Search
Search

Soorten

Japans bessenwier

Sargassum muticum

(Yendo) Fensholt, 1955

Japans bessenwier


Zoekbeeld

Zeewier. Bruinwier. Groot, groenbruin zeewier dat in bossen groeit. Kan tussen de 1 en 5 meter worden. Karakteristiek zijn de kleine, besvormige drijfblaasjes, die in grote aantallen langs de zijtakken groeien. Groeit in het ondiepe sublitoraal (beneden de laagwaterlijn), op hard substraat. Zeeland (o.a. Oosterschelde en Het Grevelingenmeer) en Waddenzee. Aangespoeld op het strand langs de hele kust.

Te verwarren met

Door de lengte en kleine drijfblaasjes (in de vorm van besjes) is Japans bessenwier niet te verwarren met andere wiersoorten. 


Kenmerken

Afmetingen: Japans bessenwier is een van de grootste wieren in Nederland. De bossen groeien tussen de 1 en 5 meter. De drijfblaasjes, die de vorm van besjes hebben, worden enkele mm in doorsnede.
Kleur:
Donker tot groenbruin, de drijfblaasjes zijn vaak geelbruin.
Vorm: 
Het thallus (plantvorm) bestaat uit een centrale as (stipe) met loodrecht daarop kleinere zijtakken, die beurtelings links en rechts van de centrale as staan. Deze zijtakken zijn dichtbezet met blaadjes (waar fotosynthese plaatsvindt), drijfblaasjes en voortplantingsorganen. Het geheel zit met een hechtschijf vastgeplakt aan hard substraat, door middel van een zure suikerverbinding die door het wier wordt geproduceerd.    

Basaal zijn de blaadjes ongekarteld en tot enkele cm lang, in het middendeel van het thallus zijn de blaadjes kleiner en gekarteld, in het bovenste deel zijn ze lijnvormig of ontbreken ze geheel. De drijfblaasjes zijn rond (soms langgerekt, maar geen punt aan de top) en staan op steeltjes. De voortplantingsorganen zijn langwerpig en kegelvormig.
Textuur:
Taai/stevig en glad


Habitat en ecologie

Deze wiersoort wordt in getijdenwater gevonden in het ondiepe sublitoraal (het gebied onder de laagwaterlijn), dichtbij de kust, op hard substraat. Met heel laag water drijft het bovenste deel van het thallus aan de oppervlakte. In stilstaand water kan het wier tot enkele meters onder de waterlijn voorkomen. Deze soort groeit niet in het intergetijdengebied, omdat het een lage tolerantie voor droogvallen heeft. Wel kan het tegen een laag zoutgehalte (bijvoorbeeld op plekken waar zoet en zout water mengen). Japans bessenwier kan zich binnen het eerste levensjaar al reproduceren en kan zichzelf ook bevruchten (het is hermafrodiet). Daardoor groeit het erg snel en kan het sterk competeren met inheemse soorten. De eerste delingen van de zygote (bevruchte eicel) vinden al plaats wanneer de zygote zich nog in de 'moederplant' bevindt, zodat de plantjes als embryo’s vrijkomen. 

Op het strand: Japans bessenwier wordt ook veel aangespoeld aangetroffen, waaronder vaak vruchtbaar en met jonge embryo’s, wat de snelle verspreiding kan verklaren. 


Areaal en verspreiding

Oorspronkelijk komt dit wier uit de Grote Oceaan (Japan). De soort is voor het eerst in Europa gevonden aan de Engelse kust (1973) en heeft zich vervolgens snel verspreid langs de gehele West-Europese kust. Waarschijnlijk is het wier meegekomen met het invoeren van de Japanse oester. In Nederland komt Japans bessenwier voor in de Oosterschelde en de Grevelingen. Ook in het Waddengebied wordt het gevonden.

Seizoenspatronen

De hechtschijf van Japans bessenwier is meerjarig en blijft het hele jaar door staan. Als het koud is, verliest dit wier zijn blaadjes en drijfblaasjes. Wanneer het warm genoeg blijft, groeit het wier het hele jaar door. 


Literatuur

Stegenga, H. & Mol, I., 1983. Flora van de Nederlandse zeewieren. KNNV uitgave nr. 33, Amsterdam 257 pp.


Code


Auteurs

Luna van der Loos (februari 2014)



Categorieën:

Soorten, Bruinwieren

Commentaar

Japans bessenwier Japans bessenwier Japans bessenwier

Grafieken

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top