Search
Search

Soorten

Turtons wenteltrap

Epitonium turtonis

(Turton, 1819)

Turtons wenteltrap


Zoekbeeld

Mariene huisjesslak. Tot 40 mm. Beige tot lichtbruin met vage bruine vlekjes. Stevig priemvormig horentje. 12-15 windingen. Top spits, mond rond en samenvallend met een rib. Geen navel. Operculum rond, hoornachtig, Tot ca. 12 afgeplatte ribben, die plat op het schelpoppervlak liggen. De ribben sluiten meestal niet precies aan op die van de vorige en volgende winding en vaak zijn er een of meerdere breder. Tussen de ribben fijne, maar duidelijke spiraalsculptuur. Noordzee ver van de kust, schaars. Spoelt vooral op de Friese Waddeneilanden aan.

Te verwarren met

 Wenteltrap - de gewone - Epitonium clathrus.

Kenmerken

Afmetingen: H. tot 40 mm, B. tot 15 mm.
Schelpkleur: Beige tot lichtbruin met vage roodbruine tot chocoladebruine vlekjes, die op de laatste winding tot een spiraalband kunnen samenvloeien.
Schelpvorm: Stevig priemvormig horentje. Slanker en hoger dan de (gewone) Wenteltrap. 12-15 matig bolle windingen. Top spits, mond rond en samenvallend met een rib. Geen navel. Operculum rond, hoornachtig, donkerbruin.
Sculptuur: Deze soort heeft tot ca. 12 afgeplatte ribben, die echter niet afstaan, maar plat op het schelpoppervlak liggen. De ribben zijn vaak ongelijk van grootte en sluiten meestal niet precies aan op die van de vorige en volgende winding. Tussen de ribben fijne, maar duidelijke spiraalsculptuur.

Dier: Lichaamsbouw als bij de (gewone) Wenteltrap. Lichaamskleur echter meer transparant met lichte vlekken, koptentakels met korrelige lichte vlekjes.


Habitat en ecologie

De dieren leven op zand- en modderbodems vanaf iets onder de laagwaterlijn tot enkele tientallen meters diepte. De dieren voeden zich net als de andere soorten wenteltrappen met anemonen en zachte koralen. De dieren zijn hermafrodiet. Eicapsules wat gelijkmatiger piramidevormig of dubbelzijdig wigvormig dan bij de gewone Wenteltrap.

Areaal en verspreiding

Van Noorwegen en Het Kattegat (plaatselijk algemeen langs de Deense kust) tot in de Middellandse Zee en Zwarte Zee. In zuidelijker gebieden worden schelpen groter en hoger (tot 18 windingen) en is het vlekkenpatroon bonter of zijn de horens egaal donker chocoladebruin. Uit het Nederlandse kustgebied alleen met zekerheid bekend van de Oestergronden. Hier werden op één locatie 3 exemplaren gevangen in een boomkortrek in 1980. Daarnaast is er een visserijvangst van de Borkumer Stenen.

Op het strand: Spoelt vooral op de Friese Waddeneilanden af en toe naa (lege schelpen, vaak verkleurd).


Literatuur

Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

Code

x

Auteurs

(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan et al, 2013 -Ecologische atlas- 2013)
[HR feb. 2014; IvL mrt 2014]




Commentaar

Turtons wenteltrap

Grafieken

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top