|
|
Viltkokeranemoon
Cerianthus lloydii
Gosse, 1859
Zoekbeeld
Zeeanemoon. Twee van elkaar verschillende soorten tentakels. Buitenste tentakelkrans in doorsnede 2-3, tot 6 cm. Binnenste rond de mond gelegen tentakels tot 1 cm. Zuil 20, soms 40 cm, in doorsnede 1 cm. De soort leeft in een koker van aaneengekit zand/slib in de bodem en is zo aan het oog onttrokken. Tentakelkleur variabel: paars, bruin, oranje of wit. Soms donker gekleurde buitenste en lichtere mondtentakels of anders gekleurde ringen.
Kenmerken
Afmetingen: De doorsnede van de buitenste tentakelkrans ligt meestal tussen de 2 en 3 cm, maximaal tot circa 6 cm. De binnenste tentakels lijken niet langer dan enkele millimeters, maar kunnen tot circa 1 cm lang zijn. De voor duikers onzichtbare zuil kan een lengte bereiken tot 20, soms 40 cm en een doorsnede tot 1 cm.
Kleur: De kleur van de tentakels is zeer variabel. Vaak eenkleurig paars, bruin, oranje of wit. Soms ook met donker gekleurde buitententakels en licht gekleurde mondtentakels. Soms exemplaren met tentakels die anders gekleurde ringen vertonen. Bij elkaar staande dieren vertonen qua kleur geen overeenkomst.
Vorm: Vlak rond de mond staan zeer korte tentakels, waardoor de mondopening zelf vrijwel nooit te zien is. Meer aan de buitenkant bevindt zich een krans van lange dunne -vaak mooi gestrekte- tentakels. De tentakels in deze krans die zich het meest aan de buitenkant bevinden, zijn vaak horizontaal vlak boven de bodem uitgespreid. De iets meer naar binnen gelegen tentakels wijzen schuin naar boven. De soort leeft in een zelfgemaakte lange koker van aaneengekit zand en/of slib. De koker bevindt zich vrijwel geheel in de zachte bodem en is daardoor meestal geheel aan het oog onttrokken.
Overig: Bij de geringste aanraking trekken de dieren zich snel in de koker terug, schoksgewijs, meestal in twee stapjes.
Habitat en ecologie
De Viltkokeranemoon leeft in zachte (zand- of slib) bodems, nooit vastgehecht op stenen of ander hard substraat. De soort komt voor vanaf de laagwaterlijn tot op grote diepten en heeft voorkeur voor plaatsen met enige stroming, al worden plaatsen waar de bodem door sterke stroming veel in beweging is, gemeden.
Code
Auteurs
Commentaar
Grafieken