Mariene tweekleppige. Tot 45 mm. Crémewit, geel tot paarsroze, met meestal een patroon van paarse, bruine of zelfs groenachtige stralende V-vormige vlekken en strepen. Binnenzijde vaak goudgeel, oranje of paarslila. Rond-ovaal, met omgebogen top. Buitenzijde met ondiepe, regelmatige concentrische ribben en groeilijnen. Mantelbocht aan binnenzijde tot iets voor het midden. Onderkant mantellijn en mantelbocht lopen vrijwel nergens parallel, mantelbocht in vrij hoekige punt. Meerdere keren in Zeeland (ingevoerd) gevonden. Verder nu en dan met drijvende voorwerpen op het strand.

Gevlamde tapijtschelp Polititapes virgineus.

Afmetingen: L. tot 45 mm, H. tot 30 mm.
Schelpkleur: Crémewit, geel tot paarsroze, met meestal een opvallend patroon van dieppaarse, bruine of zelfs groenachtige stralende V-vormige vlekken en strepen. Binnenzijde vaak goudgeel, oranje of paarslila.
Schelpvorm: Vrij stevige rond-ovale schelp. De top is omgebogen. Sculptuur van ondiepe, regelmatige concentrische ribben en groeilijnen.
Slot: Heterodont, in beide kleppen 3 gespleten cardinale tanden, waarvan de voorste zwakker is. Slotband uitwendig.
Binnenzijde schelp: Mantelbocht tot iets voor het midden. De onderkant van de mantellijn en van de mantelbocht lopen vrijwel nergens gelijk aan elkaar, de mantelbocht vormt een vrij hoekige punt.

Dier: Sifonen ongeveer voor de helft los van elkaar, ze kunnen vrij lang worden uitgestrekt. Aan de uiteinden een korte tentakelkrans. Lichaamskleur: crème tot geeloranje.

De soort leeft vooral in het gebied net beneden de laagwaterlijn en in het sublitoraal, ondiep ingegraven in een modderige zandbodem of fijn zand, soms ook in grof zand met schelpresten. Zelden ook in dieper water. Voortplanting: de dieren zijn van gescheiden geslacht. Ei-afzetting en bevruchting vinden plaats via de waterkolom in zomer en najaar.

Vanaf Noorwegen tot in de Middellandse Zee en langs de westkust van Afrika. Lang niet autochtoon bekend uit het Nederlandse deel van de Noordzee. Verse kleppen en doubletten regelmatig in materiaal van de schelpdiervisserij. Vanaf ca. 2007 nabij Yerseke regelmatig gevonden, nabij de spuikanalen van de putten ook af en toe levende exemplaren, vooral in poeltjes aan de westzijde van de haven. De soort heeft zich dus lokaal gevestigd en mogelijk weten te handhaven.

Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan et al, 2013 -Ecologische atlas- 2013)
[HR feb. 2014; IvL apr. 2014]

Commentaar