|
|
Glad porseleinkrabbetje
Pisidia longicornis
(Linnaeus, 1767)
Oosterschelde (bron: Mat Vestjens)
Zoekbeeld
Kleine krab, met een bijna rond rugschild tot ca. 1 cm. Vaak roodbruin. De
schaarpoten zijn bijna net zo groot als het rugschild. Op het eerste
gezicht 3 paar looppoten, het vierde paar zit vaak verborgen onder het
schild.
Te verwarren met
Harig porseleinkrabbetje, die is echter geheel bedekt met haartjes.
Kenmerken
Afmetingen: volwassen exemplaren met een tot 1 cm groot rugschild.
Kleur: Roodbruin, bruin. Vaak met aangroeisels.
Rugschild: Vrijwel rond. Aan de voorzijde drie afgeronde tanden met kleine tandjes erop tussen de ogen. Aan de zijkant enkele kleine tandjes. De bovenkant is iets korrelig en heeft enkele haartjes.
Poten: De scharen van de voorste poten zijn links en rechts verschillend. De zijkant heeft een dubbele groeve. De vaste vinger heeft aan de buitenzijde een groeve en aan de bovenzijde in het midden een tand. De palm wordt naar voren toe breder. Het overige drie paar poten is ongeveer gelijk, glad met hier en daar een haartje. Op de uiterste twee segmenten van deze poten staan stekels. Het laatste paar poten is is klein en slank en heeft een klein schaartje. Deze poten zitten meestal onder het schild verstopt.
Overig: Porseleinkrabbetjes behoren niet tot de echte krabben (Infraorde Brachyura) maar tot de Anomura, waartoe ook Heremietkreeften behoren. Door met hun kleine achterlijf, dat normaal onder het achterlijf
gebogen zit, snel heen en weer te bewegen kunnen Porseleinkrabbetjes
zwemmen.
Habitat en ecologie
Gladde porseleinkrabbetjes leven op en tussen tussen allerlei organismen, voornamelijk op hard substraat. De kaakpoten hebben geveerde aanhangsels, waarmee ze door het water slaan en zo eetbaar spul vangen. Het voedsel bestaat uit dierlijke en plantaardige organismen; het zijn alleseters.
Areaal en verspreiding
N-Atlantische Oceaan, Middellandse Zee, Noordzee, Oostzee. In Nederland in de Oosterschelde en Westerschelde, in de open Noordzee veelvuldig op wrakken te vinden.
Seizoenspatronen
Meldingen van vrouwtjes met eieren zijn sporadisch en bekend uit het zomerhalfjaar.
Literatuur
Leewis, R.J., G.R. Heerebout & C. Jacobusse (eds.), 2010. Zeefauna in Zeeland, deel 2: Kreeften, Krabben en garnalen. Fauna Zeelandica, deel 5. Wilhelminadorp, Uitg. Het Zeeuwse Landschap. 144 pp.
Code
107188
Auteurs
[Niels Schrieken, nov 2016]
[IvL jan. 2014]
Jacob Leloux (2013)
Commentaar
Grafieken