|
|
Wit muntschelpje
Hemilepton nitidum
(Turton, 1822)
Zoekbeeld
Mariene tweekleppige. Tot 3,5 mm.
Vuilwit, zwak doorschijnend, top meer lichtgeel. Dunschalig en fragiel.
Oppervlak met fijne concentrische lijntjes en met name onder
de top talloze minuscule putjes. Ligament geheel binnen de schelp.
Mantellijn zonder mantelbocht. Schaars in de Noordzee vooral bekend van de Oestergronden, inclusief het Friese
Front. Zelden op het strand in fijn aanspoelsel.
Kenmerken
Afmeting: 3,5 X 3,5 mm.
Kleur: Vuilwit, zwak doorschijnend, umbo’s meer lichtgeel.
Schelpvorm: De schelp is dunschalig en fragiel en de kleppen zijn enigszins bol.
Sculptuur: Fijne concentrische lijntjes. Met name onder de umbo’s zijn talloze minuscule putjes aanwezig. De umbo’s zelf steken duidelijk iets boven de schelp uit.
Slot: Heterodont, met in beide kleppen één kleine cardinale tand, met aan weerszijden duidelijke laterale tanden (vier in rechterklep, twee in linker). Ligament geheel binnen de schelp.
Binnenzijde schelp: 2 Spierindruksels, mantellijn zonder mantelbocht.
Habitat en ecologie
Geen specifieke voorkeur voor een bepaald sedimenttype. Wordt zowel in grof zand als in klei en slibrijke fijnzandige sedimenten gevonden.
Areaal en verspreiding
Van Noorwegen en de Oostzee tot de Middellandse Zee. In de Noordzee voor het eerst levend waargenomen in 1992. De meeste vindplaatsen zijn bekend van de Oestergronden, inclusief het Friese Front.
Op het strand: Enkele malen met zekerheid gevonden in fijn gruis. Mogelijk betreft het deels fossiele exemplaren.
Code
Auteurs
Brendan Oonk (2013)
[IvL mei 2014]
Commentaar
Grafieken