|
|
Zwakgebogen glanshorentje
Vitreolina antiflexa
Monterosato, 1884
Zoekbeeld
Mariene huisjesslak. Tot 4 mm. Levende exemplaren met glasachtige
schelp, lege huisjes melkwit.
Dunschalig,
spits horentje, met ca. 10 vlakke, gladde, glanzende
windingen. Meestal licht gekromd, sommige exemplaren vrijwel recht, ook
licht S-vormig gebogen exemplaren. Mondopening peervormig, operculum
smal, hoornachtig . geen sculptuur, oppervlak glad. Noordzee verder van
de kust. Leeft vermoedelijk ectoparasitair met zee-egels, zeekomkommers
en/of slangsterren.
Te verwarren met
Vitreolina philippi (niet met zekerheid van NCP bekend).
Kenmerken
Afmetingen: H. tot 4 mm, B. tot 1,3 mm.
Schelpkleur: Bij levende exemplaren glasachtig transparant. Lege huisjes zijn melkwit.
Schelpvorm: Dunschalig,
spits horentje, met ca. 10 opvallend vlakke, gladde, glanzende
windingen. De laatste neemt 35% van de totale schelphoogte in. Het
schelpje is meestal licht gekromd, maar sommige exemplaren zijn
praktisch recht. Er zijn ook licht S-vormig gebogen exemplaren bekend
(onder andere uit de Noordzee). De mondopening is peervormig. Operculum klein en smal, hoornachtig oranjebruin.
Sculptuur: Glad.
Dier: Onbekend. Het nauw verwante Kromme
glanshorentje Vitreolina philippi (Rayneval & Ponzi, 1854) heeft een platte kop zonder snuit of mondopening, met alleen een ingang voor de
lange uitstulpbare zuigslurf (acrembole proboscis) en vrij korte koptentakels, met zwarte ogen direct aan de
basis van de tentakels. De lichaamskleur is glasachtig wit, met
helderwitte en oranjerode vlekken.
Habitat en ecologie
In het
sublitoraal, vanaf iets beneden de laagwaterlijn tot
diepten van
ruim 200 m. De dieren leven ectoparasitair op – vermoedelijk –
stekelhuidigen.
Het is niet bekend of ze een specifieke gastheersoort hebben.
Mogelijk gaat
het om dezelfde soorten als genoemd voor V. philippi, te weten
meerdere
soorten zee-egels en zeeappels, zeekomkommers en slangsterren. Bij de Eulimidae zijn de geslachten gescheiden en vaak zijn
de
mannetjesdieren iets kleiner dan de vrouwelijke. Voortplantingsseizoen
onbekend.
Areaal en verspreiding
Het areaal
van deze soort strekt zich uit van Noorwegen
tot in de
Middellandse Zee. De soort is gevonden op een aantal locaties in
de
Oestergronden en een enkele keer op de Doggersbank. De dichtheden zijn
steeds laag.
Op het strand: Niet met zekerheid bekend, mogelijk verward met Vitreolina philippi.
Literatuur
Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W.
Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse
Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion
Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Code
Auteurs
(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling,
Daan et al, 2013 -Ecologische atlas- 2013)
[HR feb. 2014; IvL mrt 2014]
Commentaar
Grafieken