.K. 37: 483-520.
- Gittenberger, A., M. Rensing, H. Stegenga & B.W. Hoeksema, 2010. Native
and non-native species of hard substrata in the Dutch Wadden Sea. Nederlandse
Faunistische Mededelingen 33: 21-75.
- Gollasch, S. 2002. The importance of ship hull fouling as a vector of
species introductions into the North Sea. Biofouling 18(2): 105-121.
- Harms, J., 1999. The neozoan Elminius modestus Darwin (Crustacea, Cirripedia):
possible explanations for its successful invasion in European water.
Helgoländer Meeresuntersuch. 52: 337-345.
- Lawson, J., J. Davenport & A. Whitaker, 2004. Barnacle distribution in
Lough Hyne Marine Nature Reserve: a new baseline and an account of invasion by
the introduced Australasian species Elminius modestus Darwin. Estuarine,
Coastal and Shelf Science 60: 729-735.
- Leenhouts, P., 1948. De vondsten van Elminius modestus in Nederland.
Zeepaard 8: 26-27.
- Leewis, R. J., 2013. Veldgids exoten. KNNV Uitgeverij.
- Stock. J., 1949. Over het voorkomen van Elminius modestus (Darw.) op de
pier van IJmuiden. Zeepaard 9: 22-24.
- Stubbings, H.G., 1950. Earlier records of Elminius modestus Darwin in
British waters. Nature (Lond.) 166: 277-278.
- Vaas, K.F., 1975. Immigrants among the animals of the Delta-area of the SW.
Netherlands. Hydrobiol. Bull. 9:114-119.
Wolff, W.J., 2005. Non-indigenous marine and
estuarine species in The Netherlands. Zool.Med. Leiden 79 (1): 1-116
Code
Commentaar
Grafieken