Search
Search

Soorten

Ovale boothoren

Roxania utriculus

(Brocchi, 1814)

Ovale boothoren


Zoekbeeld

Mariene huisjesslak:  H. tot 15 mm. Dunwandig maar stevig. De laatste winding sluit alle voorgaande in, de top ligt verzonken, de mondrand steekt iets boven de schelp uit. Sculptuur van fijne spiraalgroefjes, deels opgebouwd uit putjes. In de lengte fijnere groeilijnen. Crèmewit, in de spiraalgroeven donkerbruin. Opperhuid roestbruin. Geen operculum. Noordzee, in dieper water verder van de kust. Spoelt zelden of nooit aan.

Te verwarren met

Cylichnina umbilicata, Cylichna cylindracea.

Kenmerken

Afmetingen:  H. tot 15 mm, B. tot 9 mm.
Schelpkleur:
Crèmewit, met in de spiraalgroeven donkerbruine lijntjes. De mondopening is van binnen wit.
Schelpvorm: Het schelpje is tamelijk dunwandig maar stevig. De laatste winding sluit alle voorgaande in, de mondrand steekt een weinig boven de schelp uit. De top ligt verzonken. Boven- en onderkant afgerond.
Sculptuur:
Fijne spiraalgroefjes, deels opgebouwd uit putjes. Daarnaast in de lengte fijnere groeilijnen

Dier: in kruipende toestand tot ruim 18 mm. Kopschild lang, ovaal afgerond, voorzijde in het midden wat ingedeukt. Voet met aan de zijkanten grote, lange, dunne flappen die de schelp over de gehele lengte omvatten, maar elkaar bovenop niet raken. Aan de achterzijde nog een achterste flap (pallial lobe) die de topzijde van de schelp deels kan omvatten. In de maag zitten drie onverkalkte, hoornachtige kauwplaten. Lichaamskleur grijswit met een geeloranje of bruinachtige zweem.

Habitat en ecologie

Van het sublitoraal tot een diepte van 1.500 m. De soort komt voor op fijnzandige, vaak slibrijke sedimenten. De dieren zijn ongetwijfeld carnivoor, maar het voedsel is onbekend. Zelf vormen ze voedsel voor onder meer kabeljauwachtigen. Over de voortplanting, het voortplantingsseizoen, de groei en levensduur konden geen gegevens worden getraceerd. Hoogstwaarschijnlijk zijn de dieren hermafrodiet en worden ze meerdere jaren oud.

Areaal en verspreiding

Van Noorwegen en IJsland tot de Canarische Eilanden. Ook in de Middellandse Zee. Van deze soort bestaan slechts weinig meldingen van het NCP. Deze zijn alle afkomstig uit dezelfde 10 x 10 km-hokken in het centrale deel van het NCP. Meerdere recente waarnemingen liggen in één enkel 10 x 10 km-hok in het noordelijke deel van het NCP.

Op het strand: Spoelt zelden of nooit aan.


Literatuur

Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

Code

x

Auteurs

(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan et al, 2013 -Ecologische atlas- 2013)
[HR feb. 2014]



Commentaar

Ovale boothoren

Grafieken

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top