Search
Search

Soorten

Gehoornde slijmvis

Parablennius gattorugine

(Linnaeus, 1758)

Gehoornde slijmvis
Gehoornde slijmvis - Parablennius gattorugine. Noordzee, Wrak Vaderdag, 19-11-2011 (Foto: Wijnand Vlierhuis)


Zoekbeeld

Zeevis. 17,5-20 (tot 30) cm. Langwerpige bodemvis met een gladde slijmerige huid. Geelgroen tot bruin, vaak met bruine en oranje vlekken en dwarsbanden op de flanken. Doorlopende, niet ingedeukte rugvin over de hele rug. Anaalvin half zo lang. Kenmerkend zijn de twee opvallende, vertakte tentakels boven de ogen. Ondiep water tussen stenen. Eieren bewaakt door het mannetje (broedzorg). Nu en dan in Zeeland.


Te verwarren met

De Gehoornde slijmvis kan verward worden met de (gewone) Slijmvis. Die heeft echter nooit tentakelachtige sprieten op de kop.


Kenmerken

Afmeting: 17,5-20 cm ( maximaal 30 cm).
Kleur: Geelgroen tot bruin, met roodbruine en oranje vlekken en vaak dwarsgestreepte kleurbanden op de flanken. Ogen vaak roodachtig.
Vorm: Langwerpige bodemvis met een gladde slijmerige huid. Twee opvallende vertakte tentakels boven de ogen.
Vinnen: Over de hele rug doorlopende, niet ingedeukte rugvin. Anaalvin half zo lang.


Habitat en ecologie

Gehoornde slijmvissen leven in meestal ondiep water tussen stenen, op plaatsen met veel schuilplaatse waar ze een territorium hebben en waar de vrouwtjes tijdens de paaitijd in maart-mei, hun eieren in rotsspleten e.d. afzetten. Dit territorium wordt fel verdedigd en ook de eieren worden bewaakt door het mannetje (broedzorg). Gehoornde slijmvissen kunnen behalve in de getijdenzone langs rotsachtige kusten ook gevonden worden op wrakken ver op zee, op diepten van 30 m of meer. Jonge dieren leven vooral in wiervelden. De vissen gaan met name in de schemering en 's nachts op jacht. Het voedsel bestaat uit kreeftachtigen, wormen, stekelhuidigen en andere ongewervelden, maar ook zeeanemonen en wieren (algen) zouden worden gegeten.


Areaal en verspreiding

Vooral in het zuidelijk deel van de Noordzee, verder langs de Oost-Atlantische Oceaan van Ierland tot West-Afrika (Marokko) en in de Middellandse Zee. Langs de Nederlandse kust vrij zeldzaam. Bekend uit de Waddenzee en vooral uit de Zeeuwse wateren, waar de soort vooral op stenige dijken en op mossel- en oesterbanken wordt gezien. De dieren zijn nieuwsgierig en komen vaak te voorschijn om duikers te bekijken.

Literatuur

Nijssen, H., 2010. Zeevissen. KNNV-Veldgids nr. 14. Utrecht, Stichting Uitgeverij KNNV. 160 pp.
Nijssen, H. & S. J. de Groot, 1987. De vissen van Nederland. Uitg. KNNV, Utrecht. nr. 42. 224 pp.
Redeke, H.C., 1941. Fauna van Nederland. Afl. X: Pisces (Cyclostomi-Euichthyes) (Ti-Tii). 1-331. Sijthoff, Leiden.
Zoetemeyer, R.B., 2010. Overzicht van de Nederlandse zeevissen. Uitg. Sportvisserij Nederland, Bilthoven. 212 pp.

Code


Auteurs

W. Vlierhuis (2013)
[IvL feb. 2014]



Categorieën:

Soorten, Vissen

Commentaar

Gehoornde slijmvis

Grafieken



Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top