|
|
Sierlijke slibanemoon
Sagartia elegans
Dalyell, 1848
Zoekbeeld
Zeeanemoon. Doorsnede tot 2,5 cm, h. 6 cm. Meerdere
kleurvariëteiten. Var. nivea: tentakels en mondschijf wit, mondschijf ongetekend. Var. venusta: tentakels wit. mondschijf
helder oranje, ongetekend. Var. miniata: (algemeenste in Nederland): donker kleurpatroon op mondschijf en tentakels als bij
de Gewone slibanemoon. Bij lichte aanraking komen witte neteldraden uit de zuilwand. De voet staat vrijwel nooit in het slib. Bijeenstaande dieren zien er vaak hetzelfde uit.
Te verwarren met
- Slibanemoon Sagartia troglodytes. Slibanemoon komt voor in het slib, terwijl de overige sagartia soorten op hardsubstraat voorkomen. De slibanemoon plant zich geslachtelijk voor, terwijl Sargatia elegans zich voornamelijk ongeslachtelijk voortplant. Hierdoor zie je vaak twee of meer identieke anemoon bijelkaar staan.
- Kleine sibanemoon Sagartia ornata. Hoog in de litoraalzone op hard substraat.
Kenmerken
Afmetingen: Mondschijf tot circa 2,5 cm doorsnede. Zuil tot circa 6 cm lang.
Kleur: In tegenstelling tot de Gewone slibanemoon zijn bepaalde
kleurvariëteiten te onderscheiden. In Nederland is de variëteit miniata
het minst zeldzaam. Het donkere kleurpatroon aan de basis van de
tentakels en op de mondschijf lijkt echter sterk op het patroon van de
Gewone slibanemoon. De kleuren van tentakels en mondschijf zijn eveneens
zeer variabel. Bij variëteit nivea zijn zowel tentakels als mondschijf
geheel wit en is er geen patroon op de mondschijf aanwezig. Bij de
variëteit venusta zijn de tentakels wit en is de mondschijf opvallend
helder oranje, terwijl er eveneens geen patroon op de mondschijf
aanwezig is.
Overig: Aan de zuil kleven vrijwel nooit zandkorrels of stukjes schelp.
Habitat en ecologie
De Sierlijke slibanemoon leeft vooral beneden de laagwaterlijn op stenen
en ander hard substraat van zeeweringen, met name nabij zeegaten.
Areaal en verspreiding
De soort is veel minder algemeen dan de slibanemoon. De dieren
zijn waargenomen in de mond van de Oosterschelde (Neeltje Jans), maar
ook bij Den Helder, Texel, Terschelling, Zoutelande, Vlissingen, en
Westkapelle. In de Noordzee vooral op wrakken wat verder uit de kust.
Nadere informatie
Literatuur
- Ates, R. M. (1997). Bloemdieren: de Zeeanemonen en hun verwanten van de Nederlandse kust. Zeeanjer.
Code
Auteurs
[A.W. Gmelig Meyling, maart 2015]
Commentaar
Grafieken