|
|
Gevlekte lipvis
Labrus bergylta
Ascanius, 1767
Gevlekte lipvis - Labrus bergylta (Foto: Wijnand Vlierhuis)
Zoekbeeld
Zeevis. Tot 60 cm. Stevige, hoge vis met een doorlopende, stekelige rugvin. De staart is fors vlagvormig. De snuit is vrij spits, de lippen dik en vlezig. Variabel van kleur en -patroon. Vaak groenbruin met lichtere buik, maar ook fel rode varianten komen voor. Ook vaak bruinrood gevlekt of gestippeld of egaal gekleurd.
Te verwarren met
De meeste soorten lipvissen kunnen makkelijk met elkaar verward worden. De variatie in kleuren werkt ook verwarrend. De Gevlekte Lipvis wordt met 50 tot 60 centimeter verreweg het grootst.
- De Zwartooglipvis, de soort die nog het meest in Nederland wordt gezien, heeft een zwarte vlek op de staart en een halvemaanvormige vlek achter de ogen.
- De Kliplipvis is een slankere soort lipvis die uniformer van kleur blijft. Meestal blijven ze oranje tot roestbruin egaal van kleur met een zwarte vlek op de staartwortel.
Kenmerken
Afmeting: tot 60 cm.
Kleur: Meestal groenbruin met lichte buik, maar ook fel rode
varianten komen voor. Ze kunnen zowel gestippeld als egaal
zijn.
Vorm: Stevige, hoge vis met een vrij spitse snuit en vlezige lippen. In de mond een rij grote tanden, met daarachter een rij ingezonken kleinere.
Vinnen: Eén doorlopende,
stekelige rugvin met 19-21 stekels en ca 10 vinstralen. Borst en buikvinnen min of meer afgerond. Anaalvin met 3 stekels en tot 10 vinstralen. De staart is fors vlagvormig.
Overig: De achterrand van de voorkieuwdeksels is glad. Zijlijn met meer dan 40 schubben.
Habitat en ecologie
Bewoners van rotskusten en wrakken, overal waar voldoende nestmogelijkheden te vinden zijn. Ook in zeewiervelden. De dieren maken een nest van wier dat ze met slijmdraden verstevigen. Meestal te vinden op een diepte tussen de
10 en 20 m. Jonge vissen houden zich op in getijdewateren.
Areaal en verspreiding
Kustwateren van de Noordoostelijke Atlantische Oceaan van Noorwegen tot Marokko, ook in de Middellandse Zee. In de Noordzee trekken in de zomer naar de noordelijke kusten en op hun terugtocht, in de wintermaanden, verblijven ze ook langs de Nederlandse kust.
Literatuur
- Nijssen, H., 2010. Zeevissen.
KNNV-Veldgids nr. 14. Utrecht, Stichting Uitgeverij KNNV. 160 pp.
- Nijssen, H. & S. J. de Groot, 1987. De vissen van Nederland. Uitg. KNNV,
Utrecht. nr. 42. 224 pp.
- Redeke, H.C., 1941. Fauna van Nederland. Afl. X: Pisces (Cyclostomi-Euichthyes)
(Ti-Tii). 1-331. Sijthoff, Leiden.
- Zoetemeyer, R.B., 2010. Overzicht van de Nederlandse zeevissen. Uitg.
Sportvisserij Nederland, Bilthoven. 212 pp.
Code
Auteurs
W. Vlierhuis (nov 2013); [IvL jan. 2014]
Categorieën:
Soorten,
Vissen
Commentaar
Grafieken