Afmetingen: De zuil van grote exemplaren kan een hoogte en doorsnede bereiken tot circa 4 cm, de tentakels hebben dan een lengte van 2 à 3 cm.
Kleur: Zowel de zuil als de tentakels van de Rode paardeanemoon zijn meestal rood. Aan de buitenrand van de tentakelkrans bevinden zich kenmerkende licht- tot fel donkerblauwe knobbels (acrorhagi), die als de tentakels uitstaan niet gemakkelijk te zien zijn. De zuil is eenkleurig, meestal roodbruin, maar ook vaak groen, soms bruin. De tentakels hebben dezelfde kleur als de zuil. Bij een groene zuil zijn ze meestal roodbruin.
Vorm: Brede, laag blijvende soort. De zuil is glad. Ingetrokken vormt de soort stevige rode bolletjes (tomaatjes) onder of tussen stenen. 
Zoektip: Zoek op plaatsen met veel stroming, onder en tussen stenen.

De dieren leven vrijwel uitsluitend hoog in de getijdezone, en worden daarom door duikers weinig gezien. Uitsluitend op hard substraat, voornamelijk onder grote stenen of in spleten. Op plaatsen met veel stroming, maar weinig zandtransport.

Vechttentakels zijn niet bekend. De blauwe knobbels houden mogelijk soortgenoten op afstand.
De soort vangt flinke prooien, zoals vis en krabben.
De dieren planten zich voor door jonge zeeanemoontjes uit te 'braken'. Deze jonge dieren bevinden zich vaak in spleten nabij de volwassen dieren.
De Zebra-anemoon (Actinia cf. striata, Rizzu, 1907) een in ons land zeldzame soort, lijkt sterk op de Rode paardeanemoon. Deze soort is vaak licht van kleur en heeft vertikale, vaak lichtgroene strepen op de zuil. (Alleen bekend van de zuidwestkust van Walcheren).

Commentaar