Search
Search

Soorten

Kruiskwal

Gonionemus vertens

A. Agassiz, 1862

Kruiskwal
Kruiskwal, Veerse Meer, Kats Heule, 26-06-2011 (bron: Sylvia Waaien.)


Zoekbeeld

Schijfkwal. De diameter van de schotel is 2 tot 4 centimeter. Lengte van de tentakels tot ca. diameter van de schotel. Schotel geheel doorschijnend. Kenmerkend zijn de geelbruin tot oranje geslachtsorganen die een kruisvormen. De tentakels zijn bruin en tonen op 4/5 deel een kronkel. Op de rand van de schotel, aan de basis van de tentakels bevinden zich gele tot groene stipjes.

Kenmerken

Afmetingen: De doorsnede van de schotel van volwassen exemplaren is 2 tot maximaal 4 cm. De tentakels kunnen een lengte bereiken die ongeveer gelijk is aan de doorsnede van de schotel.

Kleur: Geheel doorschijnend. De geslachtsorganen (gonaden) zijn bruin, geel tot oranje. Op de rand van de schotel bevinden zich fluoresceren gele tot groene stipjes op de plaats waar de tentakels ontspringen. Over ieder van de vier geslachtsorganen loopt een dunne bruine tot violette streep: een radiaalkanaal. De tentakels zijn donker tot lichtbruin.

Vorm: Klokvormig tot schotelvormig afhankelijk van het moment in de zwembeweging. Vlak onder de heldere glasachtige schotel is een bruin kruis te zien. Dit zijn de geslachtsorganen. Daarover loopt een dun paarsgekleurd radiaalkanaal.

Voor volwassen exemplaren geldt dat aan de rand van de schotel doorgaans 60 tot 80 tentakels ontspringen. Deze kunnen verschillende lengtes hebben. Het maximum aantal tentakels is ca. 110. Op 4/5 van iedere tentakels is een opvallende kronkel of knik zichtbaar, daar bevindt een hechtschijfje, waarmee het dier zich tijdelijk kan hechten aan wier of zeegras.

Centraal onder het lichaam zit de maag. Deze eindigt in een wat getuite mond met radiaire violette strepen en witte mondlippen met fijne franjes.

Extra: Aanraking met dit dier kan nare gevolgen hebben, waaronder allergische reacties, spierkrampen, zwellingen van de keel, druk op de borst en ademhalingsproblemen. Raadpleeg bij heftige reacties een arts. Bij heftige reacties kan ziekenhuisopname noodzakelijk zijn.


Habitat en ecologie

Kruiskwallen zijn vooral te vinden tussen zeegras en wieren waaraan ze zich kunnen hechten, maar ze kunnen ook pelagisch worden aangetroffen. De soort leeft in de getijdenzones met wieren of zeegras. De dieren kunnen ook worden gevonden in afgesloten brakke en zoute wateren.

Areaal en verspreiding

De Kruiskwal is zeldzaam. De soort is waargenomen in de Oosterschelde, het Grevelingenmeer, het Veerse Meer en Goesse Meer en diverse brakwaterkanalen in Zeeland.

Nadere informatie

[Extra bij exoten: gegevens over invasiviteit en impact; situatie 2014 (© ANEMOON) ]

Status in Nederland
Een reeds gevestigde (ingeburgerde), schaarse en alleen locaal voorkomende, in potentie invasieve soort.

Oorsprong en introductie
Gebied van oorsprong: noordelijke Stille Oeaan, elders ingevoerd.
Leefwijze: Mariene habitats, estuaria en brakwatergebieden.
Introductie en -wijze: Het is niet bekend hoe de soort Europa heeft bereikt. Dit zal in ieder geval onbewust en ongewild gebeurd zijn. Als meest waarschijnlijke en belangrijkste verspreidingsmanier- en route kunnen worden genoemd: ballastwater van schepen, aangroei - fouling - van scheepsrompen (larven). Ook aanvoer met aquacultuur-materiaal (oesters) of zelfs met aquariummateriaal valt niet uit te sluiten.

Impact
Belangrijkste factoren: Kruiskwallen zijn predatoren. Gezien het geringe voorkomen is de impact verwaarloosbaar.
Ecologische impact: Er zijn geen aanwijzingen van enige ecologische impact in Nederland. De meduse voedt zich met zoöplankton en kleine kreeftachtigen (isopoden, amphipoden). In het Grevelingenmeer was de soort plaatselijk aanwezig tussen 1976 tot eind jaren ‘80, maar inmiddels is de Kruiskwal hier vrijwel verdwenen vanwege de achteruitgang van het Zeegras.
Eventuele economische impact: De kruiskwal heeft een voor de mens giftige steek. Aanraking met de neteldraden kan spierkrampen, druk op de borst en zwellingen van de keel veroorzaken. In sommige gevallen kan behandeling in het ziekenhuis nodig zijn. De kans hierop is echter, gezien het schaarse voorkomen op plaatsen waar veel door badgasten wordt gezwommen, gering. Desondanks kan niet worden uitgesloten dat waders en zwemmers worden gestoken.

Mate van invasiviteit
De Kruiswal is inheems in het noordelijke deel van de Stille Oceaan (North Pacific: Vietnam, Zee van Ochotsk, Puget Sound, Aleoeten). De soort is ingevoerd in Zuid-Californië, Massachusetts, Connecticut, de Middellandse Zee en de Atlantische kust van Europa (inclusief Nederland). De invasiviteit valt, los van het grote secundaire verspreidingsgebied, af te leiden uit het grote aanpassingsvermogen aan verschillende habitas en milieus, de brede temperatuur-range (gematigd-koud tot gematigd warm water) en de wijde zouttolerantie (Polyhalien-Euhalien). De soort is voor het eerst in 1913 in Schotland ontdekt (Edwards 1976). Broch (1929) noemt transport in ballastwater, Leloup (1948) en Edwards (1976) veronderstellen introductie met oesters als Crassostrea virginica en/of C. gigas, Tambs-Lyche (1964) en Carlton (1985) vermelden transport (poliepen) via aangroei op scheepsrompen.

Verspreiding en -snelheid
In Nederland is G. vertens voor het eerst aangetroffen in een brakke kreek zonder getij op Walcheren in 1960 (Leentvaar, 1960, 1961). De soort was vrijwel zeker al eerder aanwezig aangezien Leloup (1948) de Kruiskwal al in 1946 en 1947 aantrof in België (Oostende, nabij de Nederlandse kust). In het Grevelingenmeer is de soort enige tijd op regelmatige basis waargenomen, maar nam de soort sterk af met de achteruitgang van de Zostera (zeegras-)velden (Edwards 1976; Bakker 1980; Wolff 2005). Tegenwoordig is het voorkomen zeer locaal, meestal in brak water, zoals bijvoorbeeld in het Goesse Meer, en in en rond de Oosterschelde. De soort is nergens algemeen. Er zijn geen waarnemingen uit de Waddenzee en langs de Hollandse Noordzeekust.

Literatuur

  • Bakker, C., 1980. On the distribution of Gonionemus vertens A. Agassiz (Hydrozoa, Limnomedusae), a new species in the eelgrass beds of Lake Grevelingen (S.W. Netherlands). Hydrobiol. Bull. (Amsterdam) 14 (3): 186-195.
  • Bakker, C., 1981. De hydromeduse Gonionemus vertens A. Agassiz, de kruiskwal, voorkomend in de zeegrasvelden van het Grevelingenmeer. Natura 78: 2-16.
  • Broch, H., 1929. Craspedote Medusen, Trachylinen (Trachymedusen und Narcomedusen). In: K. Brandt & C. Apstein (eds.). Nordisches Plankton 12-2: 481-540.
  • Carlton, J.T., 1985. Transoceanic and interoceanic dispersal of coastal marine organisms: the biology of ballast water. Oceanogr. Mar. Biol., Ann. Rev. 23: 313-371.
  • Edwards, C., 1976. A study in erratic distribution: The occurrence of the medusa Gonionemus in relation to the distribution of oysters. Adv. Mar. Biol. 14: 251-284.
  • Eno, N.C., R.A. Clack & W.G. Sanderson (eds) (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. JNCC, Petersborough, U.K., pp. 135.
  • Fofonoff P.W., G.M. Ruiz, B. Steves & J.T. Carlton, 2003. National Exotic Marine and Estuarine Species Information System. http://invasions.si.edu/nemesis/ Acc.: 20-Jun -2014.
  • Leentvaar, P., 1960. Een zeldzame kwal in de Rammekenshoek. De Levende Natuur 63: 261-262.
  • Leentvaar, P., 1961. Two interesting invertebrates, Limnadia lenticularis (L.) (Crustacea Phyllopoda) and Gonionemus vertens A. Agassiz (Limnomedusae), found in The Netherlands. Zoöl. Meded., Leiden, 37 (14): 225-230.
  • Leloup, E., 1948. Présence de la trachyméduse Gonionemus murbachi Mayer, 1901, à la côte belge. Bull. Mus. Roy. Hist. Nat. Belg. 24 (27): 1-4.

Code


Auteurs

Onbekend (begin 2013)
Tristan da Graça (2013)
[IvL okt 2014]
[AGM jan 2017]




Commentaar

Kruiskwal Kruiskwal

Grafieken



Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top