|
|
Echte zoetwaterspons
Ephydatia fluviatilis
(Linnaeus, 1759)
Foto: Silvia Waajen
Zoekbeeld
Spons uit zoet en licht-brak water. Korstvormende soort. Bedekking tot meerdere cm2. Groen in ondiep water door symbiotische algen, in dieper water geelwit of bruinroze.
Te verwarren met
Nederland telt vijf soorten zoetwatersponzen. Twee soorten zijn algemeen: Spongilla lacustris en Ephydatia fluviatilis. Een zekere determinatie is echter alleen mogelijk door de skeletnaalden, of de overwinteringsbolletjes (gemmulae) onder een microscoop te bekijken.
Een indirecte manier
om Ephydatia te identificeren is de habitat: alle op zeeklei liggende
zoete of zwak brakke wateren in Noord- en Zuid-Holland, Zeeland, Friesland en Groningen
hebben alleen E. fluviatilis, kennelijk vanwege het
kleine beetje zout dat de bodem bevat.
Kenmerken
Afmetingen: Korstvormende sponzen kunnen een oppervlakte van meerdere cm2 bedekken, vertakte sponzen kunnen wel een meter lang
worden.
Kleur: In dieper water zijn sponzen wit, geel, roze of bruin. In ondieper water kunnen ze ook groen gekleurd zijn door symbiotische algen.
Spicula: Lange dubbelpuntige naalden, 180-550um. Ook kleine (25 um) haltertjes waarvan in de praktijk de uiteinden als rafelige rondjes te zien zijn (zie foto's).
Habitat en ecologie
Sponzen komen zowel in stromende als stilstaande wateren voor. Ze kunnen ook op grotere diepten voorkomen. Zelfs onder de stenen zijn nog sponzen te vinden. Ze kunnen ook
hangend voorkomen en vormen dan vertakte, gewei-achtige structuren. In stromende wateren blijven de sponzen compacter en vormen zelden geweivormige uitlopers. De Echte zoetwaterspons is te vinden op alle niet te zachte substraten in zoet
water. Zelfs op waterplanten.
Areaal en verspreiding
Europa, Canada. In alle stilstaande en vooral zacht stromende zoete wateren.
Seizoenspatronen
Zoetwatersponzen kunnen het hele jaar gevonden worden, maar in de winter vormen veel sponzen gemmulae.
Nadere informatie
Aan het eind van de zomer, in herfst en winter vormen veel sponzen overwinteringsballetjes (gemmulae). Gemmulae van deze zoetwaterspons zijn gelig van kleur en hebben een doorsnede van enkele mm, maar omdat ze met velen bij elkaar zitten op de plaats waar in de zomer de spons gestaan heeft, zijn ze toch relatief makelijk te vinden. Zodra de watertemperatuur omhoog gaat groeien de gemmulae uit tot nieuwe sponzen. Niet alle sponzen vormen gemmulae.
Rob van Soest -> (citaat uit e-mail) "Voor definitieve identificatie zijn gemmulae nodig, die zijn er
zo aan het eind van de zomer en herfst en winter. Een indirecte manier
om Ephydatia te identificeren is de habitat: alle op zeeklei liggende
wateren in Noord- en Zuid-Holland, Zeeland, Friesland en Groningen
hebben voorzover bemonsterd alleen E. fluviatilis, kennelijk vanwege het
kleine beetje zout dat de bodem bevat". (einde citaat)
Literatuur
- Van Soest, R.W.M., 1976.
De Nederlandse mariene en zoetwatersponzen – Porifera-. Wetenschappelijke
Mededelingen KNNV 115, 36 p.
- Van Soest, R.W.M., 1977.
Marine and Fresh water sponges (Porifera) of the Netherlands.
Zoologische Mededelingen 50 (16): 261-273.
- Van Soest, R.W.M., 2014.
Sponzen. In F. van der Burgt (Ed.): Zeeboek, p 45-52. Jeugdbonduitgeverij & KNNV, ‘s Graveland.
- Van Soest, R. (2015). Ephydatia fluviatilis (Linnaeus, 1759). In: Van Soest, R.W.M; Boury-Esnault, N.; Hooper, J.N.A.; Rützler, K.; de Voogd, N.J.; Alvarez de Glasby, B.; Hajdu, E.; Pisera, A.B.; Manconi, R.; Schoenberg, C.; Janussen, D.; Tabachnick, K.R., Klautau, M.; Picton, B.; Kelly, M.; Vacelet, J.; Dohrmann, M.; Díaz, M.-C.; Cárdenas, P. (2015) World Porifera database. Accessed through: World Register of Marine Species at http://www.marinespecies.org/aphia.php?p=taxdetails&id=167144 on 2016-02-10
Code
Auteurs
Silvia Waajen (2013)
[IvL jan. 2014]
Floris Bennema 2016
Categorieën:
Soorten,
Sponzen
Commentaar
Grafieken