|
|
Gesterde geleikorst
Botryllus schlosseri
(Pallas, 1766)
Grevelingen, Nieuwe Kerkweg, 12-06-2017 (bron: Richard Vermeulen)
Zoekbeeld
Mariene kolonievormende zakpijp. De kolonie heeft in stervorm rond een gemeenschappelijke
uitstroomopening gerangschikte zakpijpjes. Vormt plakkaten
tot enkele dm2 op allerlei substraat. 'Sterren' in doorsnee 1 cm, individuele zakpijpjes ca. 4 mm. Variabel gekleurd: blauw, paars, geel, bruin tot zwart. Individuele
zakpijpjes - sterretjes - vaak lichter en contrasterend met de verder donkere kolonie. Donkere sterren
op een lichte ondergrond komen ook voor.
Te verwarren met
- slingerzakpijp,
- druipzakpijp,
- Grijze korstzakpijp.
Kenmerken
Afmetingen: Kolonies kunnen afmetingen bereiken van vele cm2 tot enkele vierkante dm2. De 'sterren' hebben een doorsnee tot circa één cm. De individuele zakpijpjes zijn niet veel groter dan 4 mm.
Kleur: Zeer variabel: blauw, paars, geel, bruin tot bijna zwart. De individuele zakpijpjes - sterretjes - zijn meestal lichter gekleurd en contrasteren doorgaans sterk met de rest van de kolonie, die vaak veel
donkerder gekleurd is. Het omgekeerde komt ook voor, donkere sterretjes op een lichtere ondergrond. Rondom de sterren, in de donkere gedeelten, zijn
met enige moeite de eveneens donkere instroomopeningen te zien.
Vorm: Een kolonievormende zakpijp die plakkaten
vormt op allerlei substraat. Kenmerkend zijn de in stervorm rond een gemeenschappelijke
uitstroomopening gerangschikte individuele zakpijpjes. Er zijn ca. 3-12 zakpijpjes per uitstroomopening. De
kolonie voelt zacht, glad en vlezig aan.
Habitat en ecologie
De soort kan op allerlei substraat worden aangetroffen, waaronder stenen, wieren en andere zakpijpen, met name de Knotszakpijp.
Areaal en verspreiding
De Gesterde geleikorst is in Nederland zeker niet zeldzaam en kan vrijwel overal langs de kust worden aangetroffen (Waddenzee, Noordzee, Grevelingen, Oosterschelde, Veerse Meer en Westerschelde). Op veel plaatsen talrijk.
Seizoenspatronen
Gevoelig voor strenge winters, de kolonie sterft dan af.
Nadere informatie
Wordt soms ook wel 'Sterretje' genoemd. Deze naam is echter verwarrend,
omdat de naam Sterretje al voor de zeepok Elminius modestus
wordt gebruikt. Als volksnaam is plaatselijk 'Puienmoer' in gebruik.
Daarnaast is de naam 'Paarse geleikorst' in gebruik. Ook deze naam kan
beter worden vermeden, aangezien de soort in allerlei kleuren kan worden
aangetroffen en vaker bruinzwart is dan paars.
[Extra bij exoten: gegevens over invasiviteit en impact; situatie
2014 (© ANEMOON) ]
Status
in Nederland
Een gevestigde, algemeen
voorkomende, in potentie invasieve soort. Leeft autochtoon in mariene milieus
grenzend aan de provincies Friesland,
Groningen, Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland.
Oorsprong
en introductie
Gebied van oorsprong: Noordelijke Atlantische Oceaan (?).
Leefwijze: Mariene habitats, estuaria en brakwatergebieden. Leeft op
hard substraat.
Introductie en -wijze: Het is niet bekend wat de meest waarschijnlijke
en belangrijkste verspreidingsmanieren en routes zijn. Mogelijk is de soort onbewust
en ongewild ingevoerd door de mens, bijvoorbeeld als aangroeisoort aan scheepsrompen.
Het jaar van de eerste melding is onbekend, de soort was al vóór 1859 aanwezig.
Impact
Belangrijkste factoren: (voedsel- en ruimte-)concurrentie.
Ecologische impact: De Gesterde geleikorst is een
samengestelde zakpijp die groeit op hard substraat en bouwwerken in havens en
elders. Andere soorten kunnen worden overgroeid en bedekt, waarna andere
soorten en populaties kunnen afnemen door concurrentie. De soort zal
vermoedelijk hierdoor wel invloed hebben op het milieu, maar er zijn uit
Nederland geen samenvattende gegevens bekend over de invloed van deze soort op
het ecosysteem.
Eventuele economische impact: Er zijn geen gegevens
voorhanden betreffende de economische impact van deze soort op het mariene
milieu in Nederland.
Mate van invasiviteit
Of het hier om een invasieve
soort in Europa gaat is onderwerp van discussie. Het exacte oorsprongsgebied
lijkt onbekend. Dit zou het Noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan
kunnen zijn (Wolff, 2005). In dat geval is dit geen daadwerkelijke Europese invasieve
soort, aangezien het natuurlijke verspreidingsgebied zich dan uitstrekt vanaf
Noorwegen tot in de Middellandse Zee (Hayward and Ryland 1991). B. schlosseri
is heden ten dage ook aanwezig langs veel kusten in Azië, waaronder die van
Rusland; Hong Kong; Zuid-China (Nishikawa 1991) en de USA. Wereldwijd gezien
komt de soort wijdverbreid voor langs gematigde kusten aan beide zijden van de
Noordelijke en Zuidelijke Atlantische Oceaan en Stille Oceaan. De Gesterde geleikorst
maakt deel uit van fouling-gezelschappen en
wordt vermoedelijk regelmatig vervoerd via scheepswanden en met materialen voor
aquacultuur. Het is een snel groeiende soort, in staat zich snel aan te passen,
tolerant voor lagere en hogere zoutgehalten en temperaturen, die in staat is
tot zelfbevruchting - hermafrodiet - (Fofonoff et al., 2003).
Verspreiding en
-snelheid
Vermoedelijk betreft het hier geen niet-inheemse exoot en kan de Gesterde
geleikorst beter worden gezien als autochtoon bestanddeel van de Noordzeefauna.
Het voorkomen van vermoedelijk deze soort werd al in publicaties uit de periode
vóór 1859 aangehaald, met als referentiepunt de betiteling door Herklots als
'Inlandsch'. Op het moment ligt het zwaartepunt in de verspreiding duidelijk in
de provincie Zeeland (Oosterschelde, Westerschelde, Grevelingenmeer), maar de
soort is ook bekend uit de Waddenzee en van meerdere Waddeneilanden
(Gittenberger et al., 2009). De soort zou zijn afgenomen in de Oosterschelde en
in het Grevelingenmeer (Leewis et al., 2005).
Literatuur
- Wood, C., 2013. The Diver's Guide to Marine Life of Britain and Ireland. Wild Nature Press, Plymouth, UK.
- Gittenberger, A., M. Rensing, H. Stegenga & B.W.
Hoeksema, 2009. Inventarisatie van de aan hard substraat gerelateerde
macroflora en macrofauna in de Nederlandse Waddenzee. GiMaRIS rapp 2009.11.
- Leewis, R., 2002. Veldgids Flora en fauna van de zee (No. 16). Knnv.
- Hayward, P.J. & J.S. Ryland, J.S. (Ed.), 1995.
Handbook of the marine fauna of North-West Europe. Oxford University/Oxford
University Press: Oxford. 800 pp.
Code
Auteurs
IvL [feb. okt 2014],[Niels Schrieken, maart 2018]
Commentaar
Grafieken