|
|
Kompaskwal
Chrysaora hysoscella
(Linnaeus, 1767)
Zoekbeeld
Schijfkwal. Doorsnede hoed tot 35 cm. Parapluvormig lichaam, geelwit doorschijnend met kenmerkend patroon van V-vormige, bruinrode strepen, dat doet denken aan een kompasroos. 24 randtentakels in 8 groepen van 3. Dunne tentakels en vier met franjes bezette mondarmen, die langer en dikker zijn dan de tentakels. De dieren kunnen pijnlijk steken (netelen).
Te verwarren met
Jonge dieren kunnen soms lijken op jonge ongekleurde exemplaren van de Blauwe haarkwal.
Kenmerken
Afmetingen: Hoed in doorsnede tot 35 cm. De draadvormige tentakels en de mondarmen kunnen een lengte bereiken van 2 meter.
Kleur: Het lichaam van de Kompaskwal is melkachtig wit. De kleur van de 'kompaslijnen' is donker bruinrood tot donker paars. Het patroon van de strepen doet denken aan een kompasroos, de strepen zijn vaak V-vormig, waarbij de punt van de V
naar het centrum van de hoed wijst. De lobben aan de rand van de hoed hebben ronde vlekken in dezelfde kleur. Ook de basisstreng van de mondarmen waarop de franje is 'geplaatst' heeft deze kleur.
Vorm: Doorschijnend parapluvormig lichaam. De rand van de hoed heeft 32 lobben. Onder deze rand bevinden zich 24 lange tentakels in acht groepen van drie. Onder de hoed zijn vier van franjes voorziene mondarmen te
zien, die langer zijn dan de tentakels.
Overig: De dieren kunnen ook voor de mens pijnlijk steken (netelen).
Habitat en ecologie
Volwassen dieren zwemmen en zweven enkele decimeters tot meters beneden het wateroppervlak. De Kompaswal komt vaak in grote groepen voor. Het voedsel bestat uit kleine
visjes en andere zeedieren, die met de tentakels worden verdoofd en gevangen.
De dieren veranderen gedurende het leven verschillende malen van geslacht. Meestal zijn ze eerst mannelijk, vervolgens hermafrodiet en
later vrouwelijk van geslacht. De eieren van de kwal worden in de
maagholte bewaard tot de eerste larvale stadia zijn doorlopen. Dit in
tegenstelling tot veel andere schijfkwallen, die de eieren direct in het water afzetten. Bij de Kompaskwal worden de eieren in het 'moederdier' bevrucht, de daar uitkomende Planula-larven worden vervolgens (pas) in het water afgegeven. In het hermafrodiete stadium is zelfbevruchting mogelijk. Na een planktonisch stadium zetten de Planulalarven zich op de zeebodem vast.
Areaal en verspreiding
N.O. Atlantische Oceaan, van de Zweedse westkust, Kattegat, Noordzee, tot in de Middellandse Zee. In de Nederlandse kustwateren algemeen van het voor- tot het najaar, het meest algemeen in zomermaanden en najaar. Noordzee, Oosterschelde.
Seizoenspatronen
De poliepen van deze kwal snoeren jongen kwallen af (strobuleren) in de winter. Volwassen dieren worden langs onze kust waargenomen van april t/m september, met een duidelijke piek van juli t/m augustus.
Literatuur
- van der Mark, C. et al. (2014). Zeeboek, Determinatietabellen voor flora en fauna van de Nederlandse kust. JBU.
- Leewis, R. (2002). Flora en fauna van de zee. KNNV.
- Wood, C. (2007). Seasearch Observer's Guide to Marine Life of Britain and Ireland. Marine Conservation Society.
Code
Auteurs
(Niels Schrieken, okt 2013)
Ivl [jan. 2014]
Commentaar
Grafieken