|
|
Slibanemoon
Sagartia troglodytes
Price, in Johnston, 1847
Bron: Marion Haarsma
Zoekbeeld
Zeeanemoon. Mondschijf in diameter tot 3-4 cm. Tentakels tot ca. 1 cm. Zuil in de
bodem tot 10 cm. Gewoonlijk zijn alleen de vaak horizontaal naar buiten gerichte tentakels en mondschijf
te zien. De zuil in de bodem verstopt. Variabel in kleuren en patronen. Soms egaal, soms hebben de tentakels een andere kleur dan de mond. Van bijna zwart tot
wit, of oranje met bruintinten, fel paars of
rose. Vaak in cirkels gerangschikte kleuren op de
tentakels en mond-schijf.
Te verwarren met
Kenmerken
Afmetingen: De mondschijf kan een diameter bereiken van circa 4 cm, doorgaans circa 3
cm. De maximum lengte van de tentakels is circa 1 cm. De zich in de
bodem bevindende zuil kan meer dan 10 cm lang zijn.
Kleur: De soort vertoont een buitengewoon grote variatie aan kleuren en
kleurpatronen. Soms zijn ze éénkleurig, soms hebben de tentakels een
geheel andere kleur dan de mond. De kleuren variëren van bijna zwart tot
wit. Veel voorkomend zijn oranje en bruintinten, maar ook fel paars of
rose komt voor. Vaak tekenen de verschillende kleuren zich op de
tentakels en mond-schijf af als cirkels. Dieren die bij elkaar staan verschillen in kleur en patroon
Vorm: Van de Gewone slibanemoon zijn meestal alleen de tentakels en mondschijf
te zien. De meeste tentakels staan schuin of bijna horizontaal naar
buiten gericht, waardoor de mondopening goed te zien is. De zuil bevindt
zich in de zachte bodem en is daardoor vrijwel aan het oog onttrokken.
De dieren
zitten altijd vastgehecht aan een (stukje) schelp of steen, al is dit
vaak bedekt met zand of slib.
Overige:
Aan de zuil, vooral de bovenkant, kleven vaak zandkorreltjes of stukjes schelp en ongeslachtelijke voortplanting door overlangse deling, zoals bij de
Sierlijke slibanemoon, komt niet voor. De zeszijdige symmetrie raakt dus
nooit verstoord.
Bij forse aanraking verdwijnt het hele dier in de bodem.
Habitat en ecologie
In zand of slib in spleten tussen stenen, of op (slibrijke) grotere
zandvlakten. Van iets boven de laagwaterlijn tot op grotere diepte. Ook
onder stenen, met de mondschijf 'hangend' naar beneden.
Nadere informatie
Literatuur
- Ates, R. M. (1997). Bloemdieren: de Zeeanemonen en hun verwanten van de Nederlandse kust. Zeeanjer.
Code
Auteurs
A.W. Gmelig Meyling (2013)
[IvL jan.2014]
Commentaar
Grafieken